In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 22 februari 2022 uitspraak gedaan in een hoger beroep dat was ingeleid door een appellant zonder vaste woon- of verblijfplaats, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. S. Zoroufi Azar. De appellant was in hoger beroep gegaan tegen de Provinciaal Rheinland Versicherung AG, vertegenwoordigd door mr. M. van Sintmaartensdijk. De zaak betreft de vraag of de verzekeraar recht heeft op de nieuwwaarde of marktwaarde van een auto die is geheeld. De appellant had eerder een vonnis in verzet van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, ontvangen op 16 juni 2021, waarin hij als gedaagde was aangemerkt en de Provinciaal als eiseres.
Tijdens de procedure in hoger beroep heeft de appellant aangegeven dat hij onder bewind is gesteld, en verzocht om zijn bewindvoerder, ID2 Bewindvoering B.V., als formele procespartij toe te voegen. De Provinciaal heeft deze wijziging erkend. Het hof heeft vastgesteld dat de bewindvoerder de rol van de appellant heeft overgenomen en dat de appellant zelf geen procespartij meer is. De zaak is vervolgens verwezen naar de rol voor memorie van antwoord aan de zijde van de Provinciaal, waarbij verdere beslissingen zijn aangehouden.
Het hof heeft in het incident geoordeeld dat de bewindvoerder als formele procespartij is aangemerkt en dat de proceskostenbeslissing wordt aangehouden tot de einduitspraak in de hoofdzaak. De zaak is door het hof naar de rol van 5 april 2022 verwezen voor verdere behandeling.