In deze zaak heeft Leyla Stables LLC, een onderneming uit de Verenigde Staten, hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Limburg. De zaak betreft een geschil over de aankoop van een paard en de daaropvolgende verplichtingen van de partijen. Leyla Stables vorderde in eerste aanleg onder andere een verklaring voor recht dat zij de koopovereenkomst rechtsgeldig had ontbonden en terugbetaling van de koopsom. De rechtbank heeft deze vorderingen afgewezen en Leyla Stables veroordeeld om het paard op te halen en schadevergoeding te betalen aan de tegenpartij, [geïntimeerde].
In het hoger beroep heeft [geïntimeerde] een incidentele vordering ingediend tot het treffen van een voorlopige voorziening, waarbij zij zekerheidstelling vorderde in de vorm van een bankgarantie voor de proceskosten. Het hof heeft de vordering tot zekerheidstelling beoordeeld aan de hand van de relevante artikelen uit het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Het hof oordeelde dat de vordering tot zekerheidstelling voor de proceskosten van de eerste aanleg niet toewijsbaar was, omdat deze in eerste aanleg ingesteld had moeten worden.
Daarnaast werd de vordering tot zekerheidstelling voor de proceskosten van het hoger beroep afgewezen, omdat Leyla Stables zich kon beroepen op een uitzondering uit het Verdrag van Vriendschap, Handel en Scheepvaart tussen Nederland en de Verenigde Staten, waardoor zij vrijgesteld was van het stellen van zekerheid voor proceskosten. Het hof heeft de vordering in het incident afgewezen en de beslissing over de proceskosten aangehouden tot de einduitspraak in de hoofdzaak.