3.2Als gesteld en niet (voldoende) betwist vormen de volgende feiten voor het hof het uitgangspunt.
a. Op grond van een gesloten arbeidsovereenkomst voor de bepaalde tijd van 12 maanden was [geïntimeerde] met ingang van 2 juli 2019 voor 37 uren per week als bezorger/winkelmedewerker in dienst van Witte Hal tegen een loon van € 981,35 bruto per maand, te vermeerderen met 8% vakantietoeslag en overige emolumenten.
Over de periode tot en met 8 oktober 2019 heeft Witte Hal het aan [geïntimeerde] toekomende loon c.a. uitbetaald. Met ingang van 9 oktober 2019 heeft Witte Hal geen loon c.a. aan [geïntimeerde] uitbetaald.
Een door Witte Hal opgemaakte en op 11 oktober 2019 gedateerde brief was gericht aan [geïntimeerde] en vermeldde:
“Betreft: Beëindigingsovereenkomst, ontslag met wederzijds goedvinden
Onderstaande feiten hebben geleid tot een onwerkbare situatie voor zowel werknemer als werkgever en heeft werknemer, [geïntimeerde] , doen besluiten per 30 september 2019 zijn ontslag bij werkgever, Witte Hal BV, in te dienen.
Stelselmatig te laat komen voor de start van de werkzaamheden. Werkzaamheden beginnen voor [geïntimeerde] om 10:00 en zaterdags om 9:00 uur. Door te late aanvang kwam de dagplanning regelmatig in het geding. Dit heeft een direct gevolg gehad voor de bedrijfsvoering.
Verwijtbare schade aan vervoersmiddelen. Te weten:
o
Schade aan Ford bedrijfsauto, inrijden op paal bij wegrijden uit parkeervak. Schadebedrag € 400,- tot € 600,- ex btw
o
Schade aan Citroen bedrijfsauto door inrijden op wegversmalling. Band defect en uitlijnen auto. Schadebedrag € 260,- ex btw
o
Schade aan Citroen bedrijfsauto, niet goed bevestigen radioantenne na bezoek wasstraat. Schadebedrag € 35,- ex btw
o
Schade aan Citroen bedrijfsauto. Staartbotsing met personenauto. Schade aan voorbumper, zijbumper en bumperplaats, schadebedrag € 729,- ex btw. Schade aan personenauto nog onbekend. Bij grote schade tevens verhoging van premiebedrag
Bij het inwilligen van dit ontslag ziet werkgever af van verhaling van genoemde geleden schade, en eventuele nog te ontdekken schade welke voortvloeien uit het werk van werknemer, op genoemde werknemer. Tevens erkent werknemer dat er met deze regeling geen aanspraak meer kan worden gemaakt op eventuele niet genoten vrije dagen, overuren dan wel andere vorderingen in welke vorm dan ook op werkgever.
In bijzonder geeft werknemer aan het nog ingevulde schaderapport direct, binnen 1 werkdag, te overhandigen aan de tegenpartij of het document ter plekke in te vullen en achter te laten voor overhandiging.
Gelezen en akkoord bevonden te Venlo, op 11 oktober 2019
[geïntimeerde] [persoon A] ”
Deze brief is niet ondertekend.
Bij ongedateerde brief van eind oktober 2019 heeft Witte Hal aan [geïntimeerde] ter bevestiging van een gevoerd gesprek geschreven:
“(…)
Bijgaand ontvang je, zoals besproken in ons laatste gesprek op 24 oktober, je eindafrekening tot 8 oktober jl. In dat gesprek heb ik je aangeboden om de schade welke je veroorzaakt hebt aan de bedrijfsauto in de 4 genoemde gebeurtenissen af te kopen. Zoals bekend kon je je hier niet in vinden en ging je voorkeur uit naar een afrekening t/m je laatste werkdag. Na aftrek van de wettelijk bepaalde wachtdagen, de uren welke je gemist hebt door te laat te beginnen aan de werkdag, en de uitbetaling van de reservering van niet opgenomen vakantiedagen, blijft er nog een bedrag over van € 202,28.
Na de laatste veroorzaakte schade op vrijdag 4 oktober jl (…) heb je te kennen gegeven de arbeidsovereenkomst per direct te willen beeindigen. De schade welke is veroorzaakt door roekeloos rijgedrag bedraagt (…) € 1965,04 .
Buiten deze vordering heb je ook nog niet alle ter beschikking gestelde bedrijfsmiddelen ingeleverd. (…) De kosten hiervan zijn € 75.
De totale vordering komt hiermee op € 2040,40. Na aftrek van de loonafrekening blijft er nog een vordering open staan van € 1838,12. Deze verwacht ik binnen een redelijke termijn van 14 dagen van je te ontvangen (…).”
Bij brieven van 6 december 2019 en 7 mei 2020 heeft (de advocaat van) [geïntimeerde] aan Witte Hal (onder meer) geschreven dat de arbeidsovereenkomst niet is beëindigd, dat [geïntimeerde] tot het rechtsgeldige einde daarvan aanspraak zal blijven maken op doorbetaling van loon c.a. en dat verrekening met tijdens werktijd veroorzaakte schade niet is toegestaan. In de brief van 7 mei 2020 werd aanvullend (onder meer) nog geschreven dat het niet-oproepen van [geïntimeerde] voor het verrichten van werk, voor risico van Witte Hal komt.