ECLI:NL:GHSHE:2022:3710

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
27 oktober 2022
Publicatiedatum
27 oktober 2022
Zaaknummer
200.299.425_02
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Rekestprocedure
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige deskundigenbenoeming in civiele procedure met verzoek tot deskundigenonderzoek

In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een verzoek tot benoeming van een deskundige in het kader van een civiele procedure. De verzoekster, een besloten vennootschap (B.V. 1), heeft op 5 oktober 2021 een verzoek ingediend tot het gelasten van een voorlopig deskundigenonderzoek op basis van artikel 202 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Dit verzoek volgde op eerdere tussenbeschikkingen van het hof van 13 januari 2022 en 12 mei 2022, waarin het hof had bepaald dat er deskundigenonderzoek zou plaatsvinden naar aanleiding van de in die beschikkingen genoemde vragen.

De verzoekster heeft in haar akte van 9 augustus 2022 verzocht om de heer R. Slief BSc als deskundige te benoemen. De verweersters, B.V. 2 en B.V. 3, hebben geen bezwaar gemaakt tegen deze benoeming. Het hof heeft vervolgens de heer R. Slief benoemd en bepaald dat hij de vragen uit de tussenbeschikking van 12 mei 2022 zal beantwoorden. Het hof heeft ook de procedure rondom het deskundigenonderzoek uiteengezet, inclusief de verplichtingen van de deskundige en de partijen.

De beslissing van het hof omvat verder bepalingen over de kosten van het onderzoek, de termijn voor het indienen van rapportages door de deskundige, en de rol van de raadsheer-commissaris, mr. N.W.M. van den Heuvel, die als aanspreekpunt voor de deskundige zal fungeren. Het hof heeft de verdere beslissing aangehouden, wat betekent dat er mogelijk nog vervolgprocedures zullen plaatsvinden.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht
Uitspraak : 27 oktober 2022
Zaaknummer : 200.299.425/02
Zaaknummer (HZ EA) : K/4902/9332105 CV EXPL 21-2446 (voorheen
: C/02/378327 / HA ZA 20-646)
in de zaak van
[B.V. 1] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verzoekster,
hierna te noemen: [verzoekster] ,
advocaat: mr. J.A. Endtz te Amsterdam,
tegen

1.[B.V. 2] B.V., en

2. [B.V. 3] B.V.,
beide gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verweersters,
hierna afzonderlijk te noemen: [verweerster 1] en [verweerster 2] en gezamenlijk: [verweerster] c.s.,
advocaat: mr. A.M.C.C. Verblackt te Breda,
als vervolg op de door het hof gewezen tussenbeschikkingen van 13 januari 2022 en 12 mei 2022 naar aanleiding van het bij het hof op 5 oktober 2021 ingekomen verzoek van [verzoekster] tot het gelasten van een voorlopig deskundigenonderzoek ex artikel 202 Rv.

7.Het verloop van de procedure

7.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de tussenbeschikking van 12 mei 2022 waarbij het hof heeft bepaald dat deskundigenonderzoek zal worden verricht naar aanleiding van de in die beschikking genoemde vragen en [verzoekster] heeft opgedragen een deskundige aan te dragen, waarna [verweerster] c.s. in de gelegenheid zullen worden gesteld hierop te reageren;
  • de akte houdende verzoek tot benoeming deskundige van [verzoekster] van 9 augustus 2022;
  • de antwoordakte van [verzoekster] van 22 september 2022.

8.De beoordeling

8.1.
In haar akte houdende verzoek tot benoeming deskundige heeft [verzoekster] verzocht de heer R. Slief BSc als deskundige te benoemen. [verweerster] c.s. hebben hiertegen geen bezwaar en dus zal het hof de heer R. Slief benoemen.
8.2.
In hun antwoordakte hebben [verweerster] c.s. verzocht om in de beschikking tot benoeming van de heer R. Slief BSc op te nemen dat het onderzoek in het bijzijn van partijen zal geschieden, althans dat een bijeenkomst met partijen gepland zal worden, waarbij partijen mondeling inlichtingen kunnen geven.
Het hof overweegt hierover als volgt. Op grond van artikel 205 jo. 198 Rv is de deskundige verplicht de opdracht onpartijdig en naar beste weten te volbrengen (artikel 198 lid 1 Rv) en dient de deskundige partijen in de gelegenheid te stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen (artikel 198 lid 2 Rv). [verweerster] c.s. kunnen dus hun verzoek om bij het onderzoek aan de Bios aanwezig te zijn en/of om mondeling inlichtingen te geven, bij de deskundige doen.
Het hof ziet geen reden om reeds in deze beschikking te bepalen dat de deskundige dit verzoek
moethonoreren. Het is immers binnen de grenzen van artikel 198 Rv aan de deskundige om te bepalen hoe het onderzoek zal worden verricht.
8.3.
Ten aanzien van de kosten van het onderzoek zal het hof [verzoekster] opdragen – zoals in overweging 2.6.5. van de tussenbeschikking van 13 januari 2022 al overwogen – zorg te dragen voor betaling van het hieronder te noemen voorschot en eventuele aanvullingen.
8.4.
Ten aanzien van de kosten van deze procedure verwijst het hof volledigheidshalve naar overweging 2.8 van de tussenbeschikking van 13 januari 2022.

