ECLI:NL:GHSHE:2021:900

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
23 maart 2021
Publicatiedatum
23 maart 2021
Zaaknummer
200.244.943_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming nieuwe deskundige in hoger beroep na bezwaar tegen eerdere deskundige

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, is op 23 maart 2021 een arrest gewezen in hoger beroep. De zaak betreft de benoeming van een deskundige in een civiele procedure. De appellante, vertegenwoordigd door mr. S.M.M. Teklenburg, heeft bezwaar gemaakt tegen de benoeming van de heer G.A. van der Weijden als deskundige, omdat deze eerder door de tegenpartij, de geïntimeerde, was ingeschakeld. De geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. M. Burgers, heeft bezwaar gemaakt tegen de benoeming van de heer Van der Weijden, die hoogleraar is aan het Academisch Centrum Tandheelkunde (ACTA). Het hof heeft geoordeeld dat er elke schijn van partijdigheid moet worden vermeden en heeft daarom besloten om een nieuwe deskundige te benoemen.

Het hof heeft het voornemen geuit om [persoon D], een tandarts verbonden aan Tandartspraktijk [[Y]], te benoemen als deskundige. Deze deskundige heeft verklaard geen binding met de partijen te hebben en is bereid het onderzoek uit te voeren. De kosten van het onderzoek zijn geraamd op € 1.498,00. Het hof heeft bepaald dat het voorschot op de kosten door de appellante moet worden voldaan. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld om te reageren op het voornemen van het hof om de nieuwe deskundige te benoemen en op de kosten. De zaak is verwezen naar de rol van 6 april 2021 voor het nemen van een akte door beide partijen. Het hof heeft verder iedere beslissing aangehouden.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht
zaaknummer 200.244.943/01
arrest van 23 maart 2021
in de zaak van
[appellante],
wonende te [woonplaats] ,
appellante,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna: [appellante]
advocaat: mr. S.M.M. Teklenburg,
tegen:
[geïntimeerde] h.o.d.n. Mondzorg [[M]],
wonende te [woonplaats] (België), zaakdoende te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna: [geïntimeerde] ,
advocaat: mr. M. Burgers.

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

1.1.
Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest van 16 februari 2021 hier over. Het verdere verloop blijkt uit:
  • het H16-formulier van [geïntimeerde] waarin bezwaar wordt gemaakt tegen de benoeming van de heer G.A. van der Weijden als deskundige,
  • het H-16 formulier van [appellante] .

2.De verdere beoordeling

2.1.
Bij tussenarrest van 16 februari 2021 is de heer G.A. van der Weijden van Paro Praktijk [locatie ] benoemd als deskundige. [geïntimeerde] heeft bezwaar gemaakt tegen deze benoeming omdat de heer Van der Weijden hoogleraar is bij het Academisch Centrum Tandheelkunde [locatie ] (ACTA) en deze instantie eerder door [appellante] is ingeschakeld als partijdeskundige. [appellante] maakt bezwaar tegen het verzoek van [geïntimeerde] omdat volgens haar de eerdere rol van ACTA niet in de weg staat aan de benoeming van de deskundige.
2.2.
Het verzoek van [geïntimeerde] om een andere deskundige te benoemen zal worden ingewilligd nu elke schijn van partijdigheid moet worden vermeden.
2.3.
Het hof is voornemens om [persoon D] , als tandarts verbonden aan Tandartspraktijk [[Y]] ( [adres] , [postcode] [vestigingsplaats] ) te benoemen als deskundige. De te benoemen deskundige heeft verklaard in staat en bereid te zijn het onderzoek te verrichten en heeft te kennen gegeven geen binding met partijen te hebben en andere betrokken deskundigen en nog niet op de hoogte te zijn van het tussen partijen gerezen geschil. De deskundige heeft aangegeven dat het onderzoek naar verwachting € 1.498,00 gaat kosten. Een specificatie van de verwachte kosten is aan dit arrest gehecht. Het hof zal, gelet op het bepaalde in artikel 195 Rv, bepalen dat het voorschot op de kosten van de deskundige door [appellante] moet worden voldaan.
2.4.
Alvorens over te gaan tot benoeming van de deskundige, worden partijen in de gelegenheid gesteld om te reageren op het voornemen van het hof om de hiervoor genoemde tandarts tot deskundige te benoemen alsmede op de kosten van de deskundige. Het hof verwijst de zaak hiertoe naar de roldatum 6 april 2021 voor het nemen van een akte door beide partijen.
2.5.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
3.1.
verwijst de zaak naar de rol van 6 april 2021 voor het nemen van een akte door beide partijen zoals bedoeld in r.o. 2.4,
3.2.
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van dit arrest aan de deskundige toezendt,
3.3.
bepaalt dat de griffier een specificatie van het voorschot bij het afschrift van dit arrest meezendt aan de advocaten van partijen,
5.8.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. R.A. van der Pol, O.G.H. Milar en P.M.A. de Groot-van Dijken, is ondertekend door de rolraadsheer en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 23 maart 2021.
griffier rolraadsheer