Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 8914687 \ CV EXPL 20-6602)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven met één productie;
- de memorie van antwoord met één productie.
3.De beoordeling
“voordat de koopovereenkomst tot stand kwam”) en het bewijsoordeel van de kantonrechter bij vonnis van 6 oktober 2021 (
“voordat de koop definitief werd”) is, anders dan [x] stelt, naar het oordeel van het hof geen sprake. Voldoende duidelijk is, mede gelet op rechtsoverweging 4.11 van het vonnis van 21 april 2021, dat het erom gaat of [x] en [geïntimeerde] al contact hadden over een voorgenomen koop, voordat [naam 1] en [geïntimeerde] de koopovereenkomst sloten. Beslissend is, zoals de kantonrechter in rechtsoverweging 4.8 van het vonnis van 21 april 2021 overweegt, wanneer [x] bij de voorgenomen koop tussen [naam 1] en [geïntimeerde] betrokken is geraakt.
“(…) We leerden mevrouw [geïntimeerde] kennen via mijn schoonmoeder die haar eigen caravan te koop had staan. (…) Omdat haar caravan te klein was kwam mevrouw [geïntimeerde] bij ons terecht. We hebben haar toen op de camping ontmoet om haar naar de caravan te laten kijken. (…) Na haar komst bleek dat ze iets had opgevangen of wij wel mochten verkopen. Ik heb haar toen gezegd om “naar boven te gaan” en dat na te vragen. Boven zit de receptie en de parkbeheerder. Ze kwam terug en gaf aan dat het in orde was. (…) Diezelfde dag of de dag erna hebben wij de caravan ook feitelijk verkocht. (…).”.
de ontruimingskosten