3.3Het oordeel van de rechtbank
Inleiding
Aan de verdachte zijn verschillende strafbare feiten ten laste gelegd. De rechtbank komt ten aanzien van de meeste feiten tot een bewezenverklaring en zal daarom eerst per parketnummer de gebruikte bewijsmiddelen weergeven. Vervolgens zal de rechtbank, waar nodig, ingaan op de verweren van de verdediging. Ook zal de rechtbank overwegen waarom de verdachte van een aantal feiten, te weten de stalking van [slachtoffer 6] en de bedreiging van [slachtoffer 4] , wordt vrijgesproken.
in de zaak met parketnummer 03/700442-18:
Aanleiding onderzoek: de verklaring van [slachtoffer 1]
Op 3 december 2018 heeft [slachtoffer 1] zich op het politiebureau gemeld om aangifte te doen tegen de verdachte.is bekend met alcoholmisbruik en is minderbegaafd.Zij heeft vanaf begin 2017 tot eind 2018 gewoond aan de [adres 2] te Heerlen.Zij heeft verklaard dat zij de verdachte in 2017 heeft leren kennen en een relatie met hem heeft gekregen. Ze wist niet dat hij een vrouw en een kind heeft. De verdachte heeft haar op enig moment gedwongen om haar bankpas af te staan en om haar pincode en de inlogcode van haar bankrekening aan hem te verstrekken. Toen [slachtoffer 1] de bankpas en codes niet aan de verdachte wilde geven, greep de verdachte haar bij haar keel en duwde hij haar keel dicht. [slachtoffer 1] was hierdoor zo bang dat ze haar bankpas en codes aan de verdachte heeft gegeven. [slachtoffer 1] heeft verklaard dat de verdachte ook betalingen heeft verricht vanaf haar bankrekening.De verdachte gaf aan dat hij met [slachtoffer 1] wilde gaan samenwonen, maar daarvoor moest hij wel eerst zijn schulden van zijn huis in Maastricht afbetalen.Van een huis in Maastricht van verdachte was echter geen sprake.
[slachtoffer 1] verklaarde verder dat de verdachte haar heeft gedwongen seksfoto’s te laten maken. Ze is met de verdachte naar ene [naam 1] gegaan en daar zijn naaktfoto’s en filmpjes van [slachtoffer 1] gemaakt terwijl zij seks moest hebben met een vreemde man. De verdachte heeft ook een seksadvertentie op de websites [internetsite 1] en [internetsite 2] geplaatst, waarin
[slachtoffer 1] aanbood om seks tegen betaling te hebben. De verdachte onderhield het contact met de klanten, bepaalde de prijzen en maakte de afspraken voor [slachtoffer 1] . Als [slachtoffer 1] klanten ontving in haar woning, wachtte de verdachte in de slaapkamer of in de auto voor de deur van de woning van [slachtoffer 1] . [slachtoffer 1] ontving bijna elke avond klanten, ook in het weekend, soms wel 10 klanten op één avond. Het verdiende geld moest [slachtoffer 1] geheel afstaan aan de verdachte. Als [slachtoffer 1] een deel van het geld probeerde achter te houden en de verdachte kwam hierachter, werd hij boos en begon hij te schelden. Ook heeft de verdachte een camera geplaatst in de woonkamer van [slachtoffer 1] waarmee hij haar filmde terwijl zij seks had met mannen. Als [slachtoffer 1] zei dat ze geen seks met mannen wilde, werd de verdachte boos. De verdachte heeft [slachtoffer 1] bij haar keel gepakt en met platte hand in het gezicht geslagen. Ook heeft hij haar bril van haar neus gepakt en met spullen gegooid. Een week voor de aangifte had de verdachte gedreigd om seksfoto’s van [slachtoffer 1] openbaar te maken als zij aangifte tegen hem zou doen. [slachtoffer 1] is bang voor de verdachte. Ze voelde zich door hem gedwongen om als prostituee te werken.
[slachtoffer 1] heeft de verdachte leren kennen via [slachtoffer 2] . [slachtoffer 1] heeft van november 2016 tot begin 2017 bij [slachtoffer 2] ingewoond. [slachtoffer 2] dacht dat zij een relatie met de verdachte had, maar de verdachte wilde liever een relatie met [slachtoffer 1] . De verdachte wilde uiteindelijk ook met haar ( [slachtoffer 1] ) gaan samenwonen, aldus [slachtoffer 1] . [slachtoffer 1] was verliefd op de verdachte, die in het begin heel lief voor haar was. Ze had echt het gevoel een relatie met hem te hebben, hoewel hij heel dwingend was.
