Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 8626394 20/4188)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep met grieven, producties en eiswijziging;
- de memorie van antwoord met producties;
- het pleidooi, waarbij mr. Schipper pleitaantekeningen heeft overgelegd.
Op maandag 8 oktober 2018 heeft er een gesprek plaatsgevonden (…) Zoals reeds eerder door ons als organisatie uitgesproken hebben wij aangegeven dat jouw re-integratie en hervatting gericht moet zijn op duurzame en stabiele inzetbaarheid binnen onze organisatie. Kijkend naar de afgelopen (ruim) twee jaar hebben wij daarom uitgesproken dat dit op dit moment, naar onze mening, niet haalbaar is in jouw functie van meewerkend voorman (…)
- (…) gaan we jou hersteld melden per week 41.
- Je start daarmee per week 41, 8-10-2018 officieel in de functie van Allround medeweker warehouse (…)”.
GGzE psychiater [GGzW psychiater] heeft in een brief van 29 juni 2020 aan [appellant] geschreven dat hij de informatie van [GZ psycholoog] in de brief van 16 juni 2020 onderschrijft.
[vriend van appellant] heeft in een e-mail van 17 juni 2020 aan [appellant] geschreven dat [appellant] in zijn ogen gemakkelijk en zelfs zonder externe hulp kan functioneren in een baan zoals hij die nu heeft en dat hij niet uitsluit dat [appellant] op termijn weer een functie aan zal kunnen die wat meer leidinggevend van aard is.
(…) hoe zwaarder je overdrijft des te beter! Je moet daar niet gaan zitten met .. het gaat super met me .. want dan zal ze zeggen .. oh nou dan heeft u ook geen uitkering nodig! (…)
Je start daarmee per week 41, 8-10-2018 officieel in de functie van Allround medeweker warehouse (…)’ en [geïntimeerde] en [appellant] zijn dit ook zo overeengekomen in de ‘Wijziging arbeidsovereenkomst’ van 19 oktober 2018 (zie rov. 3.2.3 en 3.2.4). Tussen partijen is niet geschil dat [appellant] vervolgens ook feitelijk werkzaamheden heeft verricht als allround warehouse-medewerker en dat [geïntimeerde] hem tot uiterlijk 16 juli 2020 het bijbehorende lagere salaris heeft betaald (€ 2.457,12 bruto per vier weken).
Je start daarmee per week 41, 8-10-2018 je re-integratie in de functie van Allround medeweker warehouse (…)’, maar volgens [appellant] is dat een aangepaste versie van de brief van 8 oktober 2019 en heeft hij hiermee nooit ingestemd. Gelet op deze betwisting van [appellant] kan op basis van deze brief niet worden vastgesteld dat hij slechts op re-integratiebasis is gaan werken in de functie van allround medewerker-warehouse.
Client is (…) mijns inziens geschikt voor het eigen werk, het werk voorafgaande aan uitval en het nieuwe verworven werk’.
[geïntimeerde] heeft dit niet gemotiveerd betwist. [geïntimeerde] heeft alleen aangevoerd dat [appellant] ‘met ingang van 14 september 2019’ weer volledig is uitgevallen, maar dat sluit niet uit dat hij op maandag 16 september 2019 vrij was en zich pas op dinsdag 17 september 2019 heeft ziekgemeld. Daarvan moet in deze procedure dan ook worden uitgegaan.
15-8-2019 – Volledig aanwezig – AO 0,00% - AT: 0,00%’.
Dat betekent dat het voorshands voldoende aannemelijk is de vordering tot betaling van het loon vanaf 15 juli 2020 in een bodemprocedure zal worden toegewezen, omdat het tijdvak van 104 weken zoals bedoeld in art. 7:629 BW niet is verstreken. Grief IX slaagt.