In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Aabo Trading B.V. tegen Schoorsteenveegbedrijf en Dakbedekkingen B.V. over onbetaalde facturen. Aabo vordert betaling van € 4.088,09, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en contractuele rente. De vordering is gebaseerd op koopovereenkomsten tussen partijen, waarbij Aabo dakrollen aan de geïntimeerde heeft geleverd. De geïntimeerde heeft verweer gevoerd en een beroep gedaan op verrekening, stellende dat Aabo toezeggingen heeft gedaan voor gratis dakrollen vanwege klachten over de geleverde producten. De kantonrechter heeft in eerste aanleg geoordeeld dat de geïntimeerde in haar bewijslevering is geslaagd en de vorderingen van Aabo heeft afgewezen. Aabo is in hoger beroep gegaan en heeft vijf grieven aangevoerd, onder andere tegen de bewijswaardering door de kantonrechter. Het hof heeft vastgesteld dat de goederen zijn geleverd en dat de geïntimeerde betaling verschuldigd is. Het hof oordeelt dat de geïntimeerde niet voldoende bewijs heeft geleverd voor haar stelling dat Aabo toezeggingen heeft gedaan over gratis dakrollen. Het hof vernietigt het vonnis van de kantonrechter en wijst de vordering van Aabo toe, inclusief de gevorderde rente en incassokosten. De geïntimeerde wordt veroordeeld in de proceskosten van beide instanties.