[slachtoffer 1] is een keer met de verdachte naar de woning van [slachtoffer 2] gegaan om de televisie van [slachtoffer 2] weg te nemen. De verdachte had een sleutel van de woning van [slachtoffer 2] en hij heeft de televisie van [slachtoffer 2] meegenomen, omdat hij er, naar eigen zeggen, recht op had.
Ook is [slachtoffer 1] een keer met de verdachte, een collega van haar ( [naam 3] ) en een zekere [naam 4] naar een adres in Heerlen gegaan om een televisie uit de woning van [slachtoffer 3] te halen. De verdachte had gezegd dat de televisie van hem was en dat hij deze moest ophalen. [slachtoffer 1] is samen met [naam 4] de woning binnengegaan om de televisie te pakken terwijl de verdachte en [naam 3] in de auto wachtten. De verdachte heeft deze televisie mee naar huis genomen.
De verklaring van [slachtoffer 2]
Uit het politiesysteem is gebleken dat [naam 2] op 4 juni 2017 aangifte heeft gedaan namens haar zwakbegaafde zus [slachtoffer 2] . Zij vertelt onder meer dat de verdachte zegt dat hij bij de ambulancedienst werkt. Ze vertelt dat haar zus dacht dat ze nu een leuke vriend had en verkering met hem had. Ze vertelt ook dat haar zus, door haar beperking, vaak de weg van de minste weerstand kiest.had de verdachte in het najaar van 2016 leren kennen via een datingsite en vervolgens een relatie met hem gehad van december 2016 tot mei 2017. Hierna kreeg de verdachte een relatie met [slachtoffer 1] . [slachtoffer 2] moest geld aan de verdachte afstaan en als ze geen geld gaf, werd de verdachte boos. De verdachte heeft haar ook met platte hand in het gezicht geslagen en bedreigd. Zo zei hij dat hij [slachtoffer 2] ging slaan als ze de verdachte geen geld gaf en zei hij: "Je moet me geld geven anders heb je een vet probleem. Ik zorg dat ze je op straat zetten. Ik zorg dat je geen huisje en geen baan meer hebt. Als je nou niet luistert ga ik je helemaal naakt op internet zetten".
[slachtoffer 2] heeft verder verklaard dat de televisie uit haar woning in Heerlen is weggenomen door [slachtoffer 1] samen met een man. Twee dagen voor de diefstal heeft de verdachte [slachtoffer 2] gebeld en gezegd dat hij haar televisie wilde kopen.
De verklaring van [slachtoffer 3]
heeft aangifte gedaan van diefstal van haar televisie, een Samsung ultra HD4K televisie, uit haar woning in Heerlen. Deze diefstal zou gepleegd zijn tussen 15 maart en 19 maart 2018. Er waren geen braaksporen zichtbaar aan de woning van [slachtoffer 3] . Wel ontdekte [slachtoffer 3] dat ze een voordeursleutel van de reservesleutelbos miste. [slachtoffer 3] kon zich herinneren dat haar ex-vriend, de verdachte, enkele maanden daarvoor in haar woning was geweest en dat ze toen hoorde dat hij met haar reservesleutelbos aan het rommelen was. Op 18 maart 2018 vroeg de verdachte haar nog of zij haar televisie en PlayStation aan hem wilde verkopen.
[slachtoffer 3] heeft verder verklaard dat de verdachte, die ambulancechauffeur was, klanten regelde voor [slachtoffer 1] . Als [slachtoffer 1] geen zin meer had in seksafspraken, dan haalde de verdachte haar over om nog een paar klanten af te werken. [slachtoffer 3] heeft een paar keer bij de verdachte in de auto gezeten terwijl hij klanten regelde voor [slachtoffer 1] . De verdachte heeft [slachtoffer 3] ook wel eens geld laten zien als hij terugkwam van [slachtoffer 1] .
Overige bewijsmiddelen
Op de telefoon van de verdachte werd een notitie aangetroffen met gegevens van
[slachtoffer 1] , waaronder haar bankrekeningnummer en pincodes.
