ECLI:NL:GHSHE:2022:3870
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bijdrageplicht en eiswijziging in hoger beroep met betrekking tot schadevergoeding na openlijke geweldpleging
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingeleid door [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank, waarin zijn vordering tot verklaring van onderlinge aansprakelijkheid voor schadevergoeding is afgewezen. De zaak betreft een incident van openlijke geweldpleging op 2 mei 2014, waarbij [appellant] en de geïntimeerden hoofdelijk zijn veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding aan [persoon A]. In eerste aanleg heeft de rechtbank geoordeeld dat er geen sprake was van onderlinge aansprakelijkheid, maar van een bijdrageplicht op basis van artikel 6:10 BW. Dit leidde tot afwijzing van de vordering van [appellant]. In hoger beroep heeft [appellant] zijn vorderingen gewijzigd en verzocht om vernietiging van het vonnis en toewijzing van zijn vorderingen. Het hof heeft de eiswijziging van [appellant] in overweging genomen en vastgesteld dat deze toelaatbaar is, gezien de nieuwe feiten die zijn gepresenteerd. Het hof overweegt dat [appellant] meer heeft betaald dan zijn aandeel in de schadevergoeding, en dat hij daarom regres kan vorderen van de overige schuldenaren. De zaak is aangehouden voor het overleggen van bewijsstukken en verdere beoordeling van de vorderingen.