Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
- [minderjarige 1](hierna: [minderjarige 1] ), geboren op [geboortedatum] 2006 te [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 2](hierna: [minderjarige 2] ), geboren op [geboortedatum] 2011 te [geboorteplaats] .
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de moeder, bijgestaan door mr. R.A. Wijnands (beiden via videoverbinding);
- de vader, bijgestaan door mr. A.J.E. Verschuren;
- de raad, vertegenwoordigd door de heer [vertegenwoordiger van de raad] .
3.De beoordeling
- [minderjarige 1] (hierna: [minderjarige 1] ), geboren op [geboortedatum] 2006 te [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 2] (hierna: [minderjarige 2] ), geboren op [geboortedatum] 2011 te [geboorteplaats] .
- hem samen met de moeder te belasten met het gezag over [minderjarige 1] en [minderjarige 2] ;
- een omgangs-/zorgregeling vast te stellen tussen de vader en [minderjarige 1] en [minderjarige 2] in die zin dat de kinderen, zolang de vader nog niet over eigen woonruimte beschikt, een weekend in de even weken van vrijdag 17:00 uur tot zondag 19:00 uur;
- zodra de vader over eigen woonruimte beschikt, zijn de kinderen in de even weken, wanneer de vader dagdienst heeft, bij de vader en in de oneven weken bij de moeder, waarbij het wisselmoment op maandag na school zal plaatsvinden, dan wel een andere in goede justitie te bepalen regeling;
- gedurende de helft van de vakanties en feestdagen, alsmede
- op Vaderdag. Op Moederdag zijn de kinderen bij de moeder. Telkens van 9.00 uur tot 18.00 uur;
- de verjaardag van de vader. Op de verjaardag van de moeder zijn de kinderen bij de moeder. Tijden in onderling overleg te bepalen;
- met de eigen verjaardag van de kinderen in de even jaren bij de vader en in de oneven jaren bij de moeder, tijden in onderling overleg te bepalen.
- is wijziging in het gezag in het belang van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] ?;
- welke omgangs-/zorgregeling is het meest in het belang van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] en op welke wijze dient deze qua duur en frequentie ingevuld te worden?.
- de behandeling van de verzoeken van de vader (het belasten van de ouders met het gezamenlijk gezag en het vaststellen van een zorg- c.q. omgangsregeling) aan te houden voor de duur van negen maanden en te bepalen dat de contacten tussen [minderjarige 1] en [minderjarige 2] en de vader voorlopig, totdat daarover nader wordt beslist, zullen plaatsvinden via de Begeleide Omgangsregeling (BOR), niveau 2, onder professionele begeleiding, waarbij wordt verstaan dat de professional de regie over de contacten heeft en tevens in de beschikking op te nemen dat de gemeente [gemeente 1] zich volledig inspant om dit BOR-traject mogelijk te maken, omdat de moeder met de kinderen in België is gaan wonen, om de praktische uitvoering en financiering van dit traject mogelijk te maken;
- te bepalen dat de raad (nader) onderzoek doet naar en advies geeft over de (definitieve) verzoeken tot gezag en verdeling van de zorg- en opvoedingstaken of omgangsregeling wanneer de raad daartoe, na ontvangst van het verslag van de BOR 2, aanleiding ziet.
voorlopig, totdat daarover nader wordt beslist, zal plaatsvinden onder professionele begeleiding van [instantie] ( [instantie] ), waarbij de invulling van dit begeleid omgangstraject wordt overgelaten aan [instantie] ;
of(curs. hof) contactherstel tussen de vader en de kinderen in het belang is van de kinderen. De raad acht het in het belang van de kinderen dat het omgangstraject bij [instantie] gestart gaat worden. Dit omdat de kinderen nu een beeld hebben van de vader gebaseerd op het verleden en niet op het heden. De raad heeft zijn twijfels of de moeder wel haar medewerking wil verlenen aan het onderzoek naar contactherstel tussen de vader en de kinderen.
of(curs. hof) contactherstel tussen de vader en de kinderen wel in het belang van de kinderen is. Mede gelet op hetgeen de raad hierover tijdens de mondelinge behandeling heeft verklaard, gaat het hof ervan uit dat met de zorg van de moeder rekening gehouden wordt en dat eerst zal worden beoordeeld of contactherstel tussen de vader en kinderen wel in het belang is van de kinderen. Voorts heeft het hof geen enkele grond om te twijfelen aan de deskundigheid of professionaliteit van [instantie] en aan de bereidheid en mogelijkheid van [instantie] om voor de kinderen therapeutische begeleiding in te schakelen, zodra dit wenselijk wordt geacht.
Aan de andere kant kunnen gesprekken jullie misschien helpen om de gebeurtenissen uit het verleden te verwerken, om meer inzicht te krijgen waarom dingen zijn gelopen zoals ze gelopen zijn, om te ervaren wat nu de intenties van jullie vader zijn en ook om zelf een actueel beeld te krijgen van jullie vader, niet op basis van het verleden, maar zoals hij nu is. Misschien kunnen jullie tijdens een gesprek aan je vader laten weten hoe alles voor jullie is geweest. Professionele mensen zullen jullie daarbij helpen. Het hof heeft daarom besloten dat het traject bij [instantie] doorgang moet vinden. Of er contactherstel (en dus een echte ontmoeting met hem) zal komen en zo ja, in welke vorm, staat nog niet vast, maar het hof vindt belangrijk dat de mogelijkheid daartoe wordt onderzocht.