ECLI:NL:GHSHE:2022:4481

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
13 december 2022
Publicatiedatum
13 december 2022
Zaaknummer
200.300.384_02
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit bij de aankoop van een gebruikte auto en de gevolgen voor de koper

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen Autosale B.V. betreffende de aankoop van een gebruikte Ford S-Max. [appellant] heeft de auto op 12 mei 2020 gekocht voor € 7.900, maar na bijna 2.000 kilometer rijden viel de auto stil door een defecte motor. [appellant] vorderde ontbinding van de koopovereenkomst en schadevergoeding, stellende dat de auto bij aflevering niet voldeed aan de overeenkomst. De kantonrechter wees de vordering af, oordelend dat de motor niet defect was bij aflevering en dat [appellant] niet had aangetoond dat er sprake was van non-conformiteit.

In hoger beroep heeft [appellant] vier grieven aangevoerd en zijn vorderingen verder onderbouwd. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak opnieuw beoordeeld, met inachtneming van de relevante artikelen uit het Burgerlijk Wetboek over non-conformiteit. Het hof concludeert dat [appellant] onvoldoende bewijs heeft geleverd dat de auto bij aflevering niet voldeed aan de verwachtingen die hij op basis van de overeenkomst mocht hebben. Het hof oordeelt dat de koper, gezien de leeftijd en kilometerstand van de auto, rekening moest houden met de noodzaak van onderhoud en dat het gebrek aan smering, dat leidde tot het defect, niet kan worden toegeschreven aan Autosale.

Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en veroordeelt [appellant] in de proceskosten van het hoger beroep. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van de koper bij de aankoop van een tweedehands auto, vooral met betrekking tot het controleren van de onderhoudstoestand en het accepteren van de auto in de staat waarin deze zich bevond bij de aankoop.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht
zaaknummer 200.300.384/02
arrest van 13 december 2022
in de zaak van
[appellant],
wonende te [woonplaats] ,
appellant,
hierna aan te duiden als [appellant] ,
advocaat: mr. P.A. Visser te Rotterdam,
tegen
Autosale B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde,
hierna aan te duiden als Autosale,
advocaat: mr. P.L.M.F. Roosendaal te Oss,
op het bij exploot van dagvaarding van 18 september 2021 ingeleide hoger beroep van het vonnis van 15 juli 2021, door de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, gewezen tussen [appellant] als eiser en Autosale als gedaagde.

1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 8942536 \ CV EXPL 20-6843)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.

2.Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding in hoger beroep;
  • de memorie van grieven van 21 december 2021 met één productie en met uitbreiding van de grondslag voor de vordering;
  • de memorie van antwoord van 1 februari 2022 met twee producties;
  • de mondelinge behandeling van 28 november 2022, waarbij de raadsman van Autosale spreekaantekeningen heeft overgelegd.
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.

