In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep van een moeder tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Limburg. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. K.B. Spoelstra, verzoekt om vervangende toestemming voor de inschrijving van haar minderjarige kind op basisschool [basisschool 1]. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.H.A. Wijen, had eerder toestemming gekregen om het kind in te schrijven op een andere basisschool. Het hof heeft in een tussenuitspraak van 21 september 2021 de eerdere beschikking van de rechtbank vernietigd voor zover deze aan de vader toestemming verleende en heeft de moeder vervangende toestemming verleend om het kind in te schrijven op basisschool [basisschool 1].
Tijdens de verdere procedure heeft het hof kennisgenomen van verschillende berichten van de advocaten van beide partijen. Op 18 juli 2022 hebben partijen aan het hof laten weten dat zij overeenstemming hebben bereikt over de inschrijving van het kind op basisschool [basisschool 1]. De moeder heeft verzocht om deze overeenkomst vast te leggen in een eindbeschikking. Het hof heeft besloten om aan dit verzoek te voldoen en heeft de gemaakte afspraken in de beschikking opgenomen.
In de beslissing heeft het hof bepaald dat het kind ingeschreven zal blijven op basisschool [basisschool 1] en heeft het de proceskosten in hoger beroep gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten draagt. Deze beschikking is gegeven door een meervoudige kamer van het hof en is openbaar uitgesproken op 1 september 2022.