Op de telefoon waarmee de verdachte de seksafspraken voor [slachtoffer 1] regelde,werden meerdere foto’s aangetroffen van een vrouw, die op een aantal foto’s door verbalisanten wordt herkend als [slachtoffer 1] , die seksuele handelingen verrichtte met andere personen. Deze foto’s waren gemaakt in de periode 30 november 2017 tot en met
27 maart 2018 en betroffen vermoedelijk foto’s gemaakt met een webcam.
Met dit telefoontoestel zijn in de periode van 2 juli 2018 tot en met 4 november 2018 456 chatgesprekken gevoerd, die bijna allemaal gingen over het maken van seksafspraken tegen betaling.
Uit politieonderzoek is gebleken dat de verdachte in de periode van 10 juli 2018 tot en met
1 november 2018 een bedrag van € 1.475,07 van de bankafrekening van [slachtoffer 1] heeft gehaald door te pinnen, danwel door overschrijvingen.
Op 18 december 2018 is een (nieuwe) seksadvertentie van [slachtoffer 1] aangetroffen op de website [internetsite 1] .
De toenmalige vriendin van de verdachte, [slachtoffer 6] , heeft op 22 december 2018 twee bankpassen op naam van [slachtoffer 1] aan de politie overhandigd. Deze bankpassen had zij gevonden in de woning waar zij samen met de verdachte woonde.
De verdachte is op 21 december 2018 aangehouden, waarna zijn woning is doorzocht. In de woning van de verdachte werd in de woonkamer een Samsung Smart TV in beslag genomen en in de kinderslaapkamer een Philips Smart TV.
Verklaring van de verdachte ter terechtzitting
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij [slachtoffer 2] eind 2016 heeft leren kennen. Hij zag dat er iets met [slachtoffer 2] aan de hand was. De verdachte kwam steeds vaker bij [slachtoffer 2] en hij heeft ook wel eens geld van [slachtoffer 2] gekregen. De verdachte kan zich voorstellen dat [slachtoffer 2] zich gedwongen voelde om geld aan hem te geven. Via [slachtoffer 2] leerde de verdachte [slachtoffer 1] kennen. De verdachte kwam vaker bij [slachtoffer 1] en hij heeft een seksadvertentie voor haar gemaakt en op [internetsite 2] geplaatst. Ook is de verdachte het contact met klanten gaan regelen en onderhouden voor [slachtoffer 1] . De verdachte kan zich voorstellen dat hij dwingend overkwam op [slachtoffer 1] wanneer zij aangaf dat zij geen klanten meer wilde ontvangen: de verdachte wilde immers dat de reeds geplande afspraken met klanten doorgingen. De verdachte heeft ook wel eens gedreigd met het openbaar maken van foto’s van [slachtoffer 1] als zij niet meer wilde werken in de prostitutie. De verdachte heeft profijt gehad van de prostitutiewerkzaamheden van [slachtoffer 1] , want hij ontving ook geld dat [slachtoffer 1] verdiend had. Wanneer [slachtoffer 1] klanten ontving, wachtte de verdachte in zijn auto voor de flatwoning van [slachtoffer 1] . In de woonkamer van [slachtoffer 1] stond een camera die automatisch foto’s maakte. Deze foto’s ontving de verdachte op zijn telefoon, zodat hij kon zien wat er in de woning van [slachtoffer 1] gebeurde. Als de verdachte er niet was, verdiende [slachtoffer 1] niets. De verdachte heeft ook aan [slachtoffer 1] aanwijzingen gegeven over hoe zij moest poseren op de seksueel getinte foto’s. De verdachte is met [slachtoffer 1] naar [naam 1] / [naam 1] geweest om seksueel getinte foto’s van haar te maken.
De verdachte heeft ook wel eens geld van de rekening van [slachtoffer 1] gepind, terwijl dit niet mocht. Zo heeft hij een keer twee bioscoopkaartjes gekocht met de pinpas van [slachtoffer 1] . Van de rekening van [slachtoffer 1] heeft de verdachte ook wel eens rekeningen van hemzelf betaald en de verdachte heeft tegen [slachtoffer 1] gezegd dat ze haar huurtermijnen aan hem moest geven. De verdachte heeft verder verklaard dat hij in het bezit is geweest van de bankpas en bijbehorende pin- en inlogcode van [slachtoffer 1] .
Verder heeft de verdachte verklaard dat de televisie die op de slaapkamer van zijn stiefdochter is aangetroffen, de televisie van [slachtoffer 2] was en dat de televisie die in zijn woonkamer werd aangetroffen, de televisie van [slachtoffer 3] was. [slachtoffer 1] heeft de televisie uit de woning van [slachtoffer 3] gehaald, terwijl de verdachte wachtte in de auto.
