ECLI:NL:GHSHE:2021:3120
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de weigering tot toelating tot de schuldsaneringsregeling met toepassing van de hardheidsclausule
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 14 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toelating van [appellant] tot de schuldsaneringsregeling. Het hof verwijst naar het vonnis van de rechtbank Limburg van 3 augustus 2021, waarin het verzoek van [appellant] om toegelaten te worden tot de schuldsaneringsregeling was afgewezen. De rechtbank oordeelde dat niet voldoende aannemelijk was dat [appellant] te goeder trouw was ten aanzien van het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden in de vijf jaar voorafgaand aan de indiening van het verzoekschrift. Het hof heeft de mondelinge behandeling op 6 oktober 2021 gehouden, waarbij [appellant] en zijn beschermingsbewindvoerder zijn gehoord.
Het hof heeft vastgesteld dat [appellant] een aanzienlijke schuldenlast heeft, waaronder een preferente belastingschuld en een schuld aan [schuldeiser]. De rechtbank had overwogen dat deze schulden in de vijf jaar voorafgaand aan de indiening van het verzoekschrift waren ontstaan en dat [appellant] niet te goeder trouw was geweest. Het hof heeft echter geoordeeld dat [appellant] inmiddels zijn financiële situatie onder controle heeft gekregen en dat hij blijk heeft gegeven van een realistische en coöperatieve houding ten aanzien van zijn schuldenlast.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en het verzoek van [appellant] tot toelating tot de schuldsaneringsregeling toegewezen. Het hof heeft daarbij overwogen dat de omstandigheden die hebben geleid tot de schulden van [appellant] nu duurzaam onder controle zijn en dat hij in staat is om aan zijn verplichtingen te voldoen. De griffier van het hof zal de rechtbank Limburg informeren over deze uitspraak, zodat de benoeming van een rechter-commissaris en een bewindvoerder kan plaatsvinden.