ECLI:NL:GHSHE:2022:547

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
22 februari 2022
Publicatiedatum
22 februari 2022
Zaaknummer
200.300.001_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van het recht op nieuwwaarde of marktwaarde van een auto door een verzekeraar in het kader van bewindvoering

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 22 februari 2022 uitspraak gedaan in een hoger beroep dat was ingeleid door een appellant zonder vaste woon- of verblijfplaats, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. S. Zoroufi Azar. De appellant was in hoger beroep gegaan tegen de Provinciaal Rheinland Versicherung AG, vertegenwoordigd door mr. M. van Sintmaartensdijk. De zaak betreft de vraag of de verzekeraar recht heeft op de nieuwwaarde of marktwaarde van een auto die is geheeld. De appellant had eerder een vonnis in verzet van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, ontvangen op 16 juni 2021, waarin hij als gedaagde was aangemerkt en de Provinciaal als eiseres.

Tijdens de procedure in hoger beroep heeft de appellant aangegeven dat hij onder bewind is gesteld, en verzocht om zijn bewindvoerder, ID2 Bewindvoering B.V., als formele procespartij toe te voegen. De Provinciaal heeft deze wijziging erkend. Het hof heeft vastgesteld dat de bewindvoerder de rol van de appellant heeft overgenomen en dat de appellant zelf geen procespartij meer is. De zaak is vervolgens verwezen naar de rol voor memorie van antwoord aan de zijde van de Provinciaal, waarbij verdere beslissingen zijn aangehouden.

Het hof heeft in het incident geoordeeld dat de bewindvoerder als formele procespartij is aangemerkt en dat de proceskostenbeslissing wordt aangehouden tot de einduitspraak in de hoofdzaak. De zaak is door het hof naar de rol van 5 april 2022 verwezen voor verdere behandeling.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht
zaaknummer 200.300.001/01
arrest van 22 februari 2022
gewezen in het incident ex artikel 225 en 227 Rv
in de zaak van
[appellant],
zonder vaste woon- of verblijfplaats,
appellant in de hoofdzaak,
eiser in het incident,
hierna aan te duiden als: [appellant] ,
advocaat: mr. S. Zoroufi Azar te Heerlen,
tegen
Provinzial Rheinland Versicherung AG,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
hierna aan te duiden als: Provinzial,
advocaat: mr. M. van Sintmaartensdijk te Maastricht,
op het bij exploot van dagvaarding van 9 augustus 2021 ingeleide hoger beroep van het vonnis in verzet van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 16 juni 2021, gewezen tussen [appellant] als gedaagde en Provinzial als eiseres.

1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/03/280682 / HA ZA 20-388)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.

2.Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding in hoger beroep;
  • de memorie van grieven met producties;
  • het H16-formulier met bijlage voor de rol van 28 december 2021 van de advocaat van [appellant] waarbij is verzocht om de bewindvoerder van [appellant] toe te voegen als formele procespartij in de procedure;
  • de memorie van antwoord in het incident van artikel 225 Rv van Provinzial.
Het hof heeft een datum bepaald voor arrest in het incident.

3.De beoordeling

In het incident
3.1.
Bij H16-formulier voor de rol van 28 december 2021 heeft [appellant] het hof laten weten dat hij na het uitbrengen van de appeldagvaarding met ingang van 16 september 2021 onder bewind is komen te staan. Hij heeft verzocht om de bewindvoerder als formele procespartij aan te merken en hem te voegen in de procedure.
3.2.
In reactie op het verzoek van [appellant] heeft Provinzial laten weten dat zij de onderbewindstelling ook als een verandering van de persoonlijke staat van partij [appellant] ziet en dat zij deze verandering erkent.
3.3.
Uit de bij het H16-formulier overgelegde stukken blijkt dat de kantonrechter van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, bij beschikking van 27 augustus 2021 de goederen die (zullen) behoren aan [appellant] met ingang van 16 september 2021 voor de duur van vijf jaar onder bewind heeft gesteld met benoeming van ID2 Bewindvoering B.V. te [vestigingsplaats] tot bewindvoerder. Dat betekent dat sprake is van een geval als bedoeld in artikel 225 lid 1 aanhef en sub b Rv.
3.4.
In de kop van de memorie van grieven van 28 december 2021 is als appellante vermeld ID2 Bewindvoering B.V. i.d.h.v. bewindvoerder over alle goederen die toebehoren aan [appellant] met als advocaat mr. S. Zoroufi Azar. Gezien deze vermelding, de beschikking van de kantonrechter en de instemming van Provinzial, stelt het hof vast dat de bewindvoerder het geding per 28 december 2021 als formele procespartij namens [appellant] heeft overgenomen en op de voet van artikel 227 Rv heeft hervat. Dat betekent dat [appellant] zelf geen procespartij meer is.
Het hof gaat er ook vanuit dat de in de memorie van grieven neergelegde stellingen door de bewindvoerder zijn ingenomen en dat de grieven door de bewindvoerder zijn aangevoerd.
In de hoofdzaak
3.5.
De zaak wordt naar de rol verwezen voor memorie van antwoord aan de zijde van Provinzial. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

4.De beslissing

Het hof:
in het incident:
verstaat dat ID2 Bewindvoering B.V. in diens hoedanigheid van bewindvoerder over alle goederen die toebehoren aan [appellant] als formele procespartij in de plaats is gekomen van [appellant] ;
draagt de griffier op om deze partijwisseling in het Registratie en Informatie Systeem (ReIS) te verwerken;
houdt de beslissing over de proceskosten aan tot de einduitspraak in de hoofdzaak;
in de hoofdzaak:
verwijst de zaak naar de rol van 5 april 2022 voor memorie van antwoord aan de zijde van Provinzial;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. S.M.A.M. Venhuizen, E.H. Schulten en J.M.H. Schoenmakers en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 22 februari 2022.
griffier rolraadsheer