Tijdens de voortgezette mondelinge behandeling heeft [verweerder] het volgende toegevoegd.
Uit het voornoemd arrest van de Hoge Raad van 22 september 2000 blijkt dat de rechter een grote vrijheid heeft om in een procedure als de onderhavige een DNA-onderzoek te bevelen.
De Hoge Raad overweegt in die zaak dat het niet nodig is dat vaststaat dat de man met de vrouw in het conceptietijdvak seksuele gemeenschap heeft gehad. Noodzakelijk en voldoende is dat op grond van de ten processe gebleken feiten en omstandigheden aannemelijk is dat de man de verwekker van het kind kan zijn. Het staat de rechter in beginsel vrij een deskundigenonderzoek te bevelen, ook als het gaat om de verkrijging van bewijs tegen de man en te oordelen dat de inbreuk van een DNA-onderzoek op de lichamelijke integriteit van de man gerechtvaardigd is. Het belang van het kind bij de vaststelling van het ouderschap is zeer groot en om die reden de vaststelling dan dat verwekkerschap niet te moeilijk moet worden gemaakt. Daarbij speelt voorts een rol dat de inbreuk op de lichamelijke integriteit bij een DNA-test minimaal is.
[appellant] heeft erkend dat hij enige tijd met de moeder van [verweerder] seksuele contacten heeft gehad. Daarmee is voldaan aan door de Hoge Raad geformuleerde criterium om een DNA-onderzoek te bevelen.
Daarbij komt dat er tussen [appellant] en [verweerder] veelvuldig contact is geweest. In de periode vanaf het bereiken van de 75-jarige leeftijd van [appellant] waren die contacten zelfs intensief. [appellant] nam deel aan gezinsactiviteiten bij [verweerder] , zoals verjaardagen en etentjes, thuis en buitenshuis. Ook gingen zij samen op vakantie. [verweerder] heeft [appellant] ook begeleid bij doktersbezoeken. Er was een hechte band.
[appellant] heeft in 2014 zijn medewerking verleend aan een DNA-onderzoek om vast te stellen of [verweerder] zijn zoon was. Niet weersproken is dat [appellant] hieraan zijn medewerking heeft verleend. De resultaten van dit onderzoek zijn in eerste aanleg overgelegd. Daarna heeft [appellant] weersproken dat de overgelegde onderzoeksresultaten betrekking zouden hebben op de verwantschap tussen [appellant] en [verweerder] . Op grond van het vorenstaande kan echter worden geconcludeerd dat [appellant] de verwekker van [verweerder] kan zijn.
In de tussenbeschikking van de rechtbank van 6 april 2018 is door de rechtbank bepaald dat uit de stukken en het verhandelde ter zitting genoegzaam is gebleken dat het bestaan van een vader-zoon relatie tussen [appellant] en [verweerder] tot de mogelijkheden behoort. Hiertegen is door [appellant] geen grief gericht, zodat vaststaat dat uitgegaan kan worden van de mogelijkheid dat [appellant] vader is van [verweerder] . Reeds dat is voldoende voor het bepalen van een DNA-onderzoek. [appellant] was akkoord met het doen van dit onderzoek, pas in een later stadium heeft hij zich bedacht.
Uit de wet volgt dat partijen verplicht zijn om medewerking te verlenen aan een deskundigenonderzoek en dat als daaraan niet wordt voldaan, de rechtbank daaruit de gevolgtrekking kan maken die hij geraden acht. De rechtbank heeft derhalve terecht overwogen dat indien [appellant] van mening was dat hij niet de verwekker was van [verweerder] het op zijn weg had gelegen om mee te werken aan het DNA-onderzoek.
Voor zover het hof het aanvullend beroepschrift betrekt bij de beoordeling, wijst [verweerder] erop dat er geen sprake is van gewijzigde omstandigheden. Daarbij komt dat de in het aanvullende beroepschrift aangehaalde uitspraken, op één uitzondering na, dateren van een tijdstip van vóór het beroepschrift, en bovendien niet van toepassing zijn op de onderhavige casus.
Ook [verweerder] heeft inlichtingen ingewonnen wat betreft de mogelijkheden van het doen van een DNA-test en volgens die informatie is het wel mogelijk om een DNA-profiel van [verweerder] vast te stellen.
Wat betreft het standpunt dat broer [broer] de vader van [verweerder] zou kunnen zijn, wijst [verweerder] erop dat dit standpunt juridisch gezien een gepasseerd station is en in de tweede plaats door een deskundige zou moeten worden beantwoord.