Uitspraak
5.De kern van de zaak
6.De beschikking van 17 december 2020
7.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
8.De feiten
9.De omvang van het geschil
primairde scheiding en deling vast te stellen,
subsidiairde wijze van scheiding en deling van de huwelijksgemeenschap van de man en de vrouw te gelasten, conform het daartoe door de vrouw gedane voorstel en de man te veroordelen om binnen twee weken na betekening van de beschikking van het hof wegens overbedeling aan de vrouw te voldoen een bedrag van in totaal tenminste € 97.688,38, dan wel een door het hof te bepalen bedrag, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 10 juli 2020, althans vanaf de dag van afgifte van de beschikking van het hof tot aan de dag der algehele voldoening;
primair
10.De motivering van de beslissing
vrouwbetoogt dat het geen zin heeft te blijven wachten op stukken van de man die zij toch niet krijgt en dat dat ook niet van haar kan worden gevergd. Voor haar is het belangrijk dat de huwelijksgemeenschap wordt verdeeld. Ter zitting heeft zij ten aanzien van de aanslagen inkomstenbelasting geopperd om, indien noodzakelijk, alleen op dit punt een ‘open eind te houden’.
manvoert aan dat ook hij tot een volledige afwikkeling van de verdeling van de gemeenschap wil komen, maar dat nu eenmaal nog niet alles compleet is. Op basis van schattingen kan de verdeling niet worden vastgesteld.
hofoordeelt als volgt.
rechtbankheeft dit verzoek afgewezen, omdat de rechtbank niet kon vaststellen of en zo ja welke sieraden in de kluis opgeborgen zouden zijn.
vrouwvoert, samengevat, het volgende aan.
manheeft verklaard dat hij de gouden sieraden niet heeft en dat er ‘in de jaren (…) ook [is] ingewisseld’. Het door de vrouw overgelegde overzicht en de whatsapp berichten tonen ook niet aan dat de sieraden nog bij hem zijn. Met die berichten heeft hij de vrouw alleen willen ‘sussen’. Daarnaar omtrent gevraagd bij de mondelinge behandeling heeft hij verklaard dat de sieraden bij de vrouw zelf zijn. Toen de man en de vrouw uit elkaar gingen, stond de vrouw meteen voor de kluis om het goud er uit te halen, zoals zij dat daarvoor (bij de misschien wel zes keer dat de man en de vrouw uit elkaar zijn gegaan) ook altijd had gedaan.
hofoverweegt als volgt.
rechtbankheeft geoordeeld dat de man gehouden is informatie over het saldo van zijn Nederlandse rekeningen per peildatum 19 februari 2019 aan de vrouw beschikbaar te stellen.
vrouwgewezen op het verloop van de rekening, welk verloop volgens haar een aanwijzing kan zijn voor de benadeling van de gemeenschap. Uit het bankafschrift blijkt namelijk niet alleen het saldo van de bankrekening op de peildatum maar ook dat in een periode van ruim twee maanden voorafgaande aan de peildatum een bedrag van € 12.482,01 is bijgeschreven en een bedrag van € 11.874,77 is afgeschreven. Hoewel zij de man daar verschillende keren om heeft gevraagd, heeft zij geen inzage in die rekening gekregen.
manvoert aan dat met deze bankrekening geen rekening dient te worden gehouden omdat hij die pas heeft geopend voor zijn privé uitgaven nadat de man en de vrouw feitelijk al uit elkaar waren. De geldstromen wil en hoeft hij niet te laten zien omdat die verband houden met zijn eenmanszaak.
hofoordeelt als volgt. De vrouw is gerechtigd tot de helft van het saldo van de rekening op de peildatum. Het hof zal het saldo van de rekening toedelen aan de man tegen vergoeding van de helft daarvan, een bedrag van (607,24 : 2 =) € 303,62 aan de vrouw.
rechtbankheeft overwogen dat de man gehouden is informatie over het saldo van ‘zijn Turkse rekening’ per peildatum 19 februari 2019 aan de vrouw beschikbaar te stellen.
vrouwvoert het volgende aan.
manvoert het volgende aan.
hofoverweegt als volgt.
hofoordeelt als volgt. Sinds de peildatum zijn er ruim 2,5 jaar verstreken. De man heeft dus ruimschoots de tijd gehad het saldo van de bankrekening te achterhalen. Ook als het verkrijgen van een bankafschrift bij de Turkse bank zo moeilijk is als de man betoogt (hetgeen het hof niet aannemelijk voorkomt en door de vrouw ook gemotiveerd wordt betwist), had de man daarover na 2,5 jaar toch wel moeten kunnen beschikken. Dat hij enige poging heeft gedaan om informatie over het saldo bij de Turkse bank op te vragen, is gesteld noch gebleken. Dit dient voor zijn risico te blijven. Het hof zal daarom, vanwege onvoldoende gemotiveerde betwisting, uitgaan van het door de vrouw gestelde saldo van € 25.000,--. Het hof ziet geen aanleiding van het hogere bedrag uit te gaan. Daarvoor voert de vrouw niets aan.
rechtbankheeft overwogen dat de man en de vrouw elkaar openheid c.q. inzage dienen te geven in de door hen ontvangen teruggaven en/of aanslagen IB over de jaren 2017 en 2018, waarna zij een en ander in overleg zullen verrekenen bij helfte.
vrouwvoert het volgende aan.
manvoert het volgende aan.
hofoverweegt als volgt.