ECLI:NL:GHSHE:2021:38

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
12 januari 2021
Publicatiedatum
12 januari 2021
Zaaknummer
200.276.800_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van de gemeenschap van goederen in geregistreerd partnerschap

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep in een geschil over de verdeling van de gemeenschap van goederen voortvloeiend uit een geregistreerd partnerschap. De zaak is een vervolg op een eerder tussenarrest van 25 augustus 2020, waarin de incidentele vordering van de man tot schorsing van de executie werd afgewezen. De man, appellant in de hoofdzaak en eiser in het incident, werd vertegenwoordigd door advocaat mr. N.P. Scholte, terwijl de vrouw, geïntimeerde in de hoofdzaak en verweerster in het incident, werd bijgestaan door mr. P. Dorhout. De procedure omvatte verschillende processtukken, waaronder een memorie van antwoord en producties van beide partijen.

Tijdens de zitting op 12 januari 2021 heeft het hof besloten om een comparitie van partijen te gelasten. Dit was bedoeld om informatie uit te wisselen en de stand van zaken in de procedure te bespreken, met de mogelijkheid om een minnelijke regeling te beproeven. De comparitie zou plaatsvinden op een woensdag, waarbij partijen de gelegenheid kregen om de zaak kort toe te lichten. Het hof heeft de zaak vervolgens verwezen naar de rol van 26 januari 2021 voor opgave van verhinderdata voor de komende maanden.

Het hof heeft in zijn uitspraak de zaak naar de rol verwezen en bepaald dat de advocaat van de appellant binnen twee weken een kopie van het volledige procesdossier bij het hof moet indienen. Iedere verdere beslissing is aangehouden, wat betekent dat het hof nog niet definitief heeft geoordeeld over de hoofdzaak. Deze uitspraak is gedaan door de rechters M.J. van Laarhoven, P.P.M. van Reijsen en G.J. Vossestein en openbaar uitgesproken op 12 januari 2021.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team familie- en jeugdrecht
zaaknummer 200.276.800/01
arrest van 12 januari 2021
in de zaak van
[de man],
wonende te [woonplaats],
appellant in de hoofdzaak,
eiser in het incident,
hierna te noemen: de man,
advocaat: mr. N.P. Scholte te 's-Hertogenbosch, voorheen mr. M.A.M. Kools te Schijndel,
tegen
[de vrouw],
wonende te [woonplaats],
geïntimeerde in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat: mr. P. Dorhout te Egmond aan den Hoef,
als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 25 augustus 2020 in het hoger beroep van het door de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, onder zaaknummer C/03/246441 / HA ZA 18-89 gewezen vonnis van 23 oktober 2019.

5 Het tussenarrest van 25 augustus 2020

Bij genoemd arrest is de door de man ingestelde incidentele vordering tot schorsing van de executie afgewezen. De beslissing over de proceskosten in het incident is aangehouden. In de hoofdzaak is de zaak naar de rol verwezen voor memorie van antwoord en is iedere verdere beslissing aangehouden.

6.Het verloop van de procedure

6.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenarrest van 25 augustus 2020 gewezen in het incident ex art. 351 Rv;
  • de memorie van antwoord met producties a tot en met g;
  • de akte van de man met producties 1 tot en met 17;
  • de akte van antwoord van de vrouw.
6.2.
De man heeft vervolgens (nader) gefourneerd. Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald.

7.De verdere beoordeling

7.1.
Het hof ziet aanleiding om een comparitie van partijen te gelasten. De comparitie heeft tot doel informatie uit te wisselen en de stand van zaken in de procedure te bespreken. Tevens kan de comparitie worden benut om een minnelijke regeling te beproeven. Desgewenst kan ter zitting verwijzing van de zaak naar mediation worden besproken. De partijen zullen bij de comparitie in de gelegenheid worden gesteld om de zaak kort toe te lichten. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
7.2
De zaak zal worden verwezen naar de rol van 26 januari 2021 voor opgave verhinderdata voor de komende
viermaanden. Partijen dienen er rekening mee te houden dat de comparitie van partijen op een woensdag zal plaatsvinden.

8.De uitspraak

Het hof:
in de hoofdzaak:
verwijst de zaak naar de rol van 26 januari 2021 voor opgave verhinderdata voor de komende vier maanden;
bepaalt dat de advocaat van appellant
binnen twee wekenna de datum van dit arrest een kopie van het volledige procesdossier
in viervoudzal indienen bij het hof;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. M.J. van Laarhoven, P.P.M. van Reijsen en G.J. Vossestein en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 12 januari 2021.
griffier rolraadsheer