Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellant 1] ,wonende te [woonplaats] ,
[appellant 2],
wonende te [woonplaats] ,
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 7 januari 2020 waarbij het hof een comparitie van partijen heeft gelast;
- het H12-formulier van 2 maart 2020 van [appellanten] met een brief en twee producties;
- de brief van de griffier van 30 juli 2020 aan partijen waarin is medegedeeld dat mr. Uniken Venema is gedefungeerd als raadsheer en mr. Cremers in zijn plaats zal treden, dat het door mr. Rutten bij de verschoningskamer van het hof ingediende verschoningsverzoek is toegewezen en mr. Heemskerk in haar plaats zal treden en waarin partijen de gelegenheid is geboden om opnieuw pleidooi te verzoeken;
- het H16-formulier van 3 augustus 2020 van Jabil waarin is verzocht om een pleidooi in plaats van de geplande comparitie;
- het H16-formulier van 3 augustus 2020 van [appellanten] waarin is verzocht om de geplande comparitie doorgang te laten hebben;
- de brief van de griffier van 6 augustus 2020 aan partijen waarin is medegedeeld dat zowel een pleidooi als een comparitie van partijen zal plaatsvinden;
- het H16-formulier van 1 september 2020 van Jabil met een akte overlegging aanvullende producties en twee producties;
6.De verdere beoordeling
Het hof heeft in het tussenarrest een tweede zitting in hoger beroep bepaald om hierover van partijen nadere inlichtingen te verkrijgen.
“
7. Pension FundYou are entitled to participate in a pension scheme comparable in all material respects to conditions, on the day of closing contained in the Pensioen Regulations of the “Stichting Philips Pensioenfonds”(…)”.
“
20.1 Het College van Beheer zal in zijn beleid streven naar een periodieke aanpassing van de ingegane pensioenen in verband met een eventuele stijging van de kosten van levensonderhoud.
Aanpassing van pensioenen
Voor alle duidelijkheid zij erop gewezen, dat pensioenuitvoerders in hun communicatie op grond van de (…) Pensioenwet de eventuele voorwaardelijkheid van de toeslagverlening uiteraard expliciet tot uitdrukking moeten laten komen, óók als het om (gewezen) deelnemers, of pensioengerechtigden gaat, aan wie in het verleden een «onbedoeld onvoorwaardelijke toeslag» is gecommuniceerd. Daarmee wordt niet de inhoud van de toezegging omtrent toeslag gewijzigd, maar wordt voor de toekomst helder gemaakt wat die toezegging nu eigenlijk precies inhoudt – en altijd ingehouden heeft, maar onhelder gecommuniceerd is – namelijk een voorwaardelijke toeslagverlening.” (Kamerstukken I, 2006-2007, 30 655 C p. 3).
De werkgever beslist jaarlijks in hoeverre pensioenrechten en pensioenaanspraken worden aangepast” (mva onder 3.4.1.1).
in all material respects’) vergelijkbaar is met de voorwaarden van het pensioenreglement van PPF. Van een overige regeling die in alle materiële opzichten vergelijkbaar is met de voorwaarden van het pensioenreglement van PPF is niet gebleken.