Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[testamentair bewindvoerder (opa)] ,
[oma],
1.Het verloop van de procedure
- het procesdossier eerste aanleg, ingekomen ter griffie van dit hof op 13 september 2022;
- de op de mondelinge behandeling in hoger beroep overgelegde en voorgelezen zittingsaantekeningen van mr. Hokken en
- het door [testamentair bewindvoerder (opa)] overlegde
- [testamentair bewindvoerder (opa)] , bijgestaan door mr. Hokken en
- [erfgenaam 1] , bijgestaan door mr. Brokking-van Alphen – en haar vader (ex-echtgenoot van erflaatster) die als toehoorder aanwezig was –.
- [beoogd opvolgend testamentair bewindvoerder 1] voornoemd en
- [beoogd opvolgend testamentair bewindvoerder 2] , de vriend van erflaatster ten tijde van haar overlijden.
2.De beoordeling
- Op [overlijdensdatum] 2020 is [erflaatster] (geboren op [geboortedatum] ) overleden.
- Erflaatster heeft bij testament van 13 mei 2020 haar twee kinderen [erfgenaam 1] en [erfgenaam 2] tezamen, voor gelijke delen, tot haar erfgenamen benoemd.
- In haar testament heeft erflaatster bewind ingesteld over al de aan haar kinderen nagelaten of vermaakte goederen tot het moment dat de betreffende rechthebbende de leeftijd van 23 jaar heeft bereikt. Erflaatster heeft haar vader ( [testamentair bewindvoerder (opa)] ) tot testamentair bewindvoerder benoemd, en tot opvolgend bewindvoerder haar moeder (oma). [testamentair bewindvoerder (opa)] heeft deze benoeming aanvaard.
- Erflaatster heeft degene die zij tot bewindvoerder heeft aangewezen benoemd tot executeur. Dit betekent dat [testamentair bewindvoerder (opa)] , zijnde de bewindvoerder, is benoemd tot executeur. Tevens heeft erflaatster de executeur benoemd tot afwikkelingsbewindvoerder.
- Bij brief van 23 augustus 2021 heeft mr. Brokking-van Alphen namens de vader van [erfgenaam 1] – en aangevuld bij brief van 21 april 2022 namens [erfgenaam 1] zelf die inmiddels meerderjarig was – de kantonrechter verzocht om op grond van artikel 4:164 lid 1 sub e juncto lid 2 BW [testamentair bewindvoerder (opa)] te ontslaan als testamentair bewindvoerder. Daarnaast heeft de wettelijke vertegenwoordiger verzocht om benoeming van een nieuwe bewindvoerder ex artikel 4:157 BW. Daartoe is aangevoerd dat er gewichtige redenen zijn om [testamentair bewindvoerder (opa)] te ontslaan uit zijn functie, namelijk:
“dat moet worden vastgesteld dat er uitgaven zijn gedaan zonder uitleg aan de erfgenamen of klaarblijkelijke noodzaak en niet tijdig rekening en verantwoording is afgelegd aan de erfgenamen”. Uit de overgelegde rekening en verantwoording en de toelichting in het beroepschrift – over onder meer de auto, de woning, de inboedel en de erfbelasting – blijkt dat er helemaal geen sprake is van ‘rare uitgaven’. [testamentair bewindvoerder (opa)] heeft eerder al eens op verzoek van [erfgenaam 1] en haar vader een overzicht gegeven van de transacties en de bijbehorende bankafschriften. [testamentair bewindvoerder (opa)] realiseerde zich niet dat de rekening en verantwoording moest worden uitgeschreven én periodiek moest worden verstrekt. Inmiddels heeft hij dat wel gedaan en daar zijn ook geen vragen over gekomen.
- ook uit eigen beweging de kleinkinderen volledig moet informeren;
- daarbij in goed overleg zijn gemaakte keuzes moet verantwoorden;
- open moet staan voor vragen en voorstellen van zijn kleinkinderen (met behoud van zijn eigen verantwoordelijk als bewindvoerder);
- de belangen van de kleinkinderen voor laat gaan boven de wens van zijn dochter, de erflaatster, en
- bij strubbelingen in de communicatie zal proberen om mediation in gang te zetten.