Bewijsoverwegingen
Op grond van de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen acht de rechtbank de feiten 1 tot en met 5 bewezen (de seksuele uitbuiting van [slachtoffer 1] , de diefstal van in ieder geval
€ 1.475,07 van [slachtoffer 1] , de diefstal van de televisie van [slachtoffer 2] , de afpersing van geld van [slachtoffer 2] en de diefstal van de televisie van [slachtoffer 3] ). De rechtbank overweegt ten aanzien van het bewijs het volgende.
Onder feit 1 wordt aan de verdachte verweten dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de seksuele uitbuiting van [slachtoffer 1] (mensenhandel). Het verwijt is in de tenlastelegging opgesplitst in specifieke verwijten, die in het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) worden beschreven in artikel 273f, eerste lid, onder 1⁰, 4⁰, 6⁰ en 9⁰. De rechtbank acht de seksuele uitbuiting op al deze onderdelen bewezen. De verdachte heeft dit ook in grote lijnen bekend. Zo heeft hij bekend dat hij [slachtoffer 1] heeft geworven om zich beschikbaar te stellen als prostituee (sub 1⁰), dat [slachtoffer 1] door zijn toedoen klanten heeft ontvangen (sub 4⁰), dat [slachtoffer 1] haar opbrengsten aan hem moest afstaan (sub 6⁰) en dat hij hierdoor voordeel heeft getrokken uit de prostitutiewerkzaamheden van [slachtoffer 1] (sub 9⁰).
Voor een veroordeling voor mensenhandel is verder vereist dat de verdachte gebruik heeft gemaakt van een specifiek in artikel 273f, lid 1, sub 1⁰ Sr genoemd dwangmiddel. De verdachte heeft verklaard dat hij zich kan voorstellen dat [slachtoffer 1] zich door hem gedwongen voelde om als prostituee te werken en dat hij haar ook heeft bedreigd. Aan het vereiste van gebruik van een dwangmiddel is dan ook voldaan. Daarnaast volgt uit het dossier dat de verdachte [slachtoffer 1] heeft misleid (hij hield haar immers voor dat zij zouden gaan samenwonen als zij voldoende geld zou hebben verdiend) en dat hij misbruik heeft gemaakt van haar kwetsbare positie. Daarbij is de rechtbank -anders dan de verdediging heeft betoogd- van oordeel dat de verdachte eveneens geweld heeft uitgeoefend om zijn doel te bereiken. [slachtoffer 1] heeft hierover verklaard dat de verdachte haar meerdere keren heeft geslagen en bij haar keel heeft gegrepen. De rechtbank ziet geen reden om aan de juistheid van deze verklaring van [slachtoffer 1] te twijfelen. Deze verklaring vindt op dit punt namelijk ook steun in andere bewijsmiddelen. Zo verklaart aangeefster [slachtoffer 2] over soortgelijk geweld dat de verdachte jegens haar uitgeoefend heeft toen zij niet deed wat de verdachte wilde. De verdachte wordt dus kennelijk fysiek agressief als hij zijn zin niet krijgt. Gelet op de onderliggende samenhang tussen de verklaring van [slachtoffer 1] en de verklaring van [slachtoffer 2] , acht de rechtbank bewezen dat de verdachte geweld tegen hen heeft gebruikt.
Uit het dossier is niet gebleken vanaf welke datum de verdachte [slachtoffer 1] heeft geworven om in de prostitutie te gaan werken en tot welke datum [slachtoffer 1] prostitutiewerkzaamheden heeft verricht. Uit het dossier blijkt echter wel dat [slachtoffer 1] en de verdachte elkaar begin 2017 hebben leren kennen en dat zij vlak voor de aanhouding van de verdachte nog steeds contact hadden. De rechtbank hanteert daarom bij feit 1 als pleegperiode de periode van 1 januari 2017 tot aan de aanhouding op 21 december 2018. Dat, zoals de raadsman heeft betoogd, de feitelijke seksuele handelingen pas later in 2017 zijn gestart, doet hieraan niet af. Immers voor een bewezenverklaring van het werven is niet relevant of er al daadwerkelijk seksuele handelingen plaatsvinden. Het werven gaat hier namelijk aan vooraf en is naar het oordeel van de rechtbank vrijwel direct gestart toen de verdachte [slachtoffer 1] heeft leren kennen.
