5.5.verbiedt [appellant] om, voor eigen rekening of voor rekening van een ander, blanco informatiedragers in Nederland te importeren of te verhandelen waarover geen opgave is gedaan en/of niet de verschuldigde thuiskopievergoeding aan Thuiskopie is voldaan, op verbeurte van een dwangsom van € 250 voor iedere blanco informatiedrager die in strijd met dit verbod geïmporteerd of verhandeld wordt, dan wel, naar keuze van Thuiskopie, een dwangsom van € 2.000 voor elke dag dat in strijd met dit verbod wordt gehandeld, een en ander onverminderd de aanspraak van Thuiskopie op de verschuldigde thuiskopievergoeding over de geïmporteerde en/of verhandelde blanco informatiedragers; (...)”
6.1.8.[geïntimeerde] heeft als productie 5 bij de conclusie van antwoord een brief van 20 januari 2009 in het geding gebracht die, voor zover hier van belang, als volgt luidt:
“(...) Bijgaand doe ik u het vonnis van de rechtbank Den Haag toekomen (...).
Ik adviseer U echter niet in hoger beroep te gaan aangezien U geen sterke zaak heeft.
Wel adviseer ik U een registeraccountant opdracht te geven om het aantal gegevensdragers dat U heeft ingevoerd en verkocht vast te leggen, zodat U niet de dwangsom verbeurt uit het vonnis. (...)”
6.1.9.[appellant] bericht [geïntimeerde] bij brief van 23 januari 2009 onder meer als volgt:
“(...)
Ik (denk van wel) weet nog niet of we toch maar in hoger beroep moeten gaan.
Ten eerste nemen ze in dat vonnis gewoon maar aan dat (...).
Ook het aannemen dat [persoon B] een medewerkster zou zijn is uit de lucht gegrepen, zowel door hun als door mij. Ik heb zelf die brief verzonnen, een probeersel om van de zeik af te komen. Wist ik veel?
(...)”
6.1.10.Het verzetvonnis van 14 januari 2009 is op 22 januari 2009 aan [appellant] betekend. Op 13 februari 2009 heeft vervolgens betekening plaatsgevonden aan [appellant] van de grosse van voormeld vonnis en is hem aangezegd dat hij heeft verzuimd aan dat vonnis te voldoen en dat hij als gevolg daarvan per 12 februari 2009 dwangsommen heeft verbeurd ter hoogte van € 42.000,00. Bij exploot van 25 maart 2009 heeft aanzegging plaatsgevonden van het verbeuren van dwangsommen wegens niet voldoening aan meergenoemd vonnis per 20 maart 2009 ter hoogte van € 218.000,00.
6.1.11.De advocaat van Thuiskopie bericht [geïntimeerde] bij brief van 8 april 2009, voor zover hier van belang, als volgt:
“(...)
Hieronder kom ik terug op uw fax van gisteren.
Stichting de Thuiskopie zal de ten laste van [appellant] gelegde executoriale beslagen pas opheffen, zodra (1.) [appellant] aan onderdelen 5.3 en 5.4 van het vonnis van 14 januari 2009 van de Rechtbank Den Haag voldoet (kort gezegd de verplichting tot doen van volledige opgave) dan wel (2.) een passend voorstel, waardoor Stichting de Thuiskopie van deze opgave vordering (en tenuitvoerlegging van verbeurde dwangsommen) af zou willen zien.
(...) Omdat u eerder te kennen gaf dat [appellant] nauwelijks over financiële middelen beschikt (...), verzoekt Stichting de Thuiskopie [appellant] om haar inzicht te verschaffen in de overwaarde op de door haar executoriaal beslagen panden (...).”
6.1.12.[geïntimeerde] is hierop ten behoeve van [appellant] onderhandelingen met Thuiskopie gestart. De gemachtigde van Thuiskopie bericht [geïntimeerde] bij brief van 10 april 2009, voor zover hier van belang, hierop als volgt:
“(...) bericht ik u hierdoor dat Stichting de Thuiskopie niet instemt met uw voorstellen van gisteren.
(...)
Louter om tijd te besparen is Stichting de Thuiskopie bereid:
(1.) [appellant] terzake van zijn verplichtingen op grond van het vonnis van 14 januari 2009 (...) (met uitzondering uiteraard van het verbod in onderdeel 5.5 (...)) finale kwijting te verlenen en alle beslagen op te heffen, indien [appellant] Stichting de Thuiskopie een bedrag van € 25.000,- ineens betaalt (bestaande uit de geldvorderingen van Stichting de Thuiskopie op [appellant] en een compensatie van Stichting de Thuiskopie voor het afzien van de opgave); óf
(2.) het beslag op het pand (...) op te heffen als [appellant] voldoet aan de onderdelen 5.1 en 5.6 van het vonnis (betaling hoofdsom, wettelijke rente en proceskosten). In dit geval zal [appellant] geen finale kwijting worden verleend (...)”
6.1.13.[geïntimeerde] bericht de gemachtigde van Thuiskopie, voor zover van belang, bij brief van 12 mei 2009 het volgende:
“(…) Cliënt kiest voor optie twee en wel doorhaling en opheffing van het beslag op het pand (...) en voldoening van de hoofdsom wettelijke rente en proceskosten. De heer [appellant] begrijpt dat geen finale kwijting wordt verleend en dat de procedure in hoger beroep moet worden voortgezet. (...)”
6.1.14.[geïntimeerde] heeft [appellant] bij e-mail van 9 juni 2009 als volgt bericht:
“(...)Hierbij bevestig ik dat mijn nota is voldaan en dat ik in hoger beroep voor U zal procederen. Wellicht is het verstandig om op korte termijn en wel binnen twee weken een afspraak te mijnen kantore te plannen om de voorgang van Uw zaak te bespreken. (...)”
6.1.15.[geïntimeerde] heeft namens [appellant] hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank ’s-Gravenhage. Het gerechtshof ’s-Gravenhage heeft op 29 maart 2011, voor zover hier van belang, als volgt geoordeeld:
“(...) vernietigt het tussen enerzijds Thuiskopie en anderzijds [appellant] en [persoon A] gewezen
vonnis van de rechtbank ‘s-Gravenhage van 14 januari 2009, doch uitsluitend wat
betreft:
a.
a) het niet toepassen van een maximering bij de dwangsomveroordelingen
onder 5.3, 5.4 en 5.5 van het dictum;
b) de hoogte van de dwangsomveroordelingen onder 5.5 van het dictum;
(...)
* bepaalt dat bij overtreding van de onder 5.3 van het dictum van voormeld vonnis uitgesproken veroordeling [appellant] over de periode van betekening van dat vonnis tot heden boven het bedrag van € 20.000,- geen dwangsommen meer verbeurt en over de periode vanaf ondertekening van dit arrest boven het bedrag van € 40.000,- geen dwangsommen meer verbeurt;
* bepaalt dat bij overtreding van het 5.4 van voornoemd vonnis gegeven bevel [appellant] over de periode van de betekening van dat vonnis tot heden boven het bedrag van € 20.000,- geen dwangsommen meer verbeurt en over de periode vanaf de ondertekening van dit arrest boven het bedrag van € 40.000,- geen dwangsommen meer verbeurt;
* bepaalt dat [appellant] een dwangsom van € 5,- verbeurt voor iedere blanco informatiedrager die in strijd met het onder 5.5. van het dictum van voornoemd vonnis gegeven verbod geïmporteerd of verkocht wordt, dan wel naar keuze van Thuiskopie, een dwangsom van € 25,- voor elke dag dat hij in gebreke is met de naleving van dat verbod, en bepaalt dat [appellant] boven het bedrag van € 5.000,- geen dwangsommen wegens overtreding van dat verbod verbeurt; (...)”
6.1.16.[geïntimeerde] bericht [appellant] bij e-mail van 4 april 2011, voor zover hier van belang, als volgt:
“(...) de hoger beroepsprocedure tegen de Stichting De Thuiskopie is verloren (...). Dit houdt in dat U datgene moet doen dan wel betalen zoals opgenomen is in het arrest op pagina 12.
(...)
Ik adviseer U niet in cassatie te gaan, maar laat deze keuze verder aan U. Indien u nadere uitleg wilt over het arrest en de gevolgen voor U, dan kunt U een afspraak maken met mijn secretaresse.
Ik wijs er volledigheidshalve op dat U niet mijn volledige honorarium heeft betaald en dat U tot betaling dient over te gaan alvorens er een afspraak met U zal worden gemaakt. (...)”
6.1.17.[geïntimeerde] bericht de gemachtigde van Thuiskopie bij e-mail van 27 april 2011, voor zover hier van belang, als volgt:
“Het arrest (...) d.d. 29 maart 2011 is door cliënten ontvangen. In totaal dienen cliënten een bedrag van € 40.008,96 te betalen. U heeft al betalingen ad € 13.044,35 in mindering gebracht op de totale hoofdsom van meer dan € 50.000,00.
Cliënten willen voorstellen om een afbetalingsregeling te treffen. Zij bieden aan om ineens een bedrag van € 20.000,00 te betalen tegen finale kwijting over en weer. Dit bedrag ad € 20.000,00 kunnen zij betalen op het moment dat de huisbankier een hypothecaire lening verstrekt op de eigen woning. (...)”
6.1.18.[geïntimeerde] heeft [appellant] bij e-mail van 27 april 2011 onder meer als volgt bericht:
“(...) Hierbij kom ik terug op onze bespreking van gisteren, dinsdag 26 april 2011.
Ik adviseerde U (...) om niet in cassatie te gaan. (...)
Overigens schat ik ook in dat U weinig kans maakt omdat wij niet tot bewijs hebben kunnen komen dat U geen gegevensdragers hebt gehad waarover de nodige belastingen zijn geheven. Dit houdt dus in dat U in feite verkeerd bent. (...)”
6.1.19.De gemachtigde van Thuiskopie bericht [appellant] bij brief van 22 augustus 2011, voor zover hier van belang, als volgt:
“(...) Van onze advocaat heb ik begrepen dat onderhandelingen naar aanleiding van haar laatste brief van 26 juli 2011 aan uw advocaat helaas niet tot stand zijn gekomen. Wij overwegen nu dan ook om de executie van het arrest van 29 maart 2011 voort te zetten en het beslagen pand aan de [adres] openbaar te verkopen. (...) ben ik bereid–u - ter afwending van deze verkoop - het volgende voorstel te doen:
U betaalt aan Stichting de Thuiskopie uiterlijk op 15 september 2011 een bedrag van € 50.000.-, bestaande uit verbeurde dwangsommen en de door Stichting de Thuiskopie gemaakte kosten in hoger beroep. (...) bent u gekweten van (...) verbeurde dwangsommen (in totaal € 120.000,-) en de kostenveroordeling. Voorts zal na betaling (...) het beslag op het pand aan de [adres] worden opgeheven.”
6.1.20.[appellant] bericht [geïntimeerde] in een e-mail van 23 augustus 2011 onder meer als volgt:
“Brief voorstel. Vertel dat we nergens een lening krijgen ivm BKR en ons huwelijk al op de klippen staat en dat we proberen om 20.000 bij de Rabobank te lenen.
En bij aanhouden 50.000 = voorzieningen rechterzaak zal worden!!! (...)
De verbeurde dwangsommen staan in het niet t.o. de “overtreding” De zaak (Microtech) een te kleine zaak is om zulke hoeveelheden datadragers te kunnen verkopen, en niet in staat zijn een accountants-onderzoek te starten wegens de extreem hoge kosten daaraan verbonden.
En jij ons daarvan afgeraden hebt, bovendien (...).”
6.1.21.Bij brief van 15 september 2011 bericht de advocate van Thuiskopie [geïntimeerde] , voor zover hier van belang, als volgt:
“(...) Voor de volledigheid zend ik u hierbij een brief van Stichting de Thuiskopie aan de heer [appellant] van 22 augustus 2011 met daarin een schikkingsvoorstel aan [appellant] . Stichting de Thuiskopie heeft hier geen reactie op gekregen. Omdat dus noch met u noch met [appellant] daadwerkelijke schikkingsonderhandelingen tot stand zijn gekomen, is het geduld van Stichting de Thuiskopie inmiddels op. (...)”
6.1.22.[appellant] bericht [geïntimeerde] in een e-mail van 17 september 2011 onder meer als volgt:
“(...) Dat ik nergens kan lenen, en dat 50 mille veel te overdreven zou zijn: staat niet in verhouding met het werkelijke verkocht aantal datadragers, dat ik geen inkomen meer heb als het pand “weg” is en dan naar de soc. dienst moet !
(...) mijn vrouw me de schuld geeft dat ik toen de 7 mille niet heb betaald. Het was toen ook al zo dat ik die al niet kon betalen en het probleem probeerde voor me uit te schuiven (...).
(…) geheel geruïneerd door een wet waar ik niet eens van af wist. (...)”
6.1.23.In een e-mail van 24 oktober 2011 bericht de advocaat van Thuiskopie [geïntimeerde] onder meer als volgt:
“(...)
Niettemin is Stichting de Thuiskopie coulancehalve bereid het volgende voorstel te doen (...):
- [appellant] krijgt drie maanden de tijd om zijn pand (...) te verkopen. Uit de opbrengst daarvan betaalt hij (...) € 50.000 aan Stichting de Thuiskopie in verband met verbeurde dwangsommen (...)
- Indien [appellant] niet binnen 3 maanden mocht slagen in bovenstaande verkoop, dan zal Stichting de Thuiskopie over gaan tot openbare veiling van het pand in welk geval zij – indien [appellant] zich tegen deze veiling niet verzet en zich bij de uitkomst van de procedure neerlegt – bereid is genoegen te nemen met een bedrag van € 70.000 aan verbeurde dwangsommen uit de verkoopopbrengst, te vermeerderen met de kosten van openbare verkoop die Stichting de Thuiskopie in dat geval moet maken.
Gaarne verneem ik binnen 7 dagen na heden van u of [appellant] met bovenstaand voorstel instemt, (...)”
6.1.24.[appellant] bericht [geïntimeerde] in een e-mail van 27 oktober 2011 onder meer als volgt:
“(...) Vertel haar maar dat iker voor ga, de bodem-procedure met kort geding, maar nu nog niet * zie tactiek (...)
Tactiek:
Lijkt me zo dat we gewoon zog. proberen het huis binnen 3 maanden te verkopen, en dan alsnog de procedure op te starten, dan heb ik het geld bij elkaar door verkoop van de auto’s. Ik vecht voor mijn oudedagsreserve !! (...)”
6.1.25.[appellant] bericht [geïntimeerde] bij e-mail van 8 november 2011 onder meer als volgt:
“(...) Ik neem aan dat het huis dan toch niet verkocht raakt, en dat we die shit onredelijke 50.000 dan ook niet hoeven neer te tellen. Immers hebben die gasten al 14 mille bij de oren (ook al niet eerlijk). (...)”
6.1.26.[geïntimeerde] heeft Thuiskopie bij brief van 8 november 2011 als volgt bericht:
“(...) Inmiddels heb ik overleg gehad met de heer [appellant] en kan ik U berichten dat hij instemt met Uw voorstel om zijn pand gedurende drie maanden te koop te zetten. Uit de verkoopopbrengst zal hij aan Stichting De Thuiskopie € 50.000,00 voldoen. (...)”
6.1.27.[appellant] bericht [geïntimeerde] bij e-mail van 9 november 2011 als volgt:
“(...)Weet je wat, ga die vrouw eens vertellen dat die 50.000 wel eens voldoende moet zijn (...) die schweinebande. Gratis en voor niks ontvangen die zoveel geld van een arme sloeber (...) Ga ik niet mee accoord dan maar langslepende procedure. Al hou ik straks niks meer over !!!”
6.1.28.In een e-mail van 11 november 2011 (10:42) bericht [geïntimeerde] [appellant] , onder meer, als volgt:
“(...) Bijgaand zend ik U een afschrift van het e-mailbericht van de advocaat van de wederpartij.
Met klem adviseer ik U in te stemmen met dit voorstel. Zoals ik U aan heb gegeven kunt U een procedure voeren, maar schat ik de slagingskansen erg laag in. Om nog grotere schade te voorkomen adviseer ik U dan ook om in te stemmen met dit voorstel. (...)”
6.1.29.[appellant] reageert vervolgens hierop in een e-mail van 11 november 2011 (11.56) onder meer als volgt:
“(...) Ik ben noodgedwongen HUN optie’s te nemen?
Ik kan toch ook wel iets eisen, het is tenslotte mijn (ons) leven (...)Voor maar 7000 euro !!!”
Bij e-mail van diezelfde datum (13.29) schrijft [appellant] onder meer het navolgende:
“(...) Ik kan nog steeds die 50.000 euro BOETE niet versmachten.
Waanzin gewoon; ook al weet ik dat ik slappe papieren heb (...)”
6.1.30.Bij brief van 25 april 2012 heeft [appellant] een klacht tegen [geïntimeerde] ingediend bij de Raad van Discipline.
6.1.31.De Raad van Discipline heeft bij beslissing van 8 april 2013 de klachtonderdelen (groten)deels gegrond verklaard en de maatregel van voorwaardelijke schorsing in de uitoefening van de praktijk voor de duur van twee weken met een proeftijd van twee jaren opgelegd.
6.1.32.Het Hof van Discipline heeft de beslissing van de Raad van Discipline bij beslissing van 10 januari 2014 grotendeels bekrachtigd.
6.1.33.[appellant] heeft [geïntimeerde] bij brief van 12 februari 2014, onder verwijzing naar de beslissing van het Hof van Discipline, bericht dat [geïntimeerde] volgens hem is tekortgeschoten, althans onrechtmatig heeft gehandeld, en heeft hem aansprakelijk gesteld voor de door hem als gevolg daarvan geleden en nog te lijden schade.
De procedure bij de rechtbank
6.2.1.In de onderhavige procedure heeft [appellant] in eerste aanleg – samengevat – gevorderd, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
- een verklaring voor recht dat [geïntimeerde] toerekenbaar tekort is geschoten in de uitvoering van de overeenkomst en derhalve aansprakelijk is voor de door [appellant] geleden en nog te lijden schade;
[geïntimeerde] te veroordelen:
- om aan [appellant] te betalen, ter zake kosten en schade: een vergoeding nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 12 februari 2014, althans de dag der betekening van de dagvaarding, tot de dag der algehele voldoening.;
- in de kosten van het geding;
- in de nakosten, eventueel vermeerderd met de wettelijke rente.
6.2.2.Aan deze vordering heeft [appellant] , kort samengevat, het volgende ten grondslag gelegd. [appellant] verwijt [geïntimeerde] dat hij zijn zorgplicht als advocaat heeft geschonden en stelt als gevolg hiervan schade te hebben geleden. [appellant] vordert vergoeding van deze schade, nog nader op te maken bij staat, primair op grond van tekortkoming in de nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst van opdracht, subsidiair op grond van onrechtmatige daad.
6.2.3.[geïntimeerde] heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Dat verweer zal, voor zover in hoger beroep van belang, in het navolgende aan de orde komen.
6.2.4.In het eindvonnis van 22 april 2020 heeft de rechtbank de vorderingen van [appellant] afgewezen en hem in de proceskosten veroordeeld.
De procedure in hoger beroep