Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
- is het voorstel getoetst door een onafhankelijke en deskundige partij (bijvoorbeeld een gemeentelijke kredietbank);
- is het voorstel goed en betrouwbaar gedocumenteerd;
- is voldoende duidelijk dat het bod het uiterste is waartoe de schuldenaar financieel in staat moet worden geacht;
- biedt het alternatief van faillissement of schuldsanering enig uitzicht voor de schuldenaar;
- biedt het alternatief van faillissement of schuldsanering enig uitzicht voor de schuldeiser: hoe groot is de kans dat de weigerende schuldeiser dan evenveel of meer zal ontvangen;
- is aannemelijk dat gedwongen medewerking aan een schuldregeling voor de schuldeiser concurrentieverstorend werkt;
- bestaat precedentwerking voor vergelijkbare gevallen;
- wat is de zwaarte van het financiële belang dat de schuldeiser heeft bij volledige nakoming;
- staat de weigerende schuldeiser alleen naast de overige met de schuldregeling instemmende schuldeisers
- is er eerder een minnelijke of een gedwongen schuldregeling geweest die niet naar behoren is nagekomen.
herhaling(hernieuwde poging) van het oorspronkelijke voorstel blijkt dit bovendien ook geenszins voor de schuldeisers kenbaar uit de in het voorstel van 23 februari 2021 door mr. Çatak gehanteerde formuleringen, nu daarin van een nieuw en/of eigen onderzoek niet wordt gerept en het voorstel slechts op detailniveau afwijkt van de eerder door [schuldhulp] verstuurde tekst en uitgevoerde berekening.