Door geld van de bankrekening van [slachtoffer 1] over te boeken naar zijn eigen rekening en met de bankpas van [slachtoffer 1] betalingen te verrichten die aan hemzelf ten goede kwamen, heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan diefstal door middel van een valse sleutel (feit 2). De rechtbank volgt het verweer van de verdediging – dat bij de aanschaf van goederen met geld van een ander geen sprake is van diefstal van geld – op dit punt niet. Aan de betaling van goederen met andermans geld (zonder diens toestemming) gaat immers noodzakelijkerwijs de wederrechtelijke toe-eigening van dat geld vooraf.
Partiële vrijspraak feit 4 (afpersing [slachtoffer 2] )
Van feit 4 zal de rechtbank de verdachte gedeeltelijk vrijspreken. De rechtbank kan namelijk niet vaststellen dat de verdachte geweld heeft gebruikt of heeft gedreigd met geweld om de iPhone en iMac van [slachtoffer 2] te ontvangen, zodat ten aanzien van deze goederen geen sprake was van afpersing. Ten aanzien van het geld is dit echter anders. Dit acht de rechtbank, gelet op de verklaring van [slachtoffer 2] en de verklaring van verdachte ter terechtzitting, bewezen.
Vrijspraak feit 6 (bedreiging [slachtoffer 4] )
Aan de verdachte wordt onder feit 6 verweten dat hij [slachtoffer 4] heeft bedreigd door het sturen van tekstberichten en door haar te bellen en mondeling dreigende teksten te uiten. De rechtbank komt niet tot een bewezenverklaring. Daartoe overweegt de rechtbank het volgende.
Uit het dossier kan -hoewel verdachte dit ontkent- zonder meer worden vastgesteld dat het in de tenlastelegging genoemde dreigende tekstbericht “zodra ik tijd heb verbouw ik jou en die salon van jou” is verstuurd door de verdachte. Dit tekstbericht is echter van 19 september 2018 en valt dus buiten de ten laste gelegde periode. Dit geldt overigens ook voor de overige bedreigende tekstberichten, die alle dateren van 11 september 2018 en later. De rechtbank kan niet vaststellen wanneer de telefonische bedreiging met de tekst "Ben je in de zaak aanwezig? Dan kom ik de Salon in brand steken en ik vermink jou en je dochtertje met zwavelvuur, je kunt je dochtertje toch niet binnen houden" door de verdachte is geuit.
Omdat de rechtbank gebonden is aan de tenlastelegging die door de officier van justitie is uitgebracht en niet ter terechtzitting gevorderd is dat die tenlastelegging op dit punt wordt gewijzigd, moet de rechtbank de verdachte vrijspreken van dit feit.
in de zaak met parketnummer 03/700013-20:
Aanleiding onderzoek: de verklaring van [naam 6]
Op 29 april 2020 ontving de politie een melding van [naam 6] dat haar zus, [slachtoffer 5] , hierna te noemen [slachtoffer 5] , zou worden aangezet tot prostitutie. [slachtoffer 5] is zwakbegaafd, heeft de denkwijze van een 12 à 13-jarige en een IQ van 67/69.Ook heeft [slachtoffer 5] een alcoholverslaving.[slachtoffer 5] zou sinds twee maanden contact hebben met een man, die in haar telefoon staat als ‘ [naam 7] ’. Deze [naam 7] gebruikt op Whatsapp een profielfoto waarin hij te zien is in een ambulance-uniform. Vanaf 17 april 2020 zou er een naaktfoto van [slachtoffer 5] geplaatst zijn op de sekssite [internetsite 2] .
Op 30 april 2020 werd de seksadvertentie van [slachtoffer 5] aangetroffen op [internetsite 2] . In de advertentie werd de naam [naam 8] gebruikt. Het telefoonnummer dat in de advertentie werd gebruikt, was [telefoonnummer 1] .De advertentie was aangemaakt op 17 april 2020.
