Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met het procesdossier van de eerste aanleg (A t/m H) en producties (21 t/m 43), ingekomen ter griffie op 25 februari 2022;
- het verweerschrift met producties (12 t/m 16), ingekomen ter griffie op 25 april 2022;
- een brief van [de werknemer] met producties (44 en 45), ingekomen ter griffie (eerste exemplaar via zivver) op 19 mei 2022;
- [de werkgever] , vertegenwoordigd door dhr. [directeur] (directeur) en bijgestaan door mr. Kamerbeek;
- als toehoorders waren aanwezig: aan de zijde van [de werknemer] mw. [toehoorder 1] en aan de zijde van [de werkgever] dhr. [toehoorder 2] en mw. [toehoorder 3] ;
3.De beoordeling
- Stressbestendigheid -> Jawel, probeer stresssituaties voor te blijven.
‘Denk hieraan bij de Ticketbalie, eerste aanspreekpunt. Niet lui liggen.’[de werknemer] heeft voorts de arbeidsovereenkomst met daarin de benoeming tot ‘Medewerker algemeen onderhoud’ en de bijbehorende schaal 4 aanvaard, zoals hij zelf stelt in zijn beroepschrift onder punt 11. Naar het oordeel van het hof was daarmee voor [de werknemer] voldoende duidelijk dat zijn werkzaamheden ook bestonden uit niet technische taken, zoals kaartverkoop en horecawerk (bardiensten). Ook in hoger beroep is door [de werknemer] gesteld noch aannemelijk gemaakt dat hij de navolgende taken van een filmoperateur, te weten leidinggeven, het mede selecteren van nieuwe medewerkers, het toewijzen van werkzaamheden en het geven van instructies, uitvoerde. Bij deze - naar het oordeel van het hof op basis van het functieprofiel filmoperateur - belangrijke taken, heeft [de werknemer] op productie 33 (bij het beroepschrift) ook zelf ‘nee’ gezet. Dat hij deze taken uitvoerde blijkt ook niet uit de whatsappberichten, of uit de video. Voorts is niet althans onvoldoende aannemelijk gemaakt dat [de werknemer] zelfstandig PR taken mocht uitvoeren en de eindverantwoordelijkheid voor de operationele en technische werkzaamheden droeg, hetgeen wel bij de functie van filmoperateur hoort gezien de omschrijving van het functieprofiel. Dat een referentie spreekt van ‘operateur’ maakt niet dat [de werknemer] de functie van filmoperateur ook daadwerkelijk bekleedde. Door [de werknemer] is ten slotte niet gesteld dat zijn werkzaamheden sinds aanvang van het dienstverband zijn gewijzigd.
loonbedragen, gelijk het verzoek vii. in eerste aanleg).
na de opzegging– zodat het opzegverbod van artikel 7:670 lid 1 BW niet zou hebben gespeeld (zie artikel 7:671b lid 7 BW). Bovendien biedt ook artikel 7:671b lid 6 onder b BW nog beoordelingsruimte ten aanzien van een dergelijk verzoek, waar [de werknemer] immers zelf aangeeft dat het medisch onverantwoord was bij [de werkgever] terug te keren (het hof leest hierin ook: of in dienst te blijven) (zie verzoekschrift eerste aanleg punten 106-107).
Als wegingsfactor speelt voorts een rol dat [de werknemer] thans geen ander werk heeft en onduidelijk is of dat op korte termijn zal veranderen, vanwege zijn – onweersproken - voortdurende arbeidsongeschiktheid.
Gezien de beperkte reikwijdte van het Besluit BIK (zie artikel 1 daarvan, Stb 2012, 141) geldt het Besluit BIK als zodanig niet en zal het hof in beginsel uitgaan van het Rapport Voorwerk II, zij het met rekenkundige inachtneming van de staffel die als regelend recht geldt (zie Rapport BGK Integraal 2013, p. 30). Nu het hof uitkomt op een hogere billijke vergoeding dan de kantonrechter en de al betaalde transitievergoeding van € 1.194,38 bruto voor de berekening van de buitengerechtelijke incassokosten wel zal meetellen, is het hof van oordeel dat de grief IV deels slaagt. Deels, omdat [de werknemer] in zijn berekening is uitgegaan van te hoge vergoedingen en geen sprake is van achterstallig loon.