9.De beslissing

Het hof:
9.1.
benoemt tot deskundige ter beantwoording van de in de tussenbeschikking van 12 mei 2022 opgenomen vragen:
De heer R. Slief BSc
Micro Lasersystems B.V.
[adres]
[postcode] [plaats]
Telefoon: [telefoonnummer]
Mobiel: [mobiel]
Mail
[mail]
9.2.
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van deze beschikking en de tussenbeschikkingen aan de deskundige toezendt;
9.3.
bepaalt dat [verzoekster] binnen twee weken na de datum van deze beschikking (een afschrift van) de verdere processtukken aan de deskundige ter beschikking zal stellen en dat partijen alle door deze gewenste inlichtingen zullen verstrekken, waarbij gegevens die door de ene partij aan de deskundige worden verschaft, tegelijkertijd in afschrift of ter inzage worden verstrekt aan de wederpartij;
9.4.
draagt [verweerster] c.s. nogmaals, voor zover zij dat naar aanleiding van de tussenbeschikking van 12 mei 2022 nog niet hebben gedaan, op om zo spoedig mogelijk bij Laservision te informeren of het onderdeel nog beschikbaar is en zo ja, te bewerkstelligen dat de deskundige het vervangen onderdeel ook daadwekelijk te zijner tijd kan onderzoeken;
9.5.
bepaalt dat de deskundige eerst met het onderzoek begint nadat daartoe van de griffier bericht is ontvangen;
9.6.
bepaalt dat de deskundige bij het onderzoek – en ten aanzien van de conceptrapportage – partijen in de gelegenheid stelt opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat uit het schriftelijk bericht van de deskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, terwijl in het bericht tevens melding wordt gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken;
9.7.
verzoekt de deskundige een schriftelijk en met redenen omkleed bericht, met een duidelijke conclusie, in te leveren ter griffie van dit hof en tegelijkertijd een afschrift van het bericht aan de advocaten van partijen toe te zenden;
9.8.
bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijk, ondertekend bericht ter griffie van dit hof (postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch) moet worden ingeleverd op drie maanden nadat door de griffier is bericht dat met het onderzoek kan worden begonnen;
9.9.
bepaalt het voorschot op de kosten van de deskundige op het door de deskundige begrote bedrag van € 3.484,80 inclusief btw, tenzij (één van) partijen binnen veertien dagen na deze uitspraak bij brief aan de griffier van dit hof met afschrift aan de wederpartij (die binnen twee dagen hierop kan reageren bij brief aan de griffier van dit hof met afschrift aan de wederpartij) tegen de hoogte van het voorschot bezwaar heeft/hebben gemaakt, in welk geval het hof op het bezwaar/de bezwaren zal beslissen en de hoogte van het voorschot zal bepalen;
9.10.
bepaalt dat [verzoekster] laatstgemeld bedrag zal voldoen binnen twee weken na ontvangst van de nota met betaalinstructies die door het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak zal worden verzonden;
9.11.
verzoekt de deskundige, indien de kosten het voorschot te boven mochten gaan, het hof daarover tijdig in te lichten;
9.12.
benoemt mr. N.W.M. van den Heuvel tot raadsheer-commissaris, tot wie de deskundige zich, door tussenkomst van de griffier dient te wenden met (procedurele) vragen en verzoeken indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft;
9.13.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mrs. N.W.M. van den Heuvel, R.R.M. de Moor en
M. Breur en is in het openbaar uitgesproken op 27 oktober 2022.