Verklaring [slachtoffer 5]
, wonende te Sittard, heeft verklaard dat zij de verdachte heeft leren kennen via de datingapp “ [naam 9] ”. De verdachte was werkzaam als ambulancebroeder. De verdachte heeft aan [slachtoffer 5] gevraagd of ze hem wilde helpen met het maken van sexy foto’s van hem, zodat hij een seksadvertentie van zichzelf op internet kon plaatsen. [slachtoffer 5] wilde dit niet, maar ze heeft zich laten overhalen om de verdachte hiermee te helpen. Toen de verdachte bij haar was had hij whisky meegebracht en wilde hij met [slachtoffer 5] samen seksueel getinte foto’s maken. De verdachte heeft seksueel getinte foto’s gemaakt van [slachtoffer 5] alleen en van hen samen. [slachtoffer 5] zei tegen de verdachte dat ze niet wilde dat haar foto op een sekssite terecht zou komen. Uiteindelijk bleek dat de verdachte de foto’s van [slachtoffer 5] wel op een sekssite had gezet. De verdachte zei dat hij wilde dat [slachtoffer 5] cardates ging doen, want hij had klanten voor haar. Hij zei haar dat ze de opbrengst zouden delen. De verdachte had contact met mogelijke klanten voor [slachtoffer 5] . [slachtoffer 5] heeft geen seksafspraken gehad, maar voelde zich door de verdachte wel gedwongen om in de prostitutie te gaan werken. Als [slachtoffer 5] niet deed wat de verdachte wilde, zou hij haar in de steek laten. Hierdoor voelde [slachtoffer 5] zich gedwongen om datgene te doen wat de verdachte wilde. Er heeft ook een klant bij haar woning aangebeld, maar [slachtoffer 5] heeft de deur toen niet geopend.
Telefoongegevens
[naam 6] heeft een deel van een Whatsapp-gesprek van 28 en 29 april 2020 tussen [slachtoffer 5] en [naam 7] gekopieerd van de telefoon van [slachtoffer 5] . Het nummer van [naam 7] was
[telefoonnummer 2] .Uit het Whatsapp-gesprek tussen [slachtoffer 5] en [naam 7] blijkt het volgende:
28-04-20 15:12 uur – [naam 7] : Veel mensen vragen of je vandaag cardate doet?
28-04-20 15:15 uur – [slachtoffer 5] : Mensen? Wie bedoelje mannen?
28-04-20 15:15 uur – [naam 7] : Ja (..) Wil je dat vandaag doen?
28-04-20 15:16 uur – [slachtoffer 5] : Waarom hahaha zucht (..) En dan car date en moet ik terug naar tempelplein kan je niet mee voir bescherming (..) En hoeveel voor my hoeveel voor you vandaag
28-04-20 15:21 – [naam 7] : Hier op de parkeerplaats is bescherming (..) Helft voor jou helft voor mij (..) Ik spaar mijn gedeelte voor jou voor een plaats. Voor huur enzo. (..)
28-04-20 15:22 uur – [slachtoffer 5] : By t.m.plein? Hoelaat? (..) Okey dus neem niks mee naar huis? (..)
28-04-20 15:22 uur – [naam 7] : Kan bij tm plein. Ik kan ook naar jou komen. Dan wachten we bij jou op de klant en dan laat ik hem bij Fairplay komen.
De verdachte maakt gebruik van het telefoonnummer [telefoonnummer 2] .
Met dit telefoonnummer zijn onder meer de volgende berichten naar [slachtoffer 5] gestuurd:
Op 18 april 2020: “Je bent niet serieus. Op hey moment dat ik klanten geregeld heb dan haak je weer af.
Op 20 april 2020: “Bel of app me op dit nummer [telefoonnummer 1] ”.
Op 23 april 2020: “Hij wacht nog 15 minuten. Als je niet komt dan zeg je je broer echt maar af want dan geloof ik jullie niet meer. Je zei dat je hierheen zou komen. Als er iets is kunnen we erover praten maar de klant hoeft daar niet de dupe van te worden” en “Jij bent alleen op alcohol uit (..) ik ga mij focussen op dames die wel de moeite waard zijn en weten hoe het moet. Zo’n amateur als jij kn het toch niet”.
Op de telefoon van de verdachte werden verder 20 seksueel getinte afbeeldingen gevonden van hem en [slachtoffer 5] .
Op de telefoon van de verdachte werd ook een spraakbericht van de verdachte gevonden aan “ [naam 10] ” van 19 april 2020 met de volgende inhoud: “ik had die [naam 11] al een paar keer gevraagd of zij wat extra foto’s kon maken, al waren het selfies, want de klant wilde meer foto’s maar ze had iedere keer een andere reden, dan moest ze koken, dan had ze ineens onverwachts bezoek. Dus ik vind het zo wie zo een beetje stroef en moeilijk gaan met haar”.
