Of Rabobank aan haar zorgplicht als hiervoor omschreven heeft voldaan is afhankelijk van de omstandigheden van het geval.
In dit geval spitst een en ander zich toe op de vraag of Rabobank nader onderzoek had moeten verrichten naar de gevaren van onderverzekering voor [appellant] , hem daarop had moeten wijzen en hem nader had moeten informeren over de mogelijkheden van andere rechtsbijstandverzekeringen met een hogere dekkingsomvang voor hogere advocaatkosten.
Bij de beantwoording van de vraag of aan Rabobank feiten en omstandigheden bekend waren op grond waarvan zij een zorgplicht had als door [appellant] is gesteld neemt het hof het volgende in aanmerking. In 2001 gold op de polis een onbeperkte dekking voor interne kosten van rechtsbijstand en daarnaast een dekking van max. fl. 100.000,-- per gebeurtenis voor externe advocaatkosten.
[appellant] heeft in eerste aanleg (zie dagvaarding onder 20) en in hoger beroep (zie memorie van grieven onder 181) te bewijzen aangeboden dat hij bij de totstandkoming van de verzekeringsovereenkomst met Rabobank heeft gecommuniceerd dat hij een rechtsbijstandverzekering met de meest ruime dekking wenste. Dit is door Rabobank betwist. Ter zitting in hoger beroep heeft [appellant] desgevraagd verklaard dat bij het (over)sluiten van de rechtsbijstandverzekering in 2001 (en eerder) nooit gesproken is over de dekkingsomvang. Het hiervoor weergegeven bewijsaanbod is dan ook ter zitting ingetrokken. Dit betekent dat het hof ervan uitgaat dat bij de totstandkoming van de verzekeringsovereenkomsten niet verzocht is om een zo hoog mogelijke dekkingