ECLI:NL:GHSHE:2021:3101
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beklag ex artikel 12 Sv inzake internationale kinderontvoering en onttrekking aan het ouderlijk gezag
In deze zaak gaat het om een klaagschrift van een vader (klager) die zijn dochter van vier jaar oud, geboren uit zijn huwelijk met de beklaagde, terug wil naar Nederland. De beklaagde is met toestemming van klager voor een periode van vier weken naar Litouwen vertrokken, maar is daarna nooit teruggekeerd. De Nederlandse Centrale autoriteit Internationale Kinderaangelegenheden heeft geoordeeld dat het verblijf van het kind in Litouwen in strijd is met het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1980. Zowel de rechtbank als het gerechtshof in Litouwen hebben in beginsel hetzelfde oordeel geveld, maar hebben het verzoek tot teruggeleiding afgewezen omdat het kind inmiddels in Litouwen geworteld is.
Klager heeft een klaagschrift ingediend op basis van artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering, waarin hij verzoekt om vervolging van de beklaagde wegens onttrekking aan het ouderlijk gezag. Het hof oordeelt dat klager nog steeds het gezag over zijn dochter uitoefent en dat de beklaagde zonder toestemming van klager het kind in Litouwen houdt. Het hof ziet een zwaarwegend rechtsbelang bij de hereniging van klager met zijn dochter en verklaart het beklag gegrond. Het hof beveelt de vervolging van de beklaagde ter zake van het feit waarop het beklag betrekking heeft.
De beslissing van het hof is genomen op 12 oktober 2021, waarbij de rechters de ernst van de situatie en de emotionele schade voor klager in overweging hebben genomen. Het hof benadrukt dat de vervolging opportuun is, gezien de omstandigheden van de zaak en de mogelijke strafbaarheid van de beklaagde onder artikel 279 van het Wetboek van Strafrecht.