Uitspraak
5.Het verdere verloop van het geding
- het tussenarrest van 27 juli 2021;
- de akte van [appellante] van 24 augustus 2021 met een productie;
- de antwoordakte van [wettelijk vertegenwoordiger/moeder] van 21 september 2021.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 19 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep. De appellante, vertegenwoordigd door mr. A. van den Eshoff, heeft hoger beroep ingesteld tegen de moeder van haar inmiddels meerderjarige dochter, die als wettelijk vertegenwoordiger optreedt. De moeder, vertegenwoordigd door mr. R. Schoonbrood, heeft aangevoerd dat de appellante niet-ontvankelijk verklaard dient te worden in haar hoger beroep, omdat de dochter op het moment van het hoger beroep meerderjarig was. Het hof heeft in een eerder tussenarrest van 27 juli 2021 de appellante de gelegenheid gegeven om te reageren op dit beroep op niet-ontvankelijkheid.
De appellante heeft betoogd dat zij niet op de hoogte was van de meerderjarigheid van de dochter en dat de moeder haar daar niet op heeft gewezen. Het hof heeft echter geoordeeld dat de appellante bekend was met de leeftijd van de dochter en dat zij redelijkerwijs had moeten weten dat de dochter meerderjarig was geworden. Het hof heeft geconcludeerd dat er geen ruimte is voor herstel van de gemaakte fout door de dochter alsnog in de procedure te betrekken, en heeft de appellante niet-ontvankelijk verklaard in haar hoger beroep. Tevens is de appellante veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, die zijn begroot op € 332,- aan griffierecht en € 1.671,- aan salaris advocaat.