ECLI:NL:GHSHE:2022:3932

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
15 november 2022
Publicatiedatum
15 november 2022
Zaaknummer
20-001985-21
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens intrekking door verdachte

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 15 november 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte, die eerder door de rechtbank Limburg was veroordeeld. De verdachte was in eerste aanleg vrijgesproken van bepaalde tenlasteleggingen, maar was wel veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaren voor mensenhandel. Na het instellen van hoger beroep op 10 augustus 2021, heeft de verdediging op 11 oktober 2022 verzocht om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in zijn hoger beroep, omdat hij dit niet wenste voort te zetten. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die eveneens vroeg om niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep. Het hof heeft vastgesteld dat de inhoudelijke behandeling van de zaak nog niet was aangevangen en dat de verdachte zijn bezwaren tegen het vonnis in eerste aanleg niet handhaaft. Gezien het feit dat er geen belang meer was bij een behandeling van het hoger beroep, heeft het hof besloten het hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren, conform artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

Uitspraak

Parketnummer : 20-001985-21
Uitspraak : 15 november 2022
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 4 augustus 2021 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 03-700013-20, 03-700442-18 en 03-866008-20, tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1984,
wonende te [adres] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte vrijgesproken van het in de zaak met parketnummer 03-700442-18 onder 6 tenlastegelegde en het in de zaak met parketnummer 03-866008-20 tenlastegelegde.
De verdachte is in de zaak met parketnummer 03-700442-18 ter zake van:
mensenhandel;
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels;
afpersing;
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels,
en het in de zaak met parketnummer 03-700013-20 tenlastegelegde ter zake van mensenhandel,
veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren, met aftrek van voorarrest. Voorts heeft de rechtbank beslist op de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde] , [benadeelde] en [benadeelde] .
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
De verdediging heeft het hof bij e-mailbericht d.d. 11 oktober 2022 verzocht de verdachte alsnog niet-ontvankelijk te verklaren in zijn hoger beroep, omdat hij het hoger beroep bij nader inzien niet wenst voort te zetten.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte niet-ontvankelijk zal verklaren in het hoger beroep.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Namens de verdachte is op 10 augustus 2021 hoger beroep ingesteld. Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep heeft een aanvang genomen door het uitroepen van de zaak op de terechtzitting van 4 januari 2022, welke zitting het karakter van een pro forma zitting had. Ook op de daarna gevolgde terechtzittingen is het hof niet aan een inhoudelijke behandeling van de zaak toegekomen.
Nu de inhoudelijke behandeling van de zaak nog niet is aangevangen en namens de verdachte te kennen is gegeven dat hij zijn hoger beroep niet wenst voort zetten en het hof aldus begrijpt dat de verdachte zijn bezwaren tegen het vonnis in eerste aanleg niet handhaaft, zal het hof, omdat het belang van de verdachte noch enig ander rechtens te beschermen belang gediend is met een behandeling van het hoger beroep, toepassing geven aan het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering en het door de verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk verklaren.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart het door de verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus gewezen door:
mr. A.J.M. van Gink, voorzitter,
mr. S. Riemens en mr. A.C. Bosch, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. H.M. Vos, griffier,
en op 15 november 2022 ter openbare terechtzitting uitgesproken.