3.De beoordeling

3.1.
In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
Op 12 mei 2020 heeft [appellant] van Autosale een gebruikte auto gekocht en geleverd gekregen, merk Ford, type S-Max 2.0 STCI, datum eerste toelating [datum] , kilometerstand 231.710, voor de daarvoor te betalen prijs van € 7.900,=.
Bij de verkoop van de auto bevond zich daarin een onderhoudskaartje waarop was vermeld dat een volgende onderhoudsbeurt diende plaats te vinden bij 243.000 kilometer of vóór datum [datum 2] . Hoewel aangeboden door Autosale, heeft [appellant] afgezien van werkzaamheden voor het rijklaar maken van de auto of het uitvoeren van een onderhoudsbeurt.
Op 28 mei 2020 is de auto stilgevallen en afgesleept. [appellant] had toen bijna 2.000 kilometer met de auto gereden. Bij onderzoek door Autosale is gebleken dat de motor door gebrek aan smering vastgelopen was.
3.2.1.
In de onderhavige procedure vordert [appellant] na wijziging van eis – zakelijk weergegeven – de ontbinding van de koopovereenkomst en vergoeding van de geleden schade, door hem gesteld op € 12.946,50 plus p.m. Aan deze vordering heeft [appellant] aanvankelijk ten grondslag gelegd dat de auto bij aflevering niet heeft voldaan aan de overeenkomst en dat Autosale niet bereid is gebleken het geconstateerde gebrek kosteloos te herstellen, zodat Autosale in verzuim is geraakt, de overeenkomst ontbonden dient te worden en Autosale aansprakelijk is voor de als gevolg van het tekortschieten door Autosale geleden schade. Ter zitting in eerste aanleg heeft [appellant] (ook) een beroep gedaan op dwaling, zo blijkt uit het vonnis van de kantonechter.
3.2.2.
Autosale heeft als verweer gevoerd dat van non-conformiteit (of een wilsgebrek, zoals dwaling) geen sprake is geweest.
3.2.3.
In het bestreden vonnis heeft de kantonrechter de vordering van [appellant] afgewezen en [appellant] in de proceskosten veroordeeld. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de enkele omstandigheid dat de motor na 2.000 kilometer defect is geraakt niet de conclusie rechtvaardigt dat deze bij aflevering niet in een goede staat verkeerde en, voorts, dat niet is gesteld of gebleken dat sprake is geweest van een onjuiste voorstelling van zaken die aan Autosale kan worden toegerekend.
3.3.
[appellant] heeft in hoger beroep vier grieven aangevoerd en heeft geconcludeerd tot vernietiging van het beroepen vonnis en – zakelijk weergegeven – tot het alsnog toewijzen van zijn vorderingen.
3.4.
In hoger beroep heeft [appellant] de grondslag voor zijn vorderingen in zoverre aangevuld, dat hij deze nu ook baseert op de stellingname dat Autosale in de nakoming van haar verkopersverplichtingen tekort is geschoten door een non-conforme auto te leveren. Of de kantonrechter daar in eerste aanleg ook (ambtshalve) over had moeten oordelen, zoals betoogd met grief I, is niet meer relevant, nu [appellant] deze grondslag in hoger beroep alsnog heeft aangevoerd. Overigens merkt het hof op dat de kantonrechter wel degelijk heeft geoordeeld over de conformiteit van de auto door in r.o. 4.3. te overwegen dat aan de omstandigheid dat de motor het na 2.000 kilometer heeft begeven bij gebrek aan voldoende olie niet de gevolgtrekking kan worden verbonden dat de auto op het moment van aankoop niet in goede staat verkeerde.
3.5.
Het hof zal de overige grieven gezamenlijk bespreken.
Beoordeeld dient te worden of er sprake is van non-conformiteit als bedoeld in artikel 7:17 BW.
Nu [appellant] zich op de rechtsgevolgen van zijn stellingen beroept, rust de stelplicht en, bij een voldoende gemotiveerde betwisting, de bewijslast van die stellingen op hem.
Uit artikel 7:17 lid 2 BW volgt dat een zaak niet aan de overeenkomst beantwoordt indien zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Verder bepaalt artikel 7:17 lid 2 BW, voor zover relevant, dat de koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor normaal gebruik daarvan nodig zijn. Voor een auto houdt dat in dat men daarmee moet kunnen rijden/aan het verkeer deelnemen, zo niet, dan is mogelijk sprake van non-conformiteit. Op grond van artikel 7:17 lid 5 BW is evenwel geen sprake van non-conformiteit indien de koper ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst met het gebrek bekend was dan wel redelijkerwijs bekend kon zijn. Dat betekent dat op koper een onderzoeksplicht kan rusten. Omdat de koop van de auto door [appellant] een consumentenkoop betreft, geldt dat deze onderzoeksplicht restrictief moet worden uitgelegd.
Artikel 7:18 lid 2 BW luidde tot 27 april 2022 als volgt:
Bij een consumentenkoop wordt vermoed dat de zaak bij aflevering niet aan de overeenkomst heeft beantwoord, indien de afwijking van het overeengekomene zich binnen een termijn van zes maanden na aflevering openbaart, tenzij de aard van de zaak of de aard van de afwijking zich daartegen verzet.
3.6.
[appellant] heeft gesteld dat de oorzaak van de schade te wijten is aan geen of te weinig olie in de motor, waardoor deze is stilgevallen. Autosale heeft daartegen aangevoerd dat het op de weg van [appellant] had gelegen om het oliepeil te controleren, nu hier sprake is van een 10 jaar oude auto met veel kilometers op de teller. [appellant] heeft na de aflevering daarmee ruim 1.900 kilometer gereden voordat de auto stilviel. Autosale heeft er verder op gewezen dat op het onderhoudskaartje stond dat de auto een onderhoudsbeurt moest hebben vóór 20 april 2020 (welke datum al verstreken was toen [appellant] kocht), maar dat [appellant] de aangeboden onderhoudsbeurt c.q. afleverbeurt heeft geweigerd, en evenmin in een later stadium zelf de olie heeft gecontroleerd en/of bijgevuld.
