Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 7 april 2020;
- de memorie van grieven met eiswijziging;
- de memorie van antwoord tevens houdende incidenteel hoger beroep met producties;
- de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep.
6.De verdere beoordeling
Is het mogelijk de 12e het pand (opnieuw) te bezichtigen? Wij zijn al een keer eerder hiervoor geweest maar hebben afgehaakt vanwege de buurman en de gevraagde overname kosten.(…)”.
Volgens afspraak in de bijlage een brochure van Tappasbar/Steakhouse [tapasbar/steakhouse]
Beste? (excuses maar uw naam is mij ontgaan en ik heb nog geen visitekaartje van u)
zijn er geen overname verplichtingen.
.
Van de heer [geïntimeerde] heb ik dit overname bod ontvangen voor overname restaurant [tapasbar] , gelegen aan de [adres] te [plaats 1] .
Naar aanleiding van ons telefonisch onderhoud waarin u mij gevraagd heeft hoe de vervolgstappen dienen te gaan zak ik u hierover informeren.
- de koper van restaurant [tapasbar] is de heer [medewerker geintimeerde] (zie bijgesloten uittreksel KvK)
- de koper is dus niet de heer [geïntimeerde] of [Grieks restaurant] B.V.
- de huurder van het pand gelegen aan de [adres] te [plaats 1] wordt dus ook de heer [medewerker geintimeerde]
- kunt u het financieringsvoorbehoud als volgt aanpassen: “deze transactie
De heer [geïntimeerde] heeft op 09 februari j.l. een bod gedaan van € 150.000,- op
De heer [geïntimeerde] heeft vanaf het begin duidelijk gemaakt dat de heer [medewerker geintimeerde] de kopende partij is en dat de heer [geïntimeerde] franchisegever is en niet koper.
De heer [geïntimeerde] heeft de bieding gedaan en bevestigd, tevens heeft hij te kennen gegeven de zekerheidstelling te betalen, wij hebben hierover geen contact
Ik wil mij bod van 150000 intrekken.
Geachte heer [medewerker geintimeerde] , beste Robert,
Verkoper is genegen de bieding van de heer [medewerker geintimeerde] te accepteren maar zal de heer [geïntimeerde] niet vrijwaren van zijn gedane bieding tot dat de heer [medewerker geintimeerde] de gehele koopsom heeft voldaan.
- primair de koopsom van € 150.000,-, subsidiair een door de rechtbank te bepalen bedrag;
- een bedrag van € 2.275,- aan buitengerechtelijk incassokosten, vermeerderd met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW;
- een bedrag van € 1.150,68 zijnde de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW over het bedrag van € 150.000,-,
- in het geval dat in conventie wordt geoordeeld dat er een koopovereenkomst tot stand is gekomen, te verklaren voor recht dat de koopovereenkomst buitengerechtelijk is vernietigd bij brief van 25 april 2017, dan wel de koopovereenkomst te vernietigen;
- in het geval de vorderingen van [tapasbar] in conventie worden afgewezen te verklaren voor recht dat de door [tapasbar] ten laste van [geïntimeerde] en [Grieks restaurant] gelegde conservatoire beslagen onrechtmatig zijn in de zin van artikel 6:162 BW alsmede [tapasbar] te veroordelen tot opheffing van deze beslagen binnen 3 dagen na het in deze te wijzen vonnis, onder gelijktijdige overlegging van bewijsstukken daarvan, onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- per dag voor iedere dag dat [tapasbar] daarmee in gebreke blijft alsmede [tapasbar] op grond van artikel 6:162 BW te veroordelen tot het vergoeden van alle schade die [geïntimeerde] en [Grieks restaurant] dientengevolge hebben geleden en zullen lijden, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet.
- aangezien de vorderingen van [tapasbar] jegens [geïntimeerde] zijn afgewezen er geen deugdelijke grondslag voor het in standhouden van het beslag meer aanwezig is. De door [geïntimeerde] gevorderde opheffing van het ten laste van hem gelegde conservatoire beslag zal daarom worden toegewezen. (rov. 2.55);
- de gevorderde verklaring voor recht alsmede de vordering om [tapasbar] op grond van artikel 6:162 BW te veroordelen tot het vergoeden van alle schade die [geïntimeerde] en [Grieks restaurant] dientengevolge hebben geleden en zullen lijden, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, zal bij gebrek aan belang worden afgewezen (rov 2.56).
Ik wil mij bod van 150000 intrekken”. Het hof neemt daarbij in aanmerking dat [geïntimeerde] heeft betoogd dat hij het bod namens [medewerker geintimeerde] heeft uitgebracht en dat hij het bod heeft ingetrokken nadat hem duidelijk werd dat [tapasbar] zijn e-mail van 9 februari 2017 opvatte als onvoorwaardelijk bod van hem. Andere feiten of omstandigheden waaruit [tapasbar] , indien bewezen, zou mogen afleiden dat [geïntimeerde] zich zelf in privé wilde binden zijn gesteld noch gebleken. Gezien het voorgaande is bewijslevering niet aan de orde.
- de koper van restaurant [tapasbar] is de heer [medewerker geintimeerde] (zie bijgesloten uittreksel KvK)
- de koper is dus niet de heer [geïntimeerde] of [Grieks restaurant] B.V.
- de huurder van het pand gelegen aan de [adres] te [plaats 1] wordt dus ook de heer [medewerker geintimeerde]
- kunt u het financieringsvoorbehoud als volgt aanpassen: “deze transactie
Verkoper is akkoord met het financieringsvoorbehoud maar onder de voorwaarden zoals die eerder vandaag al aan u kenbaar zijn gemaakt.(…)”.