ECLI:NL:GHSHE:2022:1556

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
17 mei 2022
Publicatiedatum
17 mei 2022
Zaaknummer
200.303.001_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bekrachtiging vonnis kantonrechter in geschil tussen Perfect Hypotheken B.V. en geïntimeerden over niet-betaalde factuur en bindend advies Kifid

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 17 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep van een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Perfect Hypotheken B.V. had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 8 september 2021, waarin de kantonrechter de vordering van Perfect Hypotheken tot betaling van een factuur van € 3.495,00 door de geïntimeerden had afgewezen. De kantonrechter oordeelde dat de geïntimeerden niet door een professionele gemachtigde waren bijgestaan en stelde de proceskosten op nihil.

In hoger beroep voerde Perfect Hypotheken aan dat het Klachteninstituut financiële dienstverlening (Kifid) in een bindende beslissing op 13 juli 2021 tot een ander oordeel was gekomen dan de kantonrechter. Perfect Hypotheken stelde dat de beslissing van het Kifid bindend was en dat het vonnis van de kantonrechter vernietigd diende te worden. Het hof oordeelde echter dat het niet gebonden was aan de beslissing van het Kifid en dat de grondslag van de vordering in deze procedure verschilde van die in de Kifid-procedure. Het hof concludeerde dat er geen andere gronden waren aangevoerd die tot vernietiging van het vonnis zouden moeten leiden.

Het hof bekrachtigde daarom het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde Perfect Hypotheken in de proceskosten van het hoger beroep. De kosten werden begroot op € 338,00 aan griffierecht en € 787,00 aan salaris advocaat. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 17 mei 2022.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht
zaaknummer 200.303.001/01
arrest van 17 mei 2022
in de zaak van
Perfect Hypotheken B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats] ,
appellante,
hierna aan te duiden als Perfect Hypotheken,
advocaat: mr. D.W.L. Cloots te Bergen op Zoom,
tegen

1.[geïntimeerde 1] ,wonende te [woonplaats] ,

2.
[geïntimeerde 2],
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerden,
hierna tezamen aan te duiden als [geïntimeerden] , en ieder afzonderlijk als [geïntimeerde 1] respectievelijk [geïntimeerde 2] ,
advocaat: mr. P.J.M. Boomaars te Breda,
op het bij exploot van dagvaarding van 22 november 2021 ingeleide hoger beroep van het vonnis van 8 september 2021, door de kantonrechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, (hierna: de kantonrechter) gewezen tussen Perfect Hypotheken als eiseres en [geïntimeerden] als gedaagden.

1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 8988469 CV EXPL 21-283)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis en naar het daaraan voorafgegane tussenvonnis van 10 maart 2021 waarbij de kantonrechter een mondelinge behandeling heeft bevolen.

2.Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding in hoger beroep met één grief, eiswijziging en producties;
  • het tegen [geïntimeerden] verleende verstek;
  • de zuivering van dat verstek;
  • de memorie van antwoord.
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.

3. De beoordeling

Feiten
3.1.
In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
3.1.1.
[geïntimeerde 1] is vennoot van Grieks restaurant Irodion te [vestigingsplaats] . Hij heeft zich per 1 juli 2020 als zodanig laten uitschrijven uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Per die datum is hij in loondienst getreden van het restaurant als bedrijfsleider/manager. Op 5 november 2020 heeft [geïntimeerde 1] zich weer in het handelsregister van de Kamer van Koophandel ingeschreven als vennoot van restaurant Irodion.
3.1.2.
In de periode van 22 juli 2020 tot en met 24 juli 2020 heeft Perfect Hypotheken in de persoon van de heer [persoon A] (hierna: [persoon A] ) op verzoek van [geïntimeerden] namens hen onderhandeld over de aankoop van een woning, gelegen aan de [adres] in [plaats] .
3.1.3.
Op 24 juli 2020 hebben die onderhandelingen geleid tot een voorlopige koopovereenkomst met [geïntimeerden] als kopers, onder voorbehoud van de financiering van de woning door verkrijging van een hypothecaire geldlening van een erkende geldverstrekkende bankinstelling.
3.1.4.
Perfect Hypotheken heeft op 28 juli 2020 voor [geïntimeerden] een hypotheekaanvraag ingediend bij Nationale Nederlanden (hierna: NN).
3.1.5.
Op 4 augustus 2020 hebben [geïntimeerden] verschillende opdrachtbevestigingen ondertekend, die door Perfect Hypotheken zijn opgesteld. In die opdrachtbevestigingen is omschreven welke werkzaamheden door Perfect Hypotheken worden verricht en wat de kosten zijn van deze werkzaamheden.
3.1.6.
Op 15 september 2020 heeft NN de hypotheekaanvraag afgewezen. Perfect Hypotheken heeft diezelfde dag een nieuwe aanvraag voor een hypothecaire geldlening ingediend bij ASR Hypotheken (hierna: ASR). Van de afwijzing van de hypotheekaanvraag door NN en de nieuwe aanvraag bij ASR zijn [geïntimeerden] die dag door [persoon A] via Whatsapp op de hoogte gesteld. Op de vraag van [geïntimeerde 2] via WhatsApp naar de reden voor de afwijzing van de hypotheekaanvraag door NN, heeft [persoon A] via WhatsApp geantwoord:
“(…) Ze vonden het vreemd dat je partner eerst zelfstandig was en vervolgens in loondienst gaat bij hetzelfde bedrijf”.
3.1.7.
Bij WhatsApp bericht van 6 oktober 2020 hebben [geïntimeerden] aan Perfect Hypotheken laten weten dat zij afzien van verdere dienstverlening door Perfect Hypotheken.
3.1.8.
Dezelfde dag heeft Perfect Hypotheken een factuur aan [geïntimeerden] verzonden voor een bedrag van € 3.495,00, bestaande uit € 2.995,00 aan advies en bemiddeling en
€ 500,00 aan kosten voor de inkooporganisatie.
3.1.9.
[geïntimeerden] hebben deze factuur, ook na meerdere sommaties, niet betaald.
3.1.10.
Op 15 januari 2021 hebben [geïntimeerden] een klacht tegen Perfect Hypotheken ingediend bij het Klachteninstituut financiële dienstverlening (hierna: het Kifid). Partijen hebben in de procedure bij het Kifid gekozen voor een bindend advies. Bij beslissing van
13 juli 2021 is het Kifid tot het oordeel gekomen dat de klacht van [geïntimeerden] ongegrond is en heeft het Kifid de daarop gebaseerde vordering van [geïntimeerden] tot vergoeding van € 3.972,00 afgewezen.
Het geding in eerste aanleg
3.2.
Bij inleidende dagvaarding van 15 januari 2021 heeft Perfect Hypotheken een procedure tegen [geïntimeerden] aanhangig gemaakt bij de kantonrechter. Perfect Hypotheken vorderde in eerste aanleg om bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad [geïntimeerden] hoofdelijk te veroordelen om aan Perfect Hypotheken te betalen:
a. € 3.495,00 aan hoofdsom;
b. € 462,95 aan buitengerechtelijke incassokosten;
c. € 13,75 aan wettelijke rente tot en met 31 december 2020;
d. de wettelijke rente over het sub a gevorderde vanaf 1 januari 2021 tot aan de dag van volledige betaling;
e. de proceskosten, waaronder begrepen een bedrag aan salaris voor de gemachtigde van Perfect Hypotheken en het griffierecht;
f. de nakosten;
g. de wettelijke rente over de proces- en nakosten indien deze kosten niet binnen veertien dagen na dagtekening van het te wijzen vonnis zullen zijn betaald vanaf dat moment tot aan de dag van volledige betaling.
3.3.
[geïntimeerden] hebben de vordering van Perfect Hypotheken gemotiveerd betwist.
3.4.
Bij vonnis van 8 september 2021 heeft de kantonrechter de vordering van Perfect Hypotheken afgewezen en haar als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. Die kosten heeft de kantonrechter vastgesteld op nihil omdat [geïntimeerden] in eerste aanleg niet door een professionele gemachtigde zijn bijgestaan.
Het geding in hoger beroep
3.5.
Perfect Hypotheken is van dat vonnis tijdig in hoger beroep gekomen. Bij appeldagvaarding heeft Perfect Hypotheken één grief aangevoerd en haar eis gewijzigd. Zij heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden vonnis en om, opnieuw rechtdoende, bij arrest voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [geïntimeerden] alsnog hoofdelijk te veroordelen om aan Perfect Hypotheken te betalen:
a. € 3.495,00 aan hoofdsom;
b. € 462,95 aan buitengerechtelijke incassokosten;
c. de wettelijke rente over het sub a gevorderde vanaf 21 oktober 2020 tot aan de dag van volledige betaling;
d. de proces- en nakosten van zowel de eerste aanleg als van dit hoger beroep.
3.6.
[geïntimeerden] hebben bij memorie van antwoord gemotiveerd verweer gevoerd en hebben geconcludeerd tot bekrachtiging van het bestreden vonnis en tot veroordeling van Perfect Hypotheken, uitvoerbaar bij voorraad, in de proceskosten van het hoger beroep.
Eiswijziging
3.7.
[geïntimeerden] hebben geen bezwaar gemaakt tegen de eiswijziging van Perfect Hypotheken. Het hof ziet ook geen aanleiding om de eiswijziging ambtshalve buiten beschouwing te laten vanwege strijd met de goede procesorde. Recht zal worden gedaan op de gewijzigde eis.
De grief in hoger beroep
3.8.
De grief die Perfect Hypotheken in hoger beroep aanvoert tegen het vonnis waarvan beroep stelt uitsluitend aan de orde dat het Kifid bij beslissing van 13 juli 2021 tot een ander oordeel is gekomen dan de kantonrechter bij vonnis waarvan beroep. Perfect Hypotheken stelt dat partijen aan de beslissing van het Kifid zijn gebonden omdat geen sprake is van ernstige gebreken in deze beslissing die gebondenheid daaraan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zouden maken. De andersluidende beslissing van de kantonrechter bij vonnis dient daarom volgens Perfect Hypotheken te worden vernietigd en haar afgewezen vordering dient alsnog te worden toegewezen. Deze grief faalt op de volgende gronden.
3.9.
Het feit dat het Kifid bij bindende beslissing van 13 juli 2021 anders heeft besloten dan de kantonrechter leidt er niet toe dat het vonnis van de kantonrechter moet worden vernietigd en dat de vordering van Perfect Hypotheken alsnog moet worden toegewezen. De kantonrechter en thans het hof zijn niet gebonden aan het gegeven bindend advies, maar zijn geroepen om geheel onafhankelijk van dat bindend advies de vordering van Perfect Hypotheken te beoordelen, uitsluitend op basis van stellingen en weren die in de procedure voor kantonrechter en hof naar voren zijn gebracht. Daarbij komt dat de grondslag van de vordering van Perfect Hypotheken in deze procedure – [geïntimeerden] zijn toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst met Perfect Hypotheken (artikel 6:74 BW) – verschilt van de grondslag van de door [geïntimeerden] gevoerde procedure bij het Kifid. In die procedure stond de vraag centraal of [persoon A] tekort is geschoten in de nakoming van zijn zorgplicht jegens [geïntimeerden] Het vonnis en het bindend advies kunnen daarom niet op één lijn worden gesteld. De beslissing van de kantonrechter dient dan ook niet te wijken voor het bindend advies van het Kifid zoals Perfect Hypotheken wil.
3.10.
Het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 26 februari 2014 (ECLI:NL:RBAMS: 2014:1656) en het arrest van de Hoge Raad van 12 september 1997 (ECLI:NL:HR:1997: ZC2427) die Perfect Hypotheken in de memorie van grieven (nr. 3.2.3) aanhaalt, zien op een andere situatie dan hier aan de orde is en kunnen daarom evenmin leiden tot vernietiging van het vonnis waarvan beroep. In de procedure bij de rechtbank Amsterdam die heeft geleid tot het vonnis van 26 februari 2014 werd de rechtbank verzocht een uitspraak van het Kifid te toetsen. In de procedure bij de Hoge Raad die heeft geleid tot het arrest van 12 september 1997 ging het om de gebondenheid van partijen aan de vaststelling van een schadebedrag door deskundige taxateurs die door partijen waren aangewezen.
3.11.
Perfect Hypotheken heeft geen andere gronden aangevoerd die tot vernietiging van het vonnis waarvan beroep zouden moeten leiden.
Bewijsaanbiedingen
3.12.
De bewijsaanbiedingen van partijen worden gepasseerd omdat er geen – niet vaststaande – stellingen en verweren zijn die – indien die na bewijslevering zouden komen vast te staan – tot een ander oordeel zouden kunnen leiden.
Slotsom
3.13.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat het vonnis waarvan beroep moet worden bekrachtigd.
Proceskosten
3.14.
Perfect Hypotheken dient als de in het ongelijk gestelde partij te worden veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.

4.De uitspraak

Het hof:
bekrachtigt het tussen partijen gewezen vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 8 september 2021 waarvan beroep;
veroordeelt Perfect Hypotheken in de proceskosten van het hoger beroep, en begroot die kosten tot op heden aan de zijde van [geïntimeerden] op € 338,00 aan griffierecht en op
€ 787,00 aan salaris advocaat;
verklaart dit arrest, wat betreft de proceskostenveroordeling, uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. E.J. van Sandick, O.G.H. Milar en J.G.J. Rinkes en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 17 mei 2022.
griffier rolraadsheer