ECLI:NL:GHSHE:2022:3917

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
10 november 2022
Publicatiedatum
11 november 2022
Zaaknummer
200.298.937_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming deskundige voor onderzoek naar partner- en kinderalimentatie en vaststelling van inkomen DGA

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep inzake partner- en kinderalimentatie. De beschikking van de meervoudige kamer van 10 november 2022 is het resultaat van een eerder verzoek van de man, die in het principaal hoger beroep optreedt tegen de vrouw, die in het incidenteel hoger beroep verweer voert. De man, wonende in België, heeft mr. G.G.J. van Kooten als advocaat, terwijl de vrouw wordt bijgestaan door mr. J. Nederlof. De zaak draait om de vaststelling van het in redelijkheid te verwerven inkomen van de man, die DGA is, en de gevolgen daarvan voor de alimentatieverplichtingen. Het hof heeft eerder een beschikking gegeven op 29 september 2022, waarin het partijen de gelegenheid bood om zich uit te laten over de vragen en kosten van de deskundige. In de huidige beschikking wordt de heer drs. Ph.M. van Spaendonck benoemd als deskundige om de financiële situatie van de man te onderzoeken. Het hof heeft de deskundige specifieke vragen voorgelegd over het inkomen van de man en de betrouwbaarheid van de jaarstukken. De kosten van het deskundigenonderzoek zijn vastgesteld op € 8.712,-, waarvan beide partijen de helft dienen te betalen. De vrouw heeft een toevoeging gekregen, waardoor haar deel voorlopig ten laste van de Rijkskas komt. De beslissing houdt verder in dat partijen binnen vier weken na ontvangst van het definitieve deskundigenrapport hun reactie schriftelijk aan het hof kunnen kenbaar maken. De verdere beslissing is pro forma aangehouden tot 17 februari 2023.

Uitspraak

GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
Team familie- en jeugdrecht
zaaknummer : 200.298.937/01
zaaknummer rechtbank : C/01/352107 / FA RK 19-5203
beschikking van de meervoudige kamer van 10 november 2022
inzake
[de man],
wonende te [woonplaats] (België),
verzoeker in het principaal hoger beroep,
verweerder in het incidenteel hoger beroep,
hierna te noemen: de man,
advocaat: mr. G.G.J. van Kooten te Veldhoven,
tegen
[de vrouw],
wonende te [woonplaats],
verweerster in het principaal hoger beroep,
verzoeksters in het incidenteel hoger beroep,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat: mr. J. Nederlof te Tilburg

7.De beschikking d.d. 29 september 2022

Bij die beschikking heeft het hof partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de voorgenomen vragen en kosten van de deskundige zoals overwogen in rechtsoverweging 5.5 van die beschikking.

8.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

Het hof heeft kennisgenomen van de inhoud van:
- de brief van de advocaat van de vrouw d.d. 26 oktober 2022;
- de brief van de advocaat van de man d.d. 2 november 2022.

9.De verdere beoordeling

9.1.
In voornoemde beschikking van 29 september 2022 heeft het hof overwogen voornemens te zijn om de heer drs. Ph.M. van Spaendonck RV, Van Spaendonck & Partners BV, [adres], [postcode] [kantoorplaats], te benoemen en aan de deskundige de volgende vragen voor te leggen:
Welk inkomen kon/kan de man, gezien de financiële situatie van zijn onderneming, vanaf 2019 in redelijkheid voor zichzelf daaruit onttrekken in de vorm van salaris, dividend of anderszins, rekening houdende met de wettelijke bepalingen en zonder dat de continuïteit van de onderneming en de verwachtingen voor de toekomst in gevaar komen, tegen de achtergrond van de door de man genomen beslissingen, de pensioenverplichtingen van de onderneming en de wettelijke maatstaven?
Wat was met inachtneming van het vorenstaande het gezinsinkomen van partijen in 2019?
Valt er iets te zeggen over de betrouwbaarheid van de jaarstukken en de daarop gebaseerde belastingaangiften?
Heeft u overige opmerkingen die u relevant acht voor de beoordeling van het onderhavige geschil?
De kosten voor de deskundige bedragen € 1.800,- per dag (8 uur) inclusief kantoorkosten en de deskundige schat de benodigde tijd in op 32 uur. Het voorschot bedraagt € 7.200,- exclusief BTW.
9.2
Bij voornoemde brief d.d. 26 oktober 2022 heeft de advocaat van de vrouw aangegeven dat de vrouw kan instemmen met de door het hof aangedragen deskundige, de door het hof geformuleerde vragen en de begroting van de kosten van de deskundige. De vrouw verzoekt het hof om haar geen voorschot op te leggen in het kader van de kosten van de deskundige, maar deze kosten voor haar in debet te stellen.
9.3.
Bij voornoemde brief d.d. 2 november 2022 heeft de advocaat van de man aangegeven dat de man kan instemmen met de voorgestelde deskundige, de door het hof geformuleerde vragen en de begroting.
9.4.
Aldus kan het hof overgaan tot benoeming van de deskundige conform hetgeen hiervoor in rov. 9.1 is overwogen. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

10.De beslissing

Het hof:
op het principaal en incidenteel appel:
10.1.
bepaalt dat een deskundigenonderzoek wordt verricht naar de in rechtsoverweging 9.1 van deze beschikking geformuleerde vragen;
10.2.
benoemt tot deskundige ter beantwoording van deze vragen:
de heer drs. Ph.M. van Spaendonck RV
Van Spaendonck & Partners BV
[adres]
[postcode] [kantoorplaats]
10.3.
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van deze beschikking aan de deskundige toezendt;
10.4.
bepaalt dat partijen binnen één week na de datum van deze beschikking (een afschrift van) de verdere processtukken aan de deskundige ter beschikking zullen stellen en alle door deze gewenste inlichtingen zullen verstrekken;
10.5.
bepaalt dat de deskundige eerst met het onderzoek begint nadat daartoe van de griffier bericht is ontvangen;
10.6.
wijst de deskundige erop dat de deskundige voor aanvang van het onderzoek kennis dient te nemen van de “
Leidraad deskundigen in civiele zaken”, te raadplegen op rechtspraak.nl;
10.7.
bepaalt dat de deskundige bij het onderzoek –
en ten aanzien van het concept-rapport– partijen in de gelegenheid stelt opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat uit het rapport van de deskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, terwijl in het rapport tevens melding wordt gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken;
10.8.
bepaalt dat partijen binnen vier weken dienen te reageren op het concept-rapport van de deskundige nadat dit aan partijen is toegezonden en dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren;
10.9.
verzoekt de deskundige een schriftelijk en met redenen omkleed rapport, met een duidelijke conclusie, in te leveren ter griffie van dit hof en tegelijkertijd een afschrift van het rapport aan de advocaten van partijen toe te zenden;
10.10.
bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijke, ondertekende rapport ter griffie van dit hof (postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch) moet worden ingeleverd op
drie maandennadat door de griffier is bericht dat met het onderzoek kan worden begonnen;
10.11.bepaalt het voorschot op de kosten van de deskundige op het door de deskundige begrote bedrag van € 8.712,-- inclusief BTW, tenzij (één van) partijen binnen veertien dagen na deze uitspraak
bij brief aan de griffier van dit hofmet afschrift aan de wederpartij (die binnen twee dagen hierop kan reageren bij brief aan de griffier van dit hof met afschrift aan de wederpartij)tegen de hoogte van het voorschot bezwaar heeft/hebben gemaakt, in welk geval het hof op het bezwaar/de bezwaren zal beslissen en de hoogte van het voorschot zal bepalen;
10.12.
bepaalt dat ieder van partijen wordt belast met de helft van genoemd voorschot van € 8.712,--, derhalve € 4.356,--;
10.13.
bepaalt dat de man laatstgenoemd bedrag zal voldoen na ontvangst van de nota met betaalinstructies die door het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak zal worden verzonden;
10.14.
bepaalt dat het voorschot van de vrouw, nu aan deze partij een toevoeging is verleend, voorlopig ten laste van ’s Rijks kas komt;
10.15.
verzoekt de deskundige, indien zijn kosten het voorschot te boven mochten gaan, het hof daarover tijdig in te lichten;
10.16.
benoemt mr C.D.M. Lamers tot raadsheer-commissaris, tot wie de deskundige zich, door tussenkomst van de griffier (het Bureau Deskundigen van dit hof) dient te wenden met (procedurele) vragen en verzoeken indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft;
10.17.
bepaalt dat partijen binnen vier weken na ontvangst van het definitieve deskundigenrapport hun reactie schriftelijk aan het hof kenbaar kunnen maken;
10.18.
houdt iedere verdere beslissing aan tot 17 februari 2023
PRO FORMA.
Deze beschikking is gegeven door mrs. C.D.M. Lamers, J.F.A.M. Graafland-Verhaegen en A.M. van Riemsdijk en is in het openbaar uitgesproken op 10 november 2022 door P.P.M. van Reijsen in tegenwoordigheid van de griffier.