In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep van Euregio Recycling B.V. tegen een nog onbekende geïntimeerde. De zaak is een vervolg op een eerder tussenarrest van 9 juni 2020 en betreft een geschil dat zijn oorsprong vindt in een vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 12 februari 2020. De procedure is gestart door Euregio, die in principaal beroep optreedt, terwijl de andere partij in incidenteel beroep gaat. De advocaten van beide partijen zijn mr. J.J.L. Paijmans en mr. M.M. van Tol.
Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat partijen geen minnelijke schikking hebben kunnen bereiken. Het hof heeft vervolgens de zaak naar de rol verwezen voor memorie van grieven. De memorie van grieven van Euregio en de memorie van antwoord van de geïntimeerde zijn ingediend, maar er zijn verschillende processtukken van de eerste aanleg niet aangetroffen. Het hof heeft partijen verzocht om deze ontbrekende stukken alsnog in te brengen, alvorens de zaak inhoudelijk te kunnen beoordelen.
In de uitspraak van 9 augustus 2022 heeft het hof de zaak naar de rol van 6 september 2022 verwezen voor akte van beide partijen, waarbij geen gelegenheid voor antwoordakte zal worden gegeven. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan totdat de ontbrekende stukken zijn ingediend.