Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- dat de verdachte geen opzet had, ook niet in voorwaardelijke zin, op de dood van het slachtoffer en zo begrijpt het hof aldus bepleit dat de verdachte van zowel het impliciet primair als het impliciet subsidiair tenlastegelegde dient te worden vrijgesproken;
- dat de verdachte in ieder geval dient te worden vrijgesproken ter zake van de bestanddelen ‘met voorbedachten rade’ (de tenlastegelegde ‘moord’), het ‘medeplegen’ en het ‘meermalen steken’;
- dat de verdachte van het impliciet subsidiair tenlastegelegde zal worden ontslagen van alle rechtsvervolging omdat hij heeft gehandeld in een situatie van (putatief) noodweer(exces);
- ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen dat deze niet zullen worden toegewezen dan wel worden gematigd.
1. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 april 2020, dossierpagina’s 128 en 129, voor zover inhoudende het relaas van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] – zakelijk weergegeven – :
2. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 april 2020, dossierpagina’s 126 en 127, voor zover inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 3] – zakelijk weergegeven – :
(pagina 126)
(pagina 339)
4. De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van het hof d.d. 31 januari 2022, voor zover inhoudende als zijn verklaring – zakelijk weergegeven – :
“Als ik heel eerlijk ben, zeg ik nee. Hoe graag ik ook ja zeg, het is niet zo.”
nietstrafbaar en ontslaat de verdachte te dier zake van alle rechtsvervolging;