Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 8649088 CV EXPL 20-2446)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep met producties, genummerd 10 tot en met 12;
- de akte uitlaten mondelinge behandeling na aanbrengen van [appellant] met een bijlage (aantekeningen van de zitting in eerste aanleg);
- de akte uitlaten mondelinge behandeling na aanbrengen van Alwel op de rol van
- de memorie van grieven met producties, genummerd 10 tot en met 15;
- de memorie van antwoord;
- de mondelinge behandeling gehouden op 19 september 2022, waarbij de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
3.De beoordeling
- [appellant] huurde van Alwel sinds 20 augustus 2018 de woning aan de [adres 1] in [plaats] (hierna: de woning).
- Bij deze huurovereenkomst hebben partijen op 20 augustus 2018 een addendum huurovereenkomst gesloten. In deze addendum huurovereenkomst is onder meer het volgende geschreven:
- Omwonenden hebben bij Alwel overlastklachten geuit over [appellant] (zie producties 6, 8, 13, 14, 17, 18, 19 en 20 van Alwel). De klachten gaan onder andere over het in de nacht en de vroege ochtend draaien van harde muziek, over bonken op de muren, over het slaan met deuren en het schoppen tegen de schutting. De in deze producties verwoorde klachten zien op een periode van omstreeks 11 april 2019 tot en met 20 september 2020.
- [appellant] heeft bij Alwel overlastklachten over omwonenden gemeld.
- Na het vonnis van 24 februari 2021 waartegen [appellant] in deze procedure beroep heeft ingesteld, heeft [appellant] een kort geding procedure aangespannen tegen Alwel. In die procedure heeft hij, kort gezegd, gevorderd dat de voorzieningenrechter bij wege van voorlopige voorziening Alwel verbiedt om het vonnis van 24 februari 2021 verder ten uitvoer te leggen en om de uitvoerbaarheid bij voorraad van dat vonnis ten aanzien van de ontruiming van de woning te schorsen totdat op het onderhavige hoger beroep zal zijn beslist. De voorzieningenrechter heeft bij vonnis van 24 maart 2021 de tenuitvoerlegging van het vonnis geschorst en Alwel verboden om executiemaatregelen te treffen tot uiterlijk 1 mei 2021. De overige vorderingen in kort geding van [appellant] zijn afgewezen.
- Alwel heeft het kort gedingvonnis op 25 maart 2021 aan [appellant] laten betekenen, inclusief de formele aanzegging dat, als [appellant] niet tot vrijwillige ontruiming zal zijn overgegaan, de ontruiming op 11 mei 2021 zal plaats vinden.
- [appellant] heeft de woning op 10 mei 2021 verlaten en de huissleutels aan Alwel afgegeven.
- Alwel heeft de woning inmiddels aan een derde verhuurd.
ECLI:NL:HR:2022:853 (https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2022:853)).