In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, is op 23 maart 2021 een arrest gewezen in hoger beroep. De zaak betreft de benoeming van een deskundige in een civiele procedure. De appellante, vertegenwoordigd door mr. S.M.M. Teklenburg, heeft bezwaar gemaakt tegen de benoeming van de heer G.A. van der Weijden als deskundige, omdat deze eerder door de tegenpartij, de geïntimeerde, was ingeschakeld. De geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. M. Burgers, heeft bezwaar gemaakt tegen de benoeming van de heer Van der Weijden, die hoogleraar is aan het Academisch Centrum Tandheelkunde (ACTA). Het hof heeft geoordeeld dat er elke schijn van partijdigheid moet worden vermeden en heeft daarom besloten om een nieuwe deskundige te benoemen.
Het hof heeft het voornemen geuit om [persoon D], een tandarts verbonden aan Tandartspraktijk [[Y]], te benoemen als deskundige. Deze deskundige heeft verklaard geen binding met de partijen te hebben en is bereid het onderzoek uit te voeren. De kosten van het onderzoek zijn geraamd op € 1.498,00. Het hof heeft bepaald dat het voorschot op de kosten door de appellante moet worden voldaan. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld om te reageren op het voornemen van het hof om de nieuwe deskundige te benoemen en op de kosten. De zaak is verwezen naar de rol van 6 april 2021 voor het nemen van een akte door beide partijen. Het hof heeft verder iedere beslissing aangehouden.