Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
hij in of omstreeks de periode van 29 maart 2013 tot en met 30 oktober 2014 in de gemeente ‘s-Gravenhage, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met [medeverdachte] en/of anderen en/of een ander, althans alleen, terwijl [medeverdachte] voornoemd, handelend onder de naam [bedrijf 1] , bij vonnis van de Arrondissementsrechtbank te ‘s-Gravenhage van 1 juli 2014, in staat van faillissement is verklaard, ter bedrieglijke verkorting van de rechten van de schuldeiser(s) van [medeverdachte] voornoemd, niet heeft voldaan aan de op [medeverdachte] rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 15i van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek en/of het bewaren en/of tevoorschijn brengen van de boeken, bescheiden en/of andere gegevensdragers in dat artikel bedoeld, ten gevolge waarvan de rechten en verplichtingen van die [medeverdachte] voornoemd, handelend onder de naam [bedrijf 1] , niet te allen tijde juist en/of volledig konden worden gekend;
hij in of omstreeks de periode van 29 maart 2013 tot en met 30 oktober 2014 in de gemeente 's-Gravenhage, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met [medeverdachte] en/of anderen of een ander, althans alleen, terwijl [medeverdachte] bij vonnis van de Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage van 1 juli 2014, in staat van faillissement is verklaard, een of meermalen desgevraagd opzettelijk niet terstond, overeenkomstig de op [medeverdachte] rustende wettelijke verplichtingen ter zake, de ingevolgde de wettelijke verplichtingen gevoerde en bewaarde administratie en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers in ongeschonden vorm, zo nodig met de hulpmiddelen om de inhoud binnen redelijke termijn leesbaar te maken, aan de curator verstrekt en/of voor en/of tijdens het faillissement opzettelijk niet heeft voldaan aan de wettelijke verplichtingen tot het voeren van een administratie en het bewaren van de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers, ten gevolge waarvan de afhandeling werd bemoeilijkt.
als bedoeld in artikel 15i van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, ten gevolge waarvan de rechten en verplichtingen van die [medeverdachte] voornoemd, handelend onder de naam [bedrijf 1] , niet juist en/of volledig konden worden gekend.
Een schriftelijk bescheid, te weten het uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel d.d. 9 december 2014 (dossierpagina 601 tot en met 602), betreffende [medeverdachte] , h.o.d.n. “ [bedrijf 1] ”, voor zover inhoudende:
Een schriftelijk bescheid, te weten het vonnis van de rechtbank Den Haag, team insolventies, d.d. 1 juli 2014 (dossierpagina 584 tot en met 585), voor zover inhoudende:
Een schriftelijk bescheid, te weten de melding faillissementsfraude (dossierpagina 5, 295 tot en met 297) , voor zover inhoudende:
het hof begrijpt hier en hierna telkens: [verdachte] , de verdachte].
het hof begrijpt hier en hierna telkens: 2014] worden aangeleverd. Ook dit is niet gebeurd. Bovendien was de heer [medeverdachte] niet meer te bereiken. Op 29 juli werd door de heer [verdachte] toegezegd dat de administratie op 30 juli 2014 aangeleverd zou worden. Op 30 juli heeft curator een viertal mappen in ontvangst genomen. Omdat dit onvolledige administratie betreft, is door de heer [verdachte] verklaard dat de volledige administratie uiterlijk op 6 augustus 2014 aangeleverd zou worden.
Een schriftelijk bescheid, te weten de aangifte faillissementsfraude van de curator mr. [curator] , d.d. 30 oktober 2014 (dossierpagina 298 tot en met 312), voor zover inhoudende :
het hof begrijpt hier en hierna telkens: [verdachte] , de verdachte], omdat de heer [medeverdachte] de Nederlandse taal onvoldoende machtig was.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 29 april 2015 (dossierpagina 218 tot en met 228), voor zover inhoudende als verklaring van medeverdachte [medeverdachte] :
het hof begrijpt hiertussen: heb] bewaard, in de kelder onder de winkel. De facturen die ik kreeg (…) werden ook bewaard in de kelder. Ik heb deze facturen niet aan een boekhouder gegeven. (…)
Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 31 oktober 2016 (dossierpagina 428 tot en met 431), voor zover inhoudende als verklaring van getuige [getuige 2] :
Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 9 januari 2015 (dossierpagina 351 tot en met 352), voor zover inhoudende als verklaring van getuige [getuige 3] :
het hof begrijpt: [bedrijf 1]].
Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 12 maart 2015 (dossierpagina 358 tot en met 360), voor zover inhoudende als verklaring van getuige [getuige 1] :
Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 31 maart 2015 (dossierpagina 363 tot en met 365), voor zover inhoudende als verklaring van getuige [getuige 4] :
het hof begrijpt: [bedrijf 1]] en degene die het voor het zeggen had. Hij werd geholpen door zijn broer [betrokkene 2] en zijn vader.
het hof begrijpt: [bedrijf 1]] was [verdachte] verantwoordelijk.
Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 7 april 2015 (dossierpagina 373 tot en met 409), voor zover inhoudende als verklaring van getuige [getuige 5] :
Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 4 februari 2016 (dossierpagina 408 tot en met 409), voor zover inhoudende als verklaring van getuige [getuige 6] :
NJ2010/104).
ter bedrieglijke verkorting van de rechten van de schuldeisersniet fatsoenlijk voeren en bewaren van de administratie zoals op grond van artikel 341 aanhef en onder 4 Sr oud is vereist.
medeplegen van bedrieglijke bankbreuk.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
10 (tien) maanden;