De vader van de verdachte heeft op 4 juni 2020 twee telefoons aan de politie overhandigd die hij had gevonden tussen de spullen van de verdachte. Op een van de telefoons werden 77 chatgesprekken aangetroffen uit de periode 17 april 2020 tot en met 29 april 2020 waarin onder andere werd gesproken over een advertentie op [internetsite 2] onder de naam ‘ [naam 8] ’ en het maken van seksafspraken, veelal voor cardates in de omgeving van het Tempelplein in Sittard. In één van de chatgesprekken werd de klant verwezen naar het adres [adres 1] in Sittard, zijnde het adres van [slachtoffer 5] .
Ook werd op de telefoon een chatgesprek aangetroffen met [slachtoffer 5] , waarin het volgende aan [slachtoffer 5] werd medegedeeld:
Op 19-4-2020 o.a. : “We hebben meer goede foto’s van jou nodig”, “Ben klanten aan het regelen” en “Heb een paar maar die willen een cardate”
Op 20-4-2020 o.a.: “Je hebt iedere keer een ander excuus”, “Je hebt nog niet 1 klant gedaan in al die weken en dan heb je het nu al over vrije tijd??”, “Jij bent niet serieus”, “ [naam 10] weet wat geld verdienen is. Jij niet”, “Er zijn genoeg klanten die vanavond een date willen”, “Laat maar weten want je wilt mup”, “Ok heb lekkere wijn”, “Drinken we erna een wijntje”, “Bij jet tellen van het geld haha”.
Verklaring van de verdachte
De verdachte heeft op 2 mei 2020 bij de politie verklaard dat hij [slachtoffer 5] 2-3 weken daarvoor heeft leren kennen via de datingapp [naam 9] . De verdachte kent haar onder de naam [naam 11] . De verdachte heeft tegen [slachtoffer 5] gezegd dat hij nog werkzaam was als ambulancebroeder, terwijl dit niet meer het geval was. De verdachte heeft verklaard dat hij seksueel getinte foto’s van en met [slachtoffer 5] heeft gemaakt en dat hij een seksadvertentie voor [slachtoffer 5] heeft aangemaakt om te kijken of er mensen op de advertentie zouden reageren.
Bewijsoverwegingen
De rechtbank acht op grond van de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen bewezen dat de verdachte zich ten aanzien van [slachtoffer 5] schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel. Het verwijt van mensenhandel is in de tenlastelegging opgesplitst in vier specifieke verwijten, die worden beschreven in artikel 273f, eerste lid, onder 1⁰, 4⁰, 6⁰ en 9⁰ Sr. Het verwijt onder 1⁰ ziet op het werven, overbrengen/vervoeren en huisvesten van mensen met het oogmerk van uitbuiting. Het verwijt onder 4⁰ ziet op het zich beschikbaar laten stellen van mensen voor het verrichten van arbeid of diensten, in dit geval het verrichten van seksuele handelingen met derden tegen betaling. Onder 9⁰ gaat het over het zich laten bevoordelen uit de financiële opbrengst van die seksuele handelingen met derden. Het verwijt onder 6⁰ heeft betrekking op het opzettelijk voordeel trekken uit uitbuiting, als deze feitelijk heeft bestaan. Voor een veroordeling voor de verwijten moet bovendien komen vast te staan dat een verdachte gebruik heeft gemaakt van een specifiek in artikel 273f, lid 1, sub 1⁰ genoemd dwangmiddel.
De rechtbank kan op grond van de bewijsmiddelen niet vaststellen dat [slachtoffer 5] daadwerkelijk als prostituee klanten heeft ontvangen. Van de verwijten onder 6⁰ en 9⁰ wordt de verdachte dan ook vrijgesproken. Dat de verdachte [slachtoffer 5] met het oogmerk van uitbuiting heeft geworven als prostituee en ervoor heeft gezorgd dat zij zich beschikbaar zou stellen voor het verrichten van prostitutiewerkzaamheden, acht de rechtbank wel bewezen (verwijten onder 1⁰ en onder 4⁰). De verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij foto’s heeft gemaakt, een seksadvertentie van [slachtoffer 5] online heeft gezet en uit de telefoongegevens en de verklaring van [slachtoffer 5] volgt dat de verdachte seksafspraken voor [slachtoffer 5] regelde en dat hij wilde dat [slachtoffer 5] naar deze afspraken ging. Bovendien volgt uit de telefoongegevens dat hij de eventuele opbrengst zou behouden. Hiermee is het “oogmerk van uitbuiting” eveneens bewezen.
