Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
hij op of omstreeks 23 juni 2016 in de gemeente Maastricht ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven, voornoemde [slachtoffer] (meermalen) met een mes (in diens arm) heeft gestoken en/of gesneden en/of met een mes (een) stekende en/of snijdende beweging(en) heeft gemaakt in de richting van (het bovenlichaam en/of het hoofd van voornoemde [slachtoffer] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 23 juni 2016 in de gemeente Maastricht aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten pees- en/of zenuwletsel aan diens arm, heeft toegebracht door voornoemde [slachtoffer] (meermalen) met een mes (in diens arm) te steken en/of te snijden;
hij op of omstreeks 23 juni 2016 in de gemeente Maastricht ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen voornoemde [slachtoffer] (meermalen) met een mes in diens arm heeft gestoken en/of gesneden en/of met een mes een (een) stekende en/of snijdende beweging(en) heeft gemaakt in de richting van (het bovenlichaam en/of het hoofd van) voornoemde [slachtoffer] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op 23 juni 2016 in de gemeente Maastricht ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen met een mes slaande bewegingen heeft gemaakt in de richting van het bovenlichaam van voornoemde [slachtoffer] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Het proces-verbaal van aangifte d.d. 24 juni 2016 (dossierpagina’s 53-56), voor zover inhoudende als verklaring van aangever [slachtoffer] :
Het proces-verbaal van de openbare terechtzitting in eerste aanleg d.d. 15 augustus 2018, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte [verdachte] :
Het proces-verbaal van de openbare terechtzitting in hoger beroep d.d. 18 maart 2022, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte [verdachte] :
Proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 26 juni 2016, dossierpagina’s 103-104, met fotomap op dossierpagina’s 105-109, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 1] :
(hof: dossierpagina’s 105-109).
De eigen waarnemingen van het hof op de foto’s 7 en 8 van de fotomap, dossierpagina 109:
Een geschrift in de zin van artikel 344, eerste lid, onder 5, van het Wetboek van Strafvordering, te weten het letselrapport d.d. 17 augustus 2016, dossierpagina’s 65-68, voor zover inhoudende als relaas van M.W.G. Govaerts, forensisch arts:
poging tot zware mishandeling.
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor ten hoogste 26 dagen kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden;
€ 1.688,55(zegge: duizend zeshonderdachtentachtig euro en vijfenvijftig cent) bestaande uit € 688,55 (zegge: zeshonderdachtentachtig euro en vijfenvijftig cent) materiële schade en € 1.000,00 (zegge: duizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 juni 2016 tot aan de dag der voldoening.
€ 1.688,55 (zegge: duizend zeshonderdachtentachtig euro en vijfenvijftig cent)bestaande uit € 688,55 (zeshonderdachtentachtig euro en vijfenvijftig cent) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 juni 2016 tot aan de dag der voldoening, en bepaalt dat gijzeling voor de duur van ten hoogste 26 (zesentwintig) dagen kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid van de schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;