Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
nietdient te berusten op pagina 5 van het beroepen vonnis voor zover dit betreft de volgende passage: “
De rechtbank constateert verder dat verdachte en medeverdachte niet als getuigen in elkaars strafzaak zijn gehoord, omdat de rechter-commissaris hen niet heeft kunnen traceren. De verklaring van aangeefster dat er tussen aangeefster en verdachte gemeenschap is geweest, wordt ondersteund door de door de medeverdachte bij de politie afgelegde verklaring. De rechtbank overweegt dat deze voor verdachte belastende verklaring bruikbaar is voor bewijs ondanks dat de verdediging de medeverdachte daarover niet heeft kunnen ondervragen. Naar het oordeel van de rechtbank vindt de betrokkenheid van de verdachte in voldoende mate steun in andere bewijsmiddelen en heeft dit steunbewijs betrekking op die onderdelen van de verklaring die door verdachte zijn betwist. De rechtbank verwijst in dit verband naar onder meer de uitspraak van het EHRM van 10 juli 2012 (ECLI:NL:XX:2012:BX3071) en van de Hoge Raad van 29 januari 2013 (ECLI:NL:HR:2013:BX5539).”
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden.