Uitspraak
8.Het verdere verloop van de procedure
9.De verdere beoordeling
Neen.
Er was bij betrokkene spraken van een GBM(hof: geen benutbare mogelijkheden)
situatie, wat betekent dat hij volledig arbeidsongeschikt was.
Neen; de GBM-situatie heeft zeker tot en met 10-6-2019 geduurd; zelfs tot ruim daarna.
Ja. Ik heb gekeken waarom ik tot een ander oordeel ben gekomen dan de bedrijfsarts. Ik heb hiervoor eerst gekeken naar welke gezondheidsproblematiek de bedrijfsarts heeft aangenomen. Uit de stukken die de bedrijfsarts ter beschikking heeft gesteld komt naar voren dat is uitgegaan van HIV en niet nader omschreven psychische klachten. Uit het overleg tussen de bedrijfsarts en verzekeringsarts UWV in het kader van het DO wordt voor wat betreft de psychische klachten uitgegaan van een lichte depressie. Uit de informatie van de behandelend sector is gebleken dat dit een onjuiste constatering is geweest.(…)De reden waarom ik tot een ander oordeel ben gekomen dan bedrijfsarts en UWV-arts (Deskundigen oordeel) ligt in het feit dat destijds de ernst van betrokkene’s psychische gezondheidsproblematiek ernstig is onderschat, wat er toe heeft geleid dat de belastbaarheid ernstig is overschat.
“(…) Eindconclusie: gezondheidsproblematiek op basis van eigen onderzoek en informatie behandelend sector luidt dat er op data in geding sprake was van een angststoornis, een depressie met psychotische kenmerken, waardoor betrokkene volledig vastliep in de thuissituatie en re-integratie 1-3-2019 mislukte. Augustus 2019 is betrokkene openomen gedurende 1 maand op de afdeling psychiatrie van het [ziekenhuis] Ziekenhuis. (…)Na opname wordt betrokkene intensief door meerdere instanties begeleid. Zowel UWV als bedrijfsarts achten betrokkene na opname niet belastbaar voor arbeid (GBM).(…)Als gevolg van de ernst van de gezondheidsproblematiek (in het bijzonder de depressie met psychotische kenmerken in combinatie met de angststoornis) en de gevolgen hieruit voortvloeiend voor het persoonlijk en sociaal functioneren kan gesteld worden dat ten tijde data in geding sprake was van ernstig disfunctioneren op alle drie de niveaus van het persoonlijk en sociaal functioneren als gevolg van een ernstige psychische stoornis.(…)Kort na data geschil is betrokkene opgenomen in ziekenhuis. Ook dit valt onder de criteria GBM. Nadien is betrokkene gezien door verzekeringsarts UWV in het kader van een eerstejaars ziektewetbeoordeling. Ondanks dat de gezondheidsproblematiek aan het opklaren was achtte de verzekeringsarts betrokkene nog immer vallen onder de criteria van GBM, nl vanwege ernstig disfunctioneren op alle drie de niveaus van het persoonlijk en sociaal functioneren als gevolg van een ernstige psychische stoornis.(…)Verder merkt de deskundige nog op dat de omstandigheid dat de bedrijfsarts bij betrokkene in het half jaar na de eerstejaars ziektewetbeoordeling geen benutbare mogelijkheden constateert het meer dan aannemelijk maakt dat ook ten tijde van de data in geschil geen benutbare mogelijkheden waren, aangezien de gezondheidsproblematiek destijds erger was dan na de opname.
Het hof gaat dan ook uit van de onderbouwde conclusies en antwoorden in het deskundigenrapport.
Aangezien [de werkgever] om ontbinding van de arbeidsovereenkomst heeft verzocht, heeft [de werknemer] recht op de transitievergoeding. [de werknemer] verzoekt toekenning van een bedrag van € 2.457,--. [de werkgever] voert geen verweer tegen de hoogte van de verzochte transitievergoeding, zodat het hof die zal toewijzen als na te melden.