Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
Downpayment on MagnusMaster stabiliser installation”.[appellant] heeft dit bedrag dezelfde dag voldaan (productie 5 bij de inleidende dagvaarding).
“(…) Have you been able to study the drawings and make a conclusion about the shaft length? Both Vripack and I think the 550mm is what is needed, but we all need to agree. I don’t want to run out of time for engineering and production, so hopefully you can let me know your conclusion within few days (..)”
because special units, I need engineering prior to production”). [appellant] heeft hierop weer per e-mail gereageerd:
“Not realy agree about the drawing thing but however”.
“to be honest i am disappointed. If you fail, how can you ask for more money??? I can only advice you for the future, to put more effort to fullfill the contract”.
“I realy can not understand what make you asking form more money and make you angry if I disagree”.
scheepsstabilisatoren kan dan voornoemd bedrag naar cliënte worden overgemaakt. (…)”
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
that the process has stopped for a reason”. Ook [appellant] schrijft op die dag nog dat de meningsverschillen er toe hebben geleid dat
“we better quit like recommended”. Vervolgens zijn partijen op 30 maart 2017 weer met elkaar in gesprek gegaan en heeft [persoon C] namens DMS een lijst gestuurd met nog openstaande “items”. Op 31 maart 2017 heeft [appellant] vervolgens nog opmerkingen gestuurd en heeft hij zelf nog opgemerkt
“As you realized I can not garanty for dates no depend on me like shipping, tide, ets. But end of Dez. 17 we hopefully have this things build-in, whatever happens”. [persoon C] heeft vervolgens op 31 maart 2017 voorgesteld zijn meegestuurde document (met in het groen de laatste aanpassingen) als contract op te vatten, waarna hij op dezelfde dag nog een correctie met betrekking tot de aanbetaling heeft gestuurd. [appellant] heeft vervolgens op 1 april daarop gereageerd en heeft gezegd dat dit contract voor hem “okay” is en dat DMS een rekening kan sturen op grond van zijn berekening in de laatste (aanvullende) e-mail van 31 maart 2017.
Your contract is okay for me”) en gelet op wat onder 8.9 is overwogen, heeft [appellant] er redelijkerwijs niet van kunnen uitgaan dat de offerte van 24 maart 2017 en de daarin opgenomen planning leidend zouden zijn in die zin dat de daarin genoemde termijnen als harde termijnen zouden gelden. [appellant] heeft tegen die hiervoor beschreven achtergronden in ieder geval onvoldoende concrete feiten en omstandigheden aangevoerd waaruit kan volgen dat hij niettemin redelijkerwijs van die termijnen voor oplevering heeft mogen uitgaan.
I will have no other option than to demand full equipment payment prior to releasing the shipment”.Bij e-mail van 17 september 2017 (zoals weergegeven onder 6.19) heeft DMS nogmaals herhaald: “
(…) Prior to pickup we will demand full payment of the equipment value. You have already paid 80% of that equipment value (per calculation of my 31 March 2017 e-mail), so the remaining is 20%*(140-20)=24k€. Invoicing and payment of the remaining order value amount will be immediately after successful seatrail, as agreed in the mentioned document” (…) I needed some time to reflect and discuss, as this is a measure we have never had to take before, but it is the only way forward to a successful installation that we are willing to take. (…)”
We were planning on having all cost an income of this project in DMS P&L the end of 2017”.DMS kon daarom in redelijkheid een beroep doen op een nadere (aan)betaling en dat betekent dat dit voor [appellant] geen argument oplevert voor de stelling dat DMS niet op tijd of niet behoorlijk zou opleveren.