Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[Beton] Beton B.V.,en
[prefab beton] Prefab Beton B.V.,
5.Het geding in hoger beroep
- het tussenarrest van 29 oktober 2019
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 16 januari 2020
- de memorie van grieven met vermeerdering van eis en met producties 17 tot en met 31
- de memorie van antwoord in principaal hoger beroep en van eis in incidenteel hoger beroep met producties 1 tot en met 19
- de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep, met producties 32 tot en met 41
6. De feiten
7.De procedure in eerste aanleg
8.De beoordeling in hoger beroep
- € 374.143,54, met de wettelijke rente vanaf iedere dag dat [geïntimeerde] zich de diesel heeft toegeëigend, zijnde ieder weekend 1.800 liter op een zaterdag of zondag in de periode van 28 mei 2016 tot en met maart 2019, subsidiair vanaf de dag van dagvaarding,
- de werkelijke advocaatkosten, met wettelijke rente.
- de derden onder wie beslag is gelegd te informeren over het opheffen van de beslagen en zich te onthouden van verdere executiemaatregelen met betrekking tot zijn loon of inkomen,
- alle gelden terug te betalen die [appellant] heeft ontvangen uit hoofde van de gelegde beslagen, in totaal € 16.863,37, met wettelijke rente.