3.7.
Onweersproken is dat zich in de auto bij de verkoop (op 12 mei 2020) een kaartje (door [appellant] zelf als prod. 8 bij inleidende dagvaarding overgelegd) bevond waarop stond vermeld dat de auto of bij 243.000 kilometer of vóór 8 april 2020 een onderhoudsbeurt moest krijgen. Onweersproken is dat bij de verkoop over het uitvoeren van een onderhoudsbeurt is gesproken en dat [appellant] ervan heeft afgezien om Autosale die beurt te laten uitvoeren. Voor zover [appellant] bij inleidende dagvaarding nog aanvoert dat kosten voor het rijklaar maken bij de koopsom waren inbegrepen, is dat door Autosale betwist, is die betwisting niet, althans niet gemotiveerd weersproken en volgt dat ook niet uit de factuur die bij aankoop is opgesteld, waarop onder opmerkingen is vermeld
“Zonder afleverpakket zonder garantie zo mee vanwege hoge km stand en laagste internet prijs met hoorbaar knoek geluid, auto is op brug geweest klang heeft auto geinspecteerd”. Dat [appellant] vervolgens na aflevering geen onderhoud heeft laten uitvoeren en het oliepeil niet heeft gecontroleerd, zoals Autosale schreef op 26 juni 2020 is eveneens niet weersproken.
3.8.
Aldus is door [appellant] onvoldoende gesteld om te kunnen oordelen dat de auto bij aflevering niet de eigenschappen bezat die [appellant] mocht verwachten bij een 10 jaar oude auto met ruim 230.000 kilometer op de teller.
Toen vervolgens binnen een maand na aflevering de auto stilviel met een defecte motor, volgt weliswaar uit het bepaalde in artikel 7:18, lid 2 BW (oud) een wettelijk vermoeden dat de auto bij aflevering een gebrek heeft vertoond, maar dat vermoeden kan door de verkoper worden weerlegd. Uit hetgeen hiervoor is vastgesteld ten aanzien van de kennis die [appellant] bij aankoop moet hebben gehad van de onderhoudstoestand en de omstandigheid dat hierover door partijen is gesproken, waarbij Autosale heeft aangeboden dat onderhoud uit te voeren en [appellant] dat aanbod niet heeft aanvaard, volgt dat [appellant] op grond van de aard van de zaak (een 10 jaar oude occasion met een respectabel aantal kilometers op de teller) en hetgeen daarover bij aankoop tussen partijen is besproken, rekening moest houden met de omstandigheid dat hij een auto kocht die op korte termijn onderhoud behoefde, waaronder normaliter ook het vervangen van de olie behoort, althans dat [appellant] regelmatig het oliepeil moest controleren. Wanneer die auto dan kort na aflevering defect raakt als een gevolg van een gebrek aan smering, levert dat geen non-conformiteit op, omdat [appellant] onder de geven omstandigheden had kunnen verwachten dat bij het uitblijven van onderhoud en/of oliecontrole schade aan de motor zou kunnen ontstaan. Het hof volgt - gezien de handelwijze van [appellant] - [appellant] daarom ook niet in zijn stelling dat hij er niet op bedacht hoefde te zijn dat er op enig moment iets aan de hand zou kunnen zijn met de auto.
3.9.
Nu [appellant] de subsidiaire grondslag wanprestatie niet met enig ander feit dan hiervoor besproken (en verworpen) heeft onderbouwd, wordt ook dat verwijt verworpen. Van dwaling kan evenmin sprake zijn, nu de onderhoudstoestand van de auto bleek uit het zich daarin bevindende kaartje. [appellant] heeft dat bij aankoop gezien en bij aankoop is ook expliciet over het uitvoeren van onderhoud gesproken, zelfs over een bij gelegenheid van een proefrit gehoord bijzonder geluid. [appellant] heeft vervolgens de auto aanvaard zoals die op dat moment was en heeft afgezien van het aanbod om vóór aflevering een onderhoudsbeurt uit te laten voeren. Terecht oordeelt de kantonrechter dat zich in dat geval geen van de gronden voordoet waarop met succes een beroep op dwaling kan worden gebaseerd.
3.10.
De slotsom luidt dat de grieven falen. Het hof zal het bestreden vonnis bekrachtigen. [appellant] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep. Volgens vaste rechtspraak levert een kostenveroordeling ook voor de nakosten een executoriale titel op (zie ECLI:NL:HR:2022:853). Een veroordeling tot betaling van de proceskosten en de wettelijke rente daarover omvat dus een veroordeling tot betaling van de nakosten en de wettelijke rente daarover, met dien verstande dat de wettelijke rente over de nakosten die zijn verbonden aan noodzakelijke betekening van de uitspraak, is verschuldigd vanaf veertien dagen na die betekening. Het hof zal de nakosten en de wettelijke rente daarover niet afzonderlijk in de proceskostenveroordeling vermelden.

4.De uitspraak

Het hof:
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;
veroordeelt [appellant] in de proceskosten van het hoger beroep, en begroot die kosten tot op heden aan de zijde van Autosale op € 2.106,= aan griffierecht en op € 3.342,= aan salaris advocaat.
Dit arrest is gewezen door mrs. H.A.G. Fikkers, R.J.M. Cremers en J.C.J. van Craaikamp en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 13 december 2022.
griffier rolraadsheer