3.3[appellante] heeft ter inleiding van haar hoger beroep erop gewezen dat zij diverse feiten
en omstandigheden heeft uiteengezet die in onderlinge samenhang, tegen de achtergrond
van de bijzondere aard van de bedrijfsvoering van [de vennootschap] en de [de Groep] ,
aansprakelijkheid van [geïntimeerde] met zich brengen. [appellante] is met name ingegaan op:
( i) de bijzondere aard van de bedrijfsvoering van [de vennootschap] ;
(ii) de taken en verantwoordelijkheden van [geïntimeerde] in dit kader;
(iii) discrepanties tussen maand- en kwartaaloverzichten en jaarafsluitingen van [de vennootschap]
alsmede daarmee verbonden conclusies over de grip van [geïntimeerde] op de
bedrijfsvoering;
(iv) illustraties van onzorgvuldige (zowel ten aanzien van het opstarten, monitoren
alsmede de boekhoudkundige verwerking van) transacties en processen; en
( v) aansprakelijkheid vestigende omstandigheden.
[appellante] verwijt de rechtbank hiervoor onvoldoende oog te hebben gehad. In het bijzonder wijst zij daarbij op het volgende.
( a) [de vennootschap] opereerde wereldwijd als 'tussenhandelaar' en kocht en verkocht gerecyclede non-ferro
metalen (bijvoorbeeld koper). Zij begaf zich op een volatiele markt waar (onder
meer) metaal- en valutaprijzen op dagelijkse basis schommelden. Een klein verschil tussen
de inkoop- en verkoopprijs vormde de marge die [de vennootschap] genereerde.
Een verliespost - bijvoorbeeld door het faillissement van een handelspartner of
prijsschommelingen - had een hoge impact op het netto resultaat door het kleine
verschil tussen de totale omzet en de verkoopkosten. Aangezien [de vennootschap] een groot aantal
transacties uitvoerde op jaarbasis en daarbij aan zowel de koop- als de verkoopzijde aan
hoge exposures werd blootgesteld; was het zaak deze risico's in haar bedrijfsvoering
goed af te dekken.
( b) De aard van de bedrijfsvoering van [de vennootschap] en daarmee gepaard gaande risico’s vergt de
implementatie van risicobeheersingsmaatregelen.
Met adequate risicobeheersingsmaatregelen kon [de vennootschap] op een verantwoorde manier een
grote hoeveelheid transacties uitvoeren en, door per transactie een kleine marge te
genereren, winst maken.
( c) [de vennootschap] was sinds medio 2007 onderdeel van de Duitse [de Groep] . Als
dochtervennootschap werd [de vennootschap] decentraal aangestuurd. Zij was aangesloten op de
cash pool van de [de Groep] . De [de Groep] voorzag in risicobeheersingssystemen,
vastgelegd in verschillende reglementen. De dochtermaatschappijen van [appellante] werkten op basis van een jaarplan, met maandelijkse targets voor de EBITDA (het brutoresultaat). Maandelijks, per kwartaal en jaarlijks rapporteerden de dochtermaatschappijen tussentijdse resultatenoverzichten aan [appellante] . Dit stelde [appellante] als hoofd van de [de Groep] in staat [de vennootschap] te monitoren
en zo nodig bij te sturen.
( d) [geïntimeerde] vervulde in de periode van 3 juli 2009 tot en met 3 november 2015 de functie van
(enig) statutair bestuurder van [de vennootschap] . In het bijzonder fungeerde [geïntimeerde] als hoofd
administratie, financiën en logistiek. [geïntimeerde] was eindverantwoordelijk voor (onder meer)
het algemene beleid, het financiële beleid, risicobeheersingssystemen alsmede de
administratieve organisatie (ao) en interne controle (ic). Dit zijn kerntaken van het
bestuur.
( e) De kerntaken van [geïntimeerde] op het gebied van de ao worden (onder meer) beheerst door
artikel 2:10 BW. Dit bepaalt dat de administratie van een rechtspersoon moet worden
gevoerd ‘naar de eisen die voortvloeien uit de werkzaamheden van die rechtspersoon’.
Uit artikel 2:10 BW vloeit in ieder geval voort dat de rechtspersoon te allen tijde haar
rechten en verplichtingen moet kennen. Een organisatie die
complexe en risicovolle transacties uitvoert, moet haar rechten en verplichtingen
nauwkeurig vastleggen. Ook het op een juiste manier bijhouden van tussentijdse
resultatenoverzichten, vergelijkingen maken met budgetten en analyses van afwijkingen
behoort tot de administratieverplichting (artikel 2:10 BW). Het nalaten hiervan bemoeilijkt de bedrijfsvoering en het tijdig nemen van correctieve maatregelen. Uitgangspunt hierbij is dat
relevante feiten onverwijld in de administratie moeten worden verwerkt. Het
achteraf aanvullen en helen van de administratie is onvoldoende om te kunnen
oordelen dat te allen tijde de rechten en verplichtingen konden worden gekend.
( f) In de jurisprudentie is bepaald dat de eisen die aan de administratie kunnen worden
gesteld, mede afhankelijk zijn van de aard en opzet alsmede de organisatie van de
bedrijfsvoering en het tijdig nemen van correctieve maatregelen. In het kader van het eerste onderdeel van het administratieve proces is van belang dat bedrijven als [de vennootschap] werken met een ERP (Enterprise Resource Planning) systeem. Gegevens
met betrekking tot transacties/financiële producten en resultaten/ontwikkelingen
(stuurinformatie) worden met dit systeem vergaard, gemonitord en inzichtelijk gemaakt.
Het vastleggen en verwerken van deze stuurinformatie past binnen het tweede
onderdeel van het administratieve proces. Dergelijke stuurinformatie bij een
onderneming als [de vennootschap] bestaat bijvoorbeeld uit prognoses (en vergelijkingen met eerdere
prognoses), historische resultatenoverzichten (de maand/kwartaal/jaar rapportages),
balansen en overzichten van de marges per productgroep.