4.1.In de onderhavige procedure heeft [appellant] in conventie gevorderd:
‘1. Te verklaren voor recht dat de grens tussen het erf van [appellant] en het
erf van [geïntimeerde 1] is gelegen zoals deze blijkt uit de veldwerktekening
die als productie 6 aan deze dagvaarding is gehecht.
2. [geïntimeerde 1] te veroordelen om binnen veertien dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis het erf van [appellant] , kadastraal bekend gemeente Drunen, sectie [sectieletter] , nummer [sectienummer 5] , te ontruimen en ontruimd te houden, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag of dagdeel dat [geïntimeerde 1] in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, met machtiging van [appellant] om zelf de ontruiming te (doen) laten plaatsvinden, desnoods met behulp van de sterke arm van politie en justitie, als [geïntimeerde 1] niet binnen vier weken na betekening van het in dezen te wijzen vonnis aan deze veroordeling heeft voldaan, met veroordeling van [geïntimeerde 1] om de kosten die daarmee zijn gemoeid op vertoon van de in het in dezen te wijzen vonnis te vermelden bescheiden binnen acht dagen te voldoen.
3. [geïntimeerde 1] te veroordelen om binnen veertien dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis medewerking te verlenen aan de afpaling van de erfgrens in het veld door middel van behoorlijk waarneembare afpalingstekens, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250 per dag of gedeelte van een dag dat [geïntimeerde 1] in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum van
€ 25.000, en met veroordeling van [geïntimeerde 1] om de helft van de kosten die met de afpaling zijn gemoeid op vertoon van de in het in dezen te wijzen vonnis te vermelden bescheiden binnen acht dagen te voldoen.
4. [geïntimeerde 1] te veroordelen om ten behoeve van de werkzaamheden in verband met de door [appellant] op te richten tuinmuur, indien en voor zover nodig, hun erf ter beschikking te stellen, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag of gedeelte daarvan dat [geïntimeerde 1] nalatig zijn om aan die veroordeling te voldoen, met een maximum van € 25.000.
5. [geïntimeerde 1] te veroordelen om aan [appellant] te vergoeden de kosten van buitengerechtelijke rechtsbijstand ter hoogte van € 462,50, althans ter hoogte van een door uw rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening.
6. [geïntimeerde 1] te veroordelen in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met nakosten à € 157 (zonder betekening) respectievelijk € 239 (met betekening), vermeerderd met de wettelijke rente over de proces- en nakosten als [geïntimeerde 1] deze niet binnen veertien dagen na dagtekening van het in dezen te wijzen vonnis heeft betaald.’