In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De zaak draait om de ontvankelijkheid van een incidentele vordering van de appellante, die verzoekt om schorsing van de tenuitvoerlegging van een eerder vonnis en om zekerheidstelling. De appellante, vertegenwoordigd door mr. A.J.M. van der Borst, is in hoger beroep gekomen van een vonnis waarin zij werd veroordeeld tot betaling aan de curator van een failliete vennootschap, Funchoc Holding B.V. De curator, vertegenwoordigd door mr. Y.J. Snoep, heeft verweer gevoerd tegen de incidentele vorderingen van de appellante, onder andere door te stellen dat zij niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Het hof heeft echter geoordeeld dat de appellante ontvankelijk is in haar incidentele vorderingen, omdat de wet niet vereist dat deze vorderingen op een specifiek moment moeten worden ingediend. Het hof heeft de zaak vervolgens verwezen naar de rol voor verdere behandeling van de incidentele vorderingen en de hoofdzaak. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken op 5 april 2022.