Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
hij op of omstreeks 4 december 2018 te Sprang-Capelle, gemeente Waalwijk, munitie van categorie III, te weten vier, althans een of een aantal (centraalvuur) patro(o)n(en) van het kaliber 6,35 mm (voorzien van een cilindrische messing huls met een lengte van 15,3 mm) voorhanden heeft gehad;
hij op 4 december 2018 te Sprang-Capelle, gemeente Waalwijk, een vuurwapen van categorie III, te weten een (centraalvuur) pistool (van het Belgische merk FN), van het kaliber 6.35 mm, voorhanden heeft gehad;
hij op 4 december 2018 te Sprang-Capelle, gemeente Waalwijk, munitie van categorie III, te weten een aantal (centraalvuur) patronen van het kaliber 6,35 mm (voorzien van een cilindrische messing huls met een lengte van 15,3 mm) voorhanden heeft gehad.
Het op ambtsbelofte opgemaakte proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 december 2018 (dossierpagina’s 10 en 11), voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] :
dossierpagina 10)
dossierpagina 11)
Het op ambtsbelofte opgemaakte proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 december 2018 (dossierpagina’s 12 en 13), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 3] :
dossierpagina 12)
dossierpagina’s 12 en 13)
Het ambtsedig proces-verbaal van de politie van een op een pistool gelijkend voorwerp met munitie, Eenheid Zeeland-West-Brabant, Dienst Regionale Recherche, Afdeling Wapens, Munitie en Explosieven, Team Forensische Opsporing met BVH nummer 2018 285050a, sluitingsdatum 5 december 2018, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 4] :
Het op ambtsbelofte opgemaakte proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 4 december 2018 (dossierpagina’s 38-41), voor zover inhoudende als verklaring van [bijrijder] :
dossierpagina 40)
A: Ja.
De verklaring van de verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 15 maart 2021, voor zover inhoudende:
- hij weet dat er een verschil is tussen doorzoeken en kijken;
- hij het idee had dat de bestuurder (
- hij geen teken heeft gekregen van de verdachte dat hij het niet wilde.
- De auto staat op naam van de moeder van de verdachte;
- De verdachte maakt gebruik van de auto;
- De verdachte heeft ten overstaan van de politie verklaard dat de persoon die ten tijde van de aanhouding de bijrijder van de verdachte was, niets met het vuurwapen te maken heeft (proces-verbaal van verhoor van verdachte, pagina 28);
- De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat het wapen niet van zijn moeder is.
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden;