Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
’s-Hertogenbosch, van 27 juli 2020, in de strafzaak met parketnummer 01-013383-20 tegen:
[verdachte] ,
- ‘diefstal door twee of meer verenigde personen’ (zowel feit 2 primair, feit 3 primair, feit 4 primair als feit 5 primair),
de verdachte deswege strafbaar verklaard en hem veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden met aftrek van het voorarrest.
De benadeelde partijen [benadeelde 1] en [benadeelde 2] zijn door de rechtbank niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen tot schadevergoeding.
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3] is bij vonnis waarvan beroep hoofdelijk toegewezen tot het bedrag van € 750,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
Ten slotte heeft de rechtbank van een inbeslaggenomen spiegel de teruggave gelast aan de redelijkerwijs als rechthebbende aan te merken persoon en de inbeslaggenomen goederen, te weten handschoenen, tangen, tie wraps, een mes, verrekijker, boor, breekijzer en stanleymes, verbeurdverklaard.
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 januari 2020, p. 17 t/m 19:
, verbalisant [verbalisant 3] ,een bestelbus voorzien van het Nederlandse kenteken: [kenteken 1] de A-2 opdraaien ter hoogte van de verzorgingsplaats genaamd Ooiendonk.
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 januari 2020, p. 158:
Eigen waarneming van het hof in raadkamer:
Op de foto van de in de bestelbus aangetroffen doos met het opschrift "Piano" (bijlage bij voornoemd proces-verbaal van bevindingen, p. 160) neemt het hof een doos waar die qua afbeelding en tekst identiek is aan de eveneens door het hof waargenomen doos die aangever als lading vervoerde, afgebeeld op een foto op p. 145 in de fotomap behorende bij deze ladingdiefstal (p. 135).
Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] d.d. 9 november 2019, p. 271-273:
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 november 2019, p. 278:
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 november 2019, p. 283:
Proces-verbaal van bevindingen + bijlagen, p. 305 en 307-313:
Op donderdag 28 november 2019 bekeek ik, verbalisant [verbalisant 9] , de camerabeelden van de winkel [benadeelde 4] .
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 juli 2019, p. 393-396:
Dat de verdachte niet wist dat medeverdachte [medeverdachte] (samen met hem) wilde gaan stelen, acht het hof ongeloofwaardig. Het hof neemt hierbij in aanmerking dat de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep heeft verklaard dat hij wist dat zijn vader vaker winkeldiefstallen pleegde en dat zijn vader weinig geld te besteden had, terwijl uit de bewijsmiddelen volgt dat zij samen winkels bezochten waar luxegoederen werden verkocht en dat er ook luxegoederen uit die winkels werden meegenomen.
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
26 (zesentwintig) weken;
€ 155,02 (zegge: honderdvijfenvijftig euro en twee cent)als vergoeding van materiële schade, waarvoor de verdachte met zijn mededader hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, te vermeerderden met de wettelijke rente vanaf 14 november 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 155,02 (zegge: honderdvijfenvijftig euro en twee cent)aan materiële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 november 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, en bepaalt dat gijzeling voor de duur van ten hoogste 3 (drie) dagen kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid van de schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;