ECLI:NL:GHSHE:2022:3214

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
20 september 2022
Publicatiedatum
21 september 2022
Zaaknummer
200.285.483_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming deskundige voor schade aan porseleinen voorwerpen in hoger beroep

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep inzake de begroting van schade aan porseleinen voorwerpen. De zaak is een vervolg op eerdere tussenarresten van 12 januari 2021 en 3 mei 2022. De appellante, vertegenwoordigd door mr. P.J.A. van de Laar, heeft verzocht om de benoeming van een deskundige om de schade aan de porseleinen voorwerpen te beoordelen. De geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. R.N.H. Hoeppermans, heeft aangegeven dat het geschil zich niet leent voor een minnelijke regeling en heeft suggesties gedaan voor de benoeming van een deskundige.

Het hof heeft in het tussenarrest van 3 mei 2022 partijen in de gelegenheid gesteld om voorstellen te doen voor de deskundige en de vragen die aan deze deskundige voorgelegd moeten worden. Na beoordeling van de ingediende akten heeft het hof besloten dat er één deskundige benoemd zal worden. De heer drs. R. Aardewerk is benoemd als deskundige en zal de porseleinen voorwerpen zelf onderzoeken. Het hof heeft de deskundige gevraagd om een gemotiveerd rapport op te stellen over de waarde van de porseleinen voorwerpen ten tijde van de beschadiging op 9 april 2019.

De kosten van het deskundigenonderzoek, begroot op € 1.350,00 exclusief btw, komen voorlopig ten laste van de Rijkskas, aangezien aan de appellante een toevoeging is verleend. Het hof heeft verder bepaald dat de zaak na ontvangst van het deskundigenbericht opnieuw op de rol zal komen voor verdere behandeling. Het arrest is uitgesproken op 20 september 2022.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Team Handelsrecht
zaaknummer 200.285.483/01
arrest van 20 september 2022
in de zaak van
[appellante],
wonende te [woonplaats] ,
appellante,
hierna aan te duiden als:
[appellante],
advocaat: mr. P.J.A. van de Laar te Eindhoven,
tegen
[geïntimeerde],
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde,
hierna aan te duiden als:
[geïntimeerde],
advocaat: thans mr. R.N.H. Hoeppermans te ’s-Hertogenbosch, voorheen mr. S. Salah-Hashim te ’s-Hertogenbosch,
als vervolg op de door het hof gewezen tussenarresten van 12 januari 2021 en 3 mei 2022 in het hoger beroep van het door de kantonrechter in de rechtbank Oost-Brabant, zittingslocatie Eindhoven, onder zaaknummer 8394567\CV EXPL 20-1610, gewezen eindvonnis van 8 oktober 2020, tussen [appellante] als eisende partij en [geïntimeerde] als gedaagde partij.

8.Het verdere verloop van de procedure

8.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenarrest van 3 mei 2022,
- de akte van de zijde van [appellante] ,
- de akte uitlating van de zijde van [geïntimeerde] .
8.2.
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald.

9.De verdere beoordeling

tussenarrest
9.1.
Bij tussenarrest van 3 mei 2022 heeft het hof partijen in de gelegenheid gesteld zich bij akte uit te laten over het aantal, de deskundigheid en - bij voorkeur eensluidend - de persoon van de te benoemen deskundige(n). Ook heeft het hof partijen in de gelegenheid gesteld suggesties te doen over de aan de deskundige(n) voor te leggen vragen. Daarenboven heeft het hof partijen in overweging gegeven om (opnieuw) een poging te doen om tot een minnelijke regeling te komen en heeft het hof partijen in de gelegenheid gesteld zich bij akte hierover uit te laten.
akten
9.2.
Partijen hebben vervolgens ieder een akte genomen.
9.3.
[appellante] heeft bij akte verzocht een deskundige te benoemen, waarbij zij de keuze voor de persoon van de deskundige aan het hof heeft overgelaten en niets heeft vermeld over diens deskundigheid. Verder heeft [appellante] laten weten dat zij kan instemmen met de door het hof voorgestelde vraagstelling.
9.4.
[geïntimeerde] heeft bij akte te kennen gegeven dat het geschil zich niet leent voor een minnelijke regeling. Verder heeft [geïntimeerde] medegedeeld dat zij het voldoende acht om één deskundige te benoemen, waartoe zij twee suggesties heeft gedaan, en dat zij zich conformeert aan de door het hof voorgestelde vraagstelling. Ook [geïntimeerde] heeft in haar akte niets vermeld over de deskundigheid van de te benoemen deskundige.
deskundige
9.5.
Het hof is - zoals in het tussenarrest van 3 mei 2022 al overwogen - van oordeel dat kan worden volstaan met de benoeming van één deskundige. Nu partijen voor de te benoemen deskundige geen eensluidend voorstel hebben gedaan, heeft het hof zelf een deskundige benaderd en de heer drs. R. Aardewerk, verbonden aan [bedrijf] te [vestigingsplaats] , telefoonnummer: [telefoonnummer] en e-mailadres: [e-mailadres] , bereid gevonden om op te treden als deskundige. De deskundige heeft bevestigd dat hij geheel vrij staat ten opzichte van partijen en in staat is om de vraagstelling te beantwoorden.
vraagstelling
9.6.
De door het hof in het tussenarrest van 3 mei 2022 voorgestelde vraagstelling zal worden gehandhaafd, gelet op de instemmende reacties van partijen hierop bij voormelde akten.
9.7.
Het hof zal bepalen dat de deskundige gemotiveerd en zo nauwkeurig mogelijk antwoord dient te geven op de hierna genoemde vragen:
1) Welke factoren bepalen in het algemeen de waarde van de onderhavige porseleinen voorwerpen?
2) Kunt u daarbij meer in het bijzonder aangeven of, en zo ja, in hoeverre, de volgende factoren van invloed zijn op de waarde van deze porseleinen voorwerpen:
- de herkomst (fabrikant), productiewijze (handgemaakt of massaproductie), leeftijd en algehele staat van het porseleinen voorwerp;
- aanbod en vraag naar porseleinen voorwerpen als de onderhavige.
3) Blijft de waarde van porseleinen voorwerpen als de onderhavige in het algemeen in de loop van de tijd gelijk of stijgt of daalt de waarde daarvan in de loop van de tijd?
4) Kunt u zo nauwkeurig mogelijk en gemotiveerd bepalen wat de waarde was van de onderhavige porseleinen voorwerpen ten tijde van de beschadiging op 9 april 2019 aan de hand van de lijst genoemd in rechtsoverweging 6.13 van het tussenarrest van 3 mei 2022?
5) Kunt u daarbij in het bijzonder de herkomst, productiewijze, leeftijd en algehele staat van de porseleinen voorwerpen (waaronder mogelijk oude lijmsporen bij het in de rapportage van de zijde van [geïntimeerde] als
“Figuren bij rustiek hekwerk”omschreven porseleinen voorwerp (hiervoor in rechtsoverweging 6.13 van het tussenarrest van 3 mei 2022 vermeld onder f)) ten tijde van de beschadiging op 9 april 2019 betrekken alsook het aanbod en de vraag naar dergelijke porseleinen voorwerpen?
6) Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan het hof volgens u kennis dient te nemen bij de verdere beoordeling?
Onderzoek
9.8.
Zoals aangekondigd in het tussenarrest van 3 mei 2022 zal het hof de deskundige verzoeken om de onderhavige porseleinen voorwerpen zelf (en dus niet slechts aan de hand van de door partijen in het geding gebrachte rapporten en/of foto’s) te onderzoeken.
Kosten
9.9.
Zoals al overwogen in het tussenarrest van 3 mei 2022 komt het voorschot op de kosten van de deskundige ten laste van [appellante] en zullen deze kosten, nu aan [appellante] een toevoeging is verleend, voorlopig ten laste van ’s Rijks kas komen. De deskundige heeft het voorschot op deze kosten begroot op een bedrag van € 1.350,00 exclusief btw.
Verdere beslissing
9.10.
Het hof zal iedere verdere beslissing aanhouden.

10.De uitspraak

Het hof:
10.1.
bepaalt dat een deskundigenonderzoek wordt verricht naar de in rechtsoverweging 9.7 van dit arrest geformuleerde vragen;
10.2.
benoemt tot deskundige ter beantwoording van deze vragen: de heer drs. R. Aardewerk, verbonden aan [bedrijf] te [vestigingsplaats] ;
10.3.
verzoekt de deskundige om de onderhavige porseleinen voorwerpen zelf (en dus niet slechts aan de hand van de door partijen in het geding gebrachte rapporten en/of foto’s) te onderzoeken;
10.4.
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van dit arrest aan de deskundige toezendt;
10.5.
bepaalt dat partijen binnen één week na de datum van dit arrest (een afschrift van) de verdere processtukken aan de deskundige ter beschikking zullen stellen alsook de (toegang tot) onderhavige porseleinen voorwerpen en alle door deze gewenste inlichtingen zullen verstrekken;
10.6.
bepaalt dat de deskundige eerst met het onderzoek begint nadat daartoe van de griffier bericht is ontvangen;
10.7.
bepaalt dat de deskundige bij het onderzoek - en ten aanzien van het concept-rapport - partijen in de gelegenheid stelt opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat uit het bericht van de deskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, terwijl in het bericht tevens melding wordt gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken;
10.8.
bepaalt dat partijen
binnen vier wekendienen te reageren op het concept-rapport van de deskundige nadat dit aan partijen is toegezonden en dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren;
10.9.
verzoekt de deskundige een schriftelijk en met redenen omkleed bericht, met een duidelijke conclusie, in te leveren ter griffie van dit hof en tegelijkertijd een afschrift van het bericht aan de advocaten van partijen toe te zenden;
10.10.
bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijke, ondertekende bericht ter griffie van dit hof (postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch) moet worden ingeleverd op
drie maandennadat door de griffier is bericht dat met het onderzoek kan worden begonnen;
10.11.
bepaalt het voorschot op de kosten van de deskundige op het door de deskundige begrote bedrag van € 1.350,00 exclusief btw, tenzij (één van) partijen binnen veertien dagen na deze uitspraak bij brief aan de griffier van dit hof met afschrift aan de wederpartij (die binnen twee dagen hierop kan reageren bij brief aan de griffier van dit hof met afschrift aan de wederpartij) tegen de hoogte van het voorschot bezwaar heeft/hebben gemaakt, in welk geval het hof op het bezwaar/de bezwaren zal beslissen en de hoogte van het voorschot zal bepalen;
10.12.
bepaalt dat de griffier een specificatie van het voorschot bij het afschrift van dit arrest meezendt aan de advocaten van partijen;
10.13.
bepaalt dat [appellante] wordt belast met voormeld voorschot van € 1.350,00 exclusief btw en dat dit bedrag, nu aan [appellante] een toevoeging is verleend, voorlopig ten laste van
’s-Rijks kas komt;
10.14.
verzoekt de deskundige, indien zijn kosten het voorschot te boven mochten gaan, het hof daarover tijdig in te lichten;
10.15.
benoemt mr. H.K.N. Vos tot raadsheer-commissaris, tot wie de deskundige zich, door tussenkomst van de griffier (het Bureau Deskundigen van dit hof) dient te wenden met (procedurele) vragen en verzoeken indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft;
10.16.
verwijst de zaak naar de rol van
17 januari 2023in afwachting van het deskundigenbericht;
10.17.
verstaat dat de zaak na ontvangst van het deskundigenbericht naar de rol wordt verwezen voor memorie na deskundigenrapport aan de zijde van [appellante] ;
10.18.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. H.K.N. Vos, O.G.H. Milar en H.F.P. van Gastel en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 20 september 2022.
griffier rolraadsheer