ECLI:NL:GHSHE:2022:3076
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken van grieven
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 22 juli 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, van 7 mei 2018. De verdachte, geboren in 1994, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank, maar het hof heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat de verdachte geen schriftuur houdende grieven heeft ingediend en ook geen mondelinge bezwaren tegen het vonnis heeft opgegeven. Het hof heeft geen aanleiding gezien om de strafzaak desalniettemin te onderzoeken.
De advocaat-generaal had gevorderd dat het hof het beroepen vonnis zou vernietigen en de verdachte zou veroordelen tot een gevangenisstraf van drie maanden, alsook een schadevergoeding aan de benadeelde partij. Echter, gezien de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep, heeft het hof deze vorderingen niet in behandeling genomen. De beslissing van het hof is op 22 juli 2022 ter openbare terechtzitting uitgesproken, waarbij mr. A.R. Hartmann als voorzitter, mr. A.J. Henzen en mr. W.F. Koolen als raadsheren hebben gefungeerd, en mr. M.M. Tatters als griffier aanwezig was. Mr. A.J. Henzen was buiten staat om het arrest mede te ondertekenen.