De rechtbank acht ook bewezen dat de verdachte dwangmiddelen heeft toegepast op [slachtoffer 5] . Uit het dossier blijkt niet dat de verdachte fysieke dwangmiddelen heeft uitgeoefend, dat hij daarmee heeft gedreigd, dat [slachtoffer 5] is afgeperst of dat de verdachte gefraudeerd heeft. Van deze onderdelen van de tenlastelegging wordt de verdachte vrijgesproken. De rechtbank stelt echter wel vast dat de verdachte [slachtoffer 5] heeft misleid en dat hij zogeheten manipulatieve dwangmiddelen heeft uitgeoefend: hij heeft misbruik gemaakt van de kwetsbare positie van [slachtoffer 5] en van het overwicht dat hij op haar had. Dit blijkt uit de volgende feiten en omstandigheden. De verdachte heeft via een datingapp contact gezocht met [slachtoffer 5] en hij heeft zich voorgedaan als ambulancebroeder, terwijl hij dit niet meer was. Zo heeft hij het vertrouwen van [slachtoffer 5] gewonnen en is hij uiteindelijk een relatie met haar aangegaan. Dit levert misleiding op. In het telefoonverkeer komt duidelijk naar voren dat de verdachte controle en druk op [slachtoffer 5] uitoefende om haar te laten werken in de prostitutie: als [slachtoffer 5] niet deed wat de verdachte wilde, probeerde hij haar een schuldgevoel te geven door te zeggen dat ze hem in de steek liet. [slachtoffer 5] voelde zich zo gedwongen om toch datgene te doen wat de verdachte wilde. Ook probeerde de verdachte [slachtoffer 5] te dwingen om datgene te doen wat hij wilde, met mooie woorden of door haar alcohol te geven, terwijl [slachtoffer 5] kampt met een alcoholverslaving. De verdachte heeft aldus misbruik gemaakt van de kwetsbare positie waarin [slachtoffer 5] zich bevond. De rechtbank overweegt ten slotte dat het de verdachte ook niet kan zijn ontgaan dat [slachtoffer 5] zwakbegaafd was. Dit had hem alleen al vanwege de schrijfstijl van de berichten van [slachtoffer 5] duidelijk moeten zijn.
De verdachte heeft dus dwangmiddelen gebruikt en handelingen verricht om ervoor te zorgen dat [slachtoffer 5] als prostituee zou gaan werken, met de bedoeling de opbrengst te houden. Hij heeft tegen haar wil een seksadvertentie op het internet geplaatst en seksafspraken voor haar geregeld. Uit deze feiten en omstandigheden leidt de rechtbank af dat de verdachte ook het oogmerk had om [slachtoffer 5] seksueel uit te buiten, zodat sprake is van mensenhandel. Het feit dat er niet daadwerkelijk seksuele handelingen door [slachtoffer 5] zijn verricht en de verdachte daarom ook geen opbrengst hieruit heeft genoten, doet aan een bewezenverklaring niet af. Immers het is voldoende dat iemand wordt geworven met het oogmerk van uitbuiting. Uit de tussen de verdachte en [slachtoffer 5] gevoerde chatgesprekken, zoals hiervoor weergegeven, komt duidelijk naar voren dat de verdachte de intentie had in ieder geval een deel van hetgeen de klanten zouden betalen voor zich te houden.
in de zaak met parketnummer 03/866008-20:
Vrijspraak stalking [slachtoffer 6]
Aan de verdachte wordt verweten dat hij wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 6] . De rechtbank stelt op basis van het dossier vast dat de verdachte in de ten laste gelegde periode veelvuldig contact heeft gehad met [slachtoffer 6] . De rechtbank is echter met de officier van justitie en verdediging van oordeel dat niet vastgesteld kan worden dat dit contact wederrechtelijk was. Uit het dossier blijkt namelijk niet dat [slachtoffer 6] geen contact meer met de verdachte wenste, in tegendeel: ook zij nam contact op met de verdachte. Dat zij moeite had met de situatie (waaronder de pijnlijke informatie over het dubbelleven van de verdachte die zij door de strafzaken had gekregen) en niet op elk moment contact met de verdachte wenste, maakt dit niet anders. Daarom zal de rechtbank de verdachte van dit feit vrijspreken.