Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 6 april 2021;
- de akte van [geïntimeerde] met producties;
- de antwoordakte van [appellante] met producties.
6.De verdere beoordeling
“De schuldeiser kan op een gebrek in de prestatie geen beroep meer doen, indien hij niet binnen bekwame tijd nadat hij het gebrek heeft ontdekt of redelijkerwijze had moeten ontdekken, bij de schuldenaar terzake heeft geprotesteerd.”. In deze zaak wordt niet geklaagd over een gebrek in de prestatie (de stucwerkzaamheden) maar over het aantal in rekening gebrachte arbeidsuren en het uurtarief ad € 17,00 per uur. Dit verweer van [geïntimeerde] treft dan ook geen doel.
“De werkzaamheden worden op nacalculatie door 1e en 2e jaars studenten niveau 2 uitgevoerd ad. € 17,00 per uur per student.”In geen van beide e-mails staat iets vermeld over (de kosten van) de begeleiding door een vakvolwassen instructeur/[arbeidskracht 3]. Ook om die reden volgt het hof [appellante] in haar verweer dat [geïntimeerde] de door [arbeidskracht 3] (beweerdelijk) gewerkte uren ten onrechte aan haar in rekening brengt.