In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Interconnect Services B.V. tegen Lance Automatiseerders B.V. over de toepassing van algemene voorwaarden en de vraag of er sprake is van ongerechtvaardigde verrijking. De zaak is een vervolg op eerdere tussenarresten van het hof. Het hof heeft in een tussenarrest van 1 februari 2022 vastgesteld dat het geschil draait om de vraag of de algemene voorwaarden van Interconnect van toepassing zijn op de overeenkomst van 24 december 2014 en of Interconnect per abuis een SQL Standaard licentie heeft geleverd in plaats van een SQL Web licentie. Het hof heeft Interconnect toegelaten tot bewijs dat de algemene voorwaarden aan Lance zijn overhandigd en dat de SQL Standaard licentie op de server van Lance is geïnstalleerd.
Tijdens de bewijsvoering heeft Interconnect getuigen gehoord, maar het hof concludeert dat niet is bewezen dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn. Het hof stelt vast dat Lance gebruik heeft gemaakt van de SQL Standaard licentie, maar dat dit op expliciet verzoek van Lance is gebeurd. Het hof oordeelt dat Lance ongerechtvaardigd is verrijkt door gebruik te maken van de duurdere versie tegen de lagere kosten van de goedkopere Web-versie. Het hof vernietigt het vonnis van de eerste aanleg, waarbij de vorderingen van Interconnect waren afgewezen, en kent de vorderingen van Interconnect toe, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. Lance wordt veroordeeld in de proceskosten van beide instanties.