ECLI:NL:GHSHE:2021:3719
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Aanneming van werk en schuldeisersverzuim van opdrachtgever door geen herstel van gebreken toe te staan door aannemer
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in een geschil over een aannemingsovereenkomst tussen een particulier en een aannemer. De appellante, een particulier, had een overeenkomst gesloten met de besloten vennootschap TOTAALBOUW B.V. voor werkzaamheden aan haar winkel/woning. De overeengekomen prijs voor de werkzaamheden bedroeg € 34.500,--, met daarnaast mondelinge afspraken over meerwerk. Tijdens de mondelinge behandeling op 25 november 2019 was de appellante niet aanwezig, maar haar advocaat gaf aan dat de zitting doorgang kon vinden en dat hij gemachtigd was om een vaststellingsovereenkomst te sluiten. Het hof oordeelt dat de erkenningen van de advocaat aan de appellante moeten worden toegerekend, ook al was zij het daar later niet mee eens.
Het hof constateert dat de appellante een lijst van opleverpunten had gemaakt en dat de aannemer op 27 december 2019 bij haar is geweest om de werkzaamheden af te maken. De appellante heeft echter de toegang tot haar woning geweigerd, omdat zij zich bedreigd voelde. Het hof oordeelt dat de appellante de aannemer de gelegenheid had moeten geven om de werkzaamheden af te maken en eventuele gebreken te herstellen, zoals vereist door artikel 7:759 lid 1 BW. De appellante heeft niet voldoende feiten aangevoerd die zouden rechtvaardigen dat zij de aannemer niet meer kon toelaten.
Het hof concludeert dat de vordering tot ontbinding van de aannemingsovereenkomst geen effect kan sorteren, omdat de appellante in schuldeisersverzuim is geraakt door de aannemer geen kans te geven om zijn werk af te maken. De grieven van de appellante worden verworpen, en de vonnissen van de rechtbank worden bekrachtigd, met veroordeling van de appellante in de kosten van het hoger beroep.