Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
hij op of omstreeks 11 juli 2020 te Eindhoven,
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 2 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden voor het seksueel binnendringen van het lichaam van het slachtoffer, terwijl deze in een staat van lichamelijke onmacht verkeerde. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof het vonnis zou bevestigen, maar met een zwaardere straf van 36 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk. De verdediging heeft vrijspraak bepleit, stellende dat niet bewezen kon worden dat het slachtoffer niet in staat was weerstand te bieden.
Het hof heeft vastgesteld dat zowel de verdachte als het slachtoffer in de nacht van 10 op 11 juli 2020 samen met een getuige in een restaurant waren, waar zij alcohol en cocaïne gebruikten. De verklaringen van beide partijen over de seksuele handelingen waren tegenstrijdig. Het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de seksuele handelingen onder dwang hebben plaatsgevonden, en dat de verdachte niet kon worden verweten dat hij wist dat het slachtoffer in een staat van verminderd bewustzijn verkeerde. Daarom heeft het hof de verdachte vrijgesproken van zowel het primair als het subsidiair tenlastegelegde feit.
Daarnaast heeft het hof de vordering van de benadeelde partij, die schadevergoeding had geëist, niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen straf of maatregel aan de verdachte was opgelegd. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij de verdachte werd vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten.