ECLI:NL:GHSHE:2022:1411

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
3 mei 2022
Publicatiedatum
3 mei 2022
Zaaknummer
200.285.483_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor schade aan porseleinen voorwerpen en deskundigenbericht

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een geschil tussen [appellante] en [geïntimeerde] over schade aan porseleinen voorwerpen. De schade is ontstaan op 9 april 2019, toen [geïntimeerde] tijdens schoonmaakwerkzaamheden een spiegel raakte, waardoor deze op de porseleinen voorwerpen van [appellante] viel en deze beschadigde. [appellante] heeft de schade laten taxeren door een deskundige, die de vervangingswaarde op € 19.905,00 inclusief btw heeft vastgesteld. De aansprakelijkheidsverzekeraar van [geïntimeerde] heeft echter een lagere schadevergoeding van € 2.975,00 aangeboden, wat door [appellante] is afgewezen. In eerste aanleg heeft de kantonrechter de vordering van [appellante] afgewezen, waarna zij in hoger beroep is gegaan.

Het hof heeft vastgesteld dat [geïntimeerde] aansprakelijk is voor de schade, maar partijen zijn het oneens over de hoogte van de schadevergoeding. Het hof heeft besloten om een deskundigenbericht te bevelen om de waarde van de beschadigde porseleinen voorwerpen vast te stellen. Het hof heeft daarbij vragen geformuleerd over de herkomst, productiewijze, leeftijd en algehele staat van de porseleinen voorwerpen, evenals de factoren die de waarde beïnvloeden. Het hof heeft ook overwogen dat de kosten van het deskundigenbericht voorlopig ten laste van de Rijkskas komen, gezien de toevoeging van [appellante].

De zaak is verwezen naar de rol voor akte aan de zijde van beide partijen, waarbij hen de gelegenheid wordt geboden om zich uit te laten over de benoeming van deskundige(n) en om te proberen tot een minnelijke regeling te komen. Het hof houdt verdere beslissingen aan tot een later moment.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Team Handelsrecht
zaaknummer 200.285.483/01
arrest van 3 mei 2022
in de zaak van
[appellante],
wonende te [woonplaats] ,
appellante,
hierna aan te duiden als:
[appellante],
advocaat: mr. P.J.A. van de Laar te Eindhoven,
tegen
[geïntimeerde],
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde,
hierna aan te duiden als:
[geïntimeerde],
advocaat: thans mr. R.N.H. Hoeppermans te ’s-Hertogenbosch, voorheen mr. S. Salah-Hashim te ’s-Hertogenbosch,
als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 12 januari 2021 in het hoger beroep van het door de kantonrechter in de rechtbank Oost-Brabant, zittingslocatie Eindhoven, onder zaaknummer 8394567\CV EXPL 20-1610, gewezen eindvonnis van 8 oktober 2020, tussen [appellante] als eisende partij en [geïntimeerde] als gedaagde partij.

5.Het verdere verloop van de procedure

5.1.
Ter uitvoering van het tussenarrest van 12 januari 2021 heeft op 15 april 2021 een mondelinge behandeling plaatsgevonden.
5.2.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenarrest van 12 januari 2021, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 15 april 2021,
- de memorie van grieven, met producties,
- de memorie van antwoord, met productie,
- de akte van de zijde van [appellante] , met productie,
- de antwoordakte van de zijde van [geïntimeerde] .
5.3.
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.

6.De beoordeling

De vaststaande feiten
6.1.
[appellante] is de schoondochter van [geïntimeerde] .
6.2.
Op 9 april 2019 heeft [geïntimeerde] schoonmaakwerkzaamheden verricht in de woning van [appellante] . [geïntimeerde] heeft daarbij een spiegel geraakt, die daardoor op een aantal porseleinen voorwerpen van [appellante] is gevallen. De porseleinen voorwerpen zijn daarbij beschadigd geraakt.
6.3.
[appellante] heeft de beschadigde porseleinen voorwerpen laten taxeren door de heer [taxateur] (hierna: [taxateur] ) van de [...] Kunsthandel. [taxateur] heeft de
“huidige vervangingswaarde voor de schade”getaxeerd op € 19.905,00 inclusief btw. De [...] Kunsthandel heeft [appellante] voor deze taxatie een nota van € 720,00 doen toekomen.
6.4.
De aansprakelijkheidsverzekeraar van [geïntimeerde] heeft Dekra Experts ingeschakeld om de schade te taxeren. De door Dekra Experts ingeschakelde deskundige heeft de dagwaarde van de porseleinen voorwerpen getaxeerd op € 2.975,00. De verzekeraar van [geïntimeerde] heeft dit bedrag aan [appellante] vergoed.
6.5.
De advocaat van [appellante] heeft bij brief van 11 februari 2020 [geïntimeerde] verzocht en gesommeerd tot betaling van (€ 19.905,00 +/+ € 720,00 -/- € 2.975,00 =)
€ 17.650,00.
6.6.
In antwoord op deze brief heeft de verzekeraar van [geïntimeerde] bij brief van 5 maart 2020 aan de advocaat van [appellante] laten weten geen aanvullende betaling namens [geïntimeerde] te zullen doen aan [appellante] .
Eerste aanleg
6.7.
[appellante] heeft in eerste aanleg, samengevat, gevorderd om [geïntimeerde] te veroordelen tot betaling van € 17.650,00, te vermeerderen met de wettelijke rente, en om [geïntimeerde] te veroordelen in de proceskosten.
6.8.
[geïntimeerde] heeft verweer gevoerd.
6.9.
Bij het bestreden vonnis heeft de kantonrechter de vordering van [appellante] afgewezen, met veroordeling van [appellante] in de proces- en nakosten.
Hoger beroep
vordering
6.10.
[appellante] heeft in hoger beroep, onder aanvoering van vier grieven, gevorderd het
bestreden vonnis te vernietigen en, opnieuw recht doende, haar vordering alsnog toe te wijzen, met veroordeling van [geïntimeerde] in de proceskosten van beide instanties.
6.11.
[geïntimeerde] heeft verweer gevoerd.
aansprakelijkheid voor schade
6.12.
Het hof stelt voorop dat tussen partijen niet in geschil is dat [geïntimeerde] aansprakelijk is voor de op 9 april 2019 toegebrachte schade aan de aan [appellante] in eigendom toebehorende porseleinen voorwerpen.
6.13.
In het door [appellante] in het geding gebrachte taxatierapport van [taxateur] van de [...] Kunsthandel staan de volgende porseleinen voorwerpen omschreven en afgebeeld: a)
“Twee Saksische Porseleinen schaal op voet”(foto 1);
b)
“Set van drie Saksische Porseleinen figuren (…) Zigeuner muziek”(foto 2);
c)
“Saksische Porseleinen groep met figuren (…) 2 eng. bij vogelkooi”, “Saksische Porseleinen groepje (…) jongen meisjes / wip”en
“Twee Saksische Porseleinen figuren (…) Jongen/ orgel+meisje”(foto 3);
d)
“Saksische Porseleinen groep met figuren (…) touwtrekkers”(foto 4);
e)
“Saksische Porseleinen groep met figuren (…) zitt kind op grote bok”(foto 5); en
f)
“Twee Saksische Porseleinen figuren (…) heer hekje/dame”(foto 6).
Deze porseleinen voorwerpen staan ook omschreven en afgebeeld in de van de zijde van [geïntimeerde] in het geding gebrachte rapportage van Dekra Experts, met uitzondering van de onder c) omschreven
“Twee Saksische Porseleinen figuren (…) Jongen/orgel+ meisje”.
Nu [appellante] haar vordering heeft gebaseerd op het taxatierapport van [taxateur] en de hierin omschreven en afgebeelde porseleinen voorwerpen niet door [geïntimeerde] zijn betwist, zal het hof uitgaan van de in het taxatierapport van [taxateur] omschreven en afgebeelde porseleinen voorwerpen.
6.14.
Tussen partijen is verder niet in geschil dat de porseleinen voorwerpen onherstelbaar beschadigd zijn.
grieven zien op schadebegroting
6.15.
Partijen twisten over de hoogte van de schade die voor vergoeding door [geïntimeerde] in aanmerking komt. De grieven van [appellante] hebben alle betrekking op de schadebegroting. Het hof zal deze grieven gezamenlijk behandelen, zonder afzonderlijk op alle grieven in te gaan.
kader schadebegroting
6.16.
Ingevolge het bepaalde in artikel 6:97 BW begroot de rechter de schade op de wijze die het meest met de aard ervan in overeenstemming is.
6.17.
Uitgangspunt bij de begroting van schade is dat de benadeelde zoveel mogelijk in de toestand moet worden gebracht waarin hij (of zij) zou hebben verkeerd indien de schadeveroorzakende gebeurtenis zou zijn uitgebleven. Hieruit volgt dat de schade in beginsel moet worden berekend met inachtneming van alle omstandigheden van het concrete geval. Op praktische gronden en om redenen van billijkheid, kan in bijzondere gevallen van een of meer omstandigheden van het geval worden geabstraheerd.
6.18.
In gevallen van zaakbeschadiging als de onderhavige geldt verder als uitgangspunt dat de rechthebbende op de beschadigde zaak door die beschadiging een nadeel in zijn vermogen lijdt dat gelijk is aan de waardevermindering die de zaak heeft ondergaan. Volgens vaste rechtspraak zal het geldbedrag waarin deze waardevermindering kan worden uitgedrukt in het algemeen gelijk zijn aan de - naar objectieve maatstaven berekende - kosten die met het herstel zijn gemoeid. De aard van zodanige schade rechtvaardigt dat de rechter bij het begroten daarvan in beginsel abstraheert van omstandigheden die de bijzondere situatie van de benadeelde eigenaar betreffen. Met het oog op de hanteerbaarheid van de schadeberekening bij zaakbeschadiging dient terughoudendheid te worden betracht met het aanvaarden van uitzonderingen op het voormelde uitgangspunt.
6.19.
Wanneer een zaak zoals in het onderhavige geval geheel en al verloren gaat voor de rechthebbende doordat herstel niet mogelijk is of economisch onverantwoord, lijdt deze door dit verlies een nadeel in zijn vermogen gelijk aan de waarde van de zaak. Indien de desbetreffende, verloren gegane zaak een exemplaar is zonder eigen, individueel bepaalde kenmerken, van een soort waarvoor een voor het publiek toegankelijke markt bestaat, zal de rechthebbende door dit verlies een nadeel in zijn vermogen lijden dat in het algemeen kan worden gesteld op de waarde in het economisch verkeer van de zaak ten tijde van het verlies (de ‘marktwaarde’). Behoudens bijzondere, door de rechthebbende te stellen omstandigheden, wordt daarmee recht gedaan aan het uitgangspunt dat hij als benadeelde zoveel mogelijk in de positie moet worden gebracht waarin hij zonder de schadeveroorzakende gebeurtenis zou hebben verkeerd.
door partijen ingebrachte rapporten
6.20.
In het rapport van de zijde van [appellante] is de schade bepaald op de vervangingswaarde van de porseleinen voorwerpen.
6.21.
Uit de door [appellante] in hoger beroep in het geding gebrachte toelichtingen van [taxateur] op het taxatierapport maakt het hof op dat de vervangingswaarde volgens [taxateur] in dit geval gelijk is aan de nieuwwaarde en de dagwaarde van de porseleinen voorwerpen. In de toelichtingen verklaart [taxateur] dat onder de vervangingswaarde verstaan wordt het bedrag dat nodig is voor het verkrijgen van naar soort, kwaliteit, staat en ouderdom vergelijkbare zaken en dat onder de dagwaarde begrepen wordt de nieuwwaarde minus de afschrijving wegens ouderdom of slijtage. Volgens [taxateur] is van slijtage van de porseleinen voorwerpen geen sprake. Daarbij komt dat volgens [taxateur] van massaproductie van en tweedehands (internet)handel in vergelijkbare porseleinen voorwerpen geen sprake is, zodat Saksisch porselein als het onderhavige waardevast is. Aangezien de porseleinen voorwerpen ook vandaag de dag nog gemaakt worden, dient - zo begrijpt het hof - de schadevergoeding zodanig te zijn dat de benadeelde gelijkwaardige porseleinen voorwerpen kan verkrijgen en/of aankopen. Reden waarom - aldus [taxateur] - in het taxatierapport uitgegaan is van de door de fabrikanten van deze porseleinen voorwerpen gestelde verkoopprijzen inclusief btw.
6.22.
In de geanonimiseerde rapportage van de zijde van [geïntimeerde] is de schade bepaald op de waarde betreffende de situatie vóór de schade, gebruikt en in goede conditie. Alleen het in deze rapportage als
“Figuren bij rustiek hekwerk”omschreven porseleinen voorwerp (
“Object 8”) (hiervoor in rechtsoverweging 6.13 vermeld onder f)) is gewaardeerd in besmeurde/beschadigde conditie, omdat dit voorwerp volgens de rapportage oude lijmsporen heeft.
6.23.
Uit de door [geïntimeerde] in hoger beroep in het geding gebrachte geanonimiseerde toelichting van de door Dekra Experts ingeschakelde
“Registertaxateur TMV”op deze rapportage maakt het hof op dat het volgens deze rapportage gaat om in massaproductie gemaakte reproducties uit de 20e eeuw, die veelvuldig in gebruikte staat op (internet)veilingen worden aangeboden. Er is - aldus de rapportage - meer aanbod dan vraag. Dat zorgt voor een veel lagere economische waarde dan de prijs die het kost om deze porseleinen voorwerpen nu nieuw te maken. De
“werkelijke en actuele waarde”van de porseleinen voorwerpen, te weten: de waarde waarvoor de benadeelde in staat is vergelijkbare porseleinen voorwerpen te kopen, is volgens de toelichting vastgesteld aan de hand van referentiestukken, waarvan screenprints bij de rapportage zijn gevoegd.
partijdeskundigen, betwisting over en weer
6.24.
De door partijen in het geding gebrachte rapporten betreffen taxaties door partijdeskundigen.
6.25.
[appellante] heeft al in eerste aanleg de deskundigheid van de door Dekra Experts ingeschakelde deskundige in twijfel getrokken. Zij heeft in dat verband aangevoerd dat de naam van de deskundige niet in de rapportage vermeld staat, zodat niets bekend is over deze persoon en zijn deskundigheid op het gebied van porselein.
6.26.
[geïntimeerde] heeft al in eerste aanleg vraagtekens geplaatst bij de onafhankelijkheid althans objectiviteit van [taxateur] als deskundige aan de zijde van [appellante] . Zij heeft in dat verband aangevoerd dat de onderhavige porseleinen voorwerpen zijn gekocht bij de [...] Kunsthandel. Ook wijst zij erop dat in de eerste toelichting van [taxateur] (van januari 2021) op het taxatierapport staat vermeld dat door de [...] Kunsthandel voor taxaties
“met een vervanging/nieuwwaarde tot € 4500,--”taxatiekosten van € 175,00 worden gerekend en dat voor taxaties boven deze waarde taxatiekosten van 3% worden gerekend. Daarmee heeft de [...] Kunsthandel - aldus [geïntimeerde] - een persoonlijk belang bij de hoogte van de waarde van de taxatie.
6.27.
Het hof overweegt als volgt. [geïntimeerde] heeft in eerste aanleg een nadere toelichting van Dekra Experts op de rapportage van de door haar ingeschakelde deskundige in het geding gebracht. Hierin geeft Dekra Experts een toelichting op de keuze om een geanonimiseerd rapport te gebruiken en meldt zij dat deze deskundige niet bij haar in vaste dienst is, dat deze niet afhankelijk is van opdrachten van Dekra Experts en daarmee volstrekt onafhankelijk is. In hoger beroep heeft [geïntimeerde] een eveneens geanonimiseerde toelichting van de door Dekra Experts ingeschakelde
“Registertaxateur TMV”in het geding gebracht. In deze toelichting wordt ingegaan op de expertise van de deskundige, de door deze deskundige gehanteerde uitgangspunten bij de waardering van de porseleinen voorwerpen en de onderbouwing en totstandkoming van diens taxatie. Desondanks is de deskundigheid van deze deskundige niet nader te onderzoeken door het ontbreken van diens naam. Weliswaar heeft Dekra Experts in haar toelichting gemeld dat de identiteit van de deskundige gedeeld mag worden met de rechter, maar dat laat onverlet dat voor [appellante] de deskundigheid van deze deskundige niet nader te onderzoeken is. Het hof concludeert dan ook dat de door [appellante] gestelde twijfel aan de deskundigheid van de door Dekra Experts ingeschakelde deskundige niet (volledig) is weggenomen.
6.28.
[appellante] heeft tegenover de vraagtekens die [geïntimeerde] plaatst bij de onafhankelijkheid althans objectiviteit van [taxateur] als deskundige slechts aangevoerd dat [taxateur] dé deskundige is op het gebied van Saksisch porselein en dat er geen andere specialisten op dit gebied zijn, maar dat is naar het oordeel van het hof onvoldoende om de vraagtekens van [geïntimeerde] weg te nemen.
6.29.
Daarbij komt dat deze partijdeskundigen in hun rapporten verschillende uitgangspunten hanteren en tot verschillende conclusies over de hoogte van de schade komen en dat partijen over en weer ook overigens de inhoud en uitkomst van deze rapporten betwisten.
6.30.
Zo betwist [appellante] meer specifiek de in de rapportage van de zijde van [geïntimeerde]
gebruikte referentiestukken. Zij voert in dat kader aan dat van algemene bekendheid is dat via internet allerlei imitaties van originele porseleinen voorwerpen als de onderhavige worden verkocht alsook allerlei beschadigde en/of anderszins in slechte staat verkerende porseleinen voorwerpen. Volgens [appellante] kunnen - zo begrijpt het hof - de in de rapportage van de zijde van [geïntimeerde] gebruikte referentiestukken dan ook niet als zodanig gebruikt worden.
bevel deskundigenbericht, vragen
6.31.
Het hof zal zich in het licht van het voorgaande laten voorlichten door een deskundigenbericht te bevelen.
6.32.
Het hof is voorshands van oordeel dat kan worden volstaan met de benoeming van één deskundige.
6.33.
Het hof is voornemens de te benoemen deskundige(n) te verzoeken de onderhavige porseleinen voorwerpen zelf (en dus niet slechts aan de hand van de door partijen in het geding gebrachte rapporten en/of foto’s) te onderzoeken en het hof is verder voornemens aan de te benoemen deskundige(n) de volgende vragen voor te leggen:
1) Welke factoren bepalen in het algemeen de waarde van de onderhavige porseleinen voorwerpen?
2) Kunt u daarbij meer in het bijzonder aangeven of, en zo ja, in hoeverre, de volgende factoren van invloed zijn op de waarde van deze porseleinen voorwerpen:
- de herkomst (fabrikant), productiewijze (handgemaakt of massaproductie), leeftijd en algehele staat van het porseleinen voorwerp;
- aanbod en vraag naar porseleinen voorwerpen als de onderhavige.
3) Blijft de waarde van porseleinen voorwerpen als de onderhavige in het algemeen in de loop van de tijd gelijk of stijgt of daalt de waarde daarvan in de loop van de tijd?
4) Kunt u zo nauwkeurig mogelijk en gemotiveerd bepalen wat de waarde was van de onderhavige porseleinen voorwerpen ten tijde van de beschadiging op 9 april 2019 aan de hand van de lijst genoemd in rechtsoverweging 6.13?
5) Kunt u daarbij in het bijzonder de herkomst, productiewijze, leeftijd en algehele staat van de porseleinen voorwerpen (waaronder mogelijk oude lijmsporen bij het in de rapportage van de zijde van [geïntimeerde] als
“Figuren bij rustiek hekwerk”omschreven porseleinen voorwerp (hiervoor in rechtsoverweging 6.13 vermeld onder f)) ten tijde van de beschadiging op 9 april 2019 betrekken alsook het aanbod en de vraag naar dergelijke porseleinen voorwerpen?
6) Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan het hof volgens u kennis dient te nemen bij de verdere beoordeling?
6.34.
Partijen kunnen zich bij akte uitlaten over het aantal, de deskundigheid en - bij voorkeur eensluidend - de persoon van de te benoemen deskundige(n). Voorts kunnen partijen suggesties doen over de aan de deskundige(n) voor te leggen vragen. Het hof zal de zaak daartoe naar de rol verwijzen voor akte aan de zijde van beide partijen gelijktijdig.
voorschot
6.35.
Op grond van artikel 195 Rv komt het voorschot op de kosten van de deskundige ten laste van [appellante] als eisende partij. Nu [appellante] op basis van een toevoeging procedeert, kan haar ingevolge artikel 195 Rv in verbinding met artikel 199 Rv echter niet worden opgelegd het voorschot te betalen. Het hof zal daarom bepalen dat de kosten van het deskundigenbericht voorlopig ten laste van ’s Rijks kas zullen komen. Hangende het geding wordt het ten laste van ’s Rijks kas betaalde bedrag voorlopig in debet gesteld.
6.36.
Het hof merkt op dat bij eindarrest een definitieve beslissing over de kosten van de procedure, waaronder ook het deskundigenrapport, zal worden genomen, en dat deze anders kan uitvallen dan de beslissing over het voorschot. Uitgangspunt daarbij is de wettelijke hoofdregel dat de partij die in het ongelijk wordt gesteld de kosten draagt.
minnelijke regeling
6.37.
Partijen wordt in overweging gegeven om ter vermijding van tijd en kosten die met het deskundigenonderzoek gemoeid zijn (opnieuw) een poging te doen om tot een minnelijke regeling te komen. Het hof zal de zaak verwijzen naar de rol om partijen gelijktijdig de gelegenheid te geven zich daarover uit te laten.
slotsom
6.38.
Het hof zal de zaak verwijzen naar de rol om partijen gelijktijdig de gelegenheid te geven zich uit te laten over het treffen van een regeling zoals hiervoor in 6.37 vermeld dan wel zich uit te laten over de te benoemen deskundige(n), zoals hiervoor in 6.34 weergegeven.
6.39.
Het hof houdt verder iedere beslissing aan.

7.De uitspraak

Het hof:
verwijst de zaak naar de rol van
14 juni 2022voor akte aan de zijde van beide partijen gelijktijdig met de hiervoor onder 6.38 vermelde doelen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. H.K.N. Vos, O.G.H. Milar en H.F.P. van Gastel en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 3 mei 2022.
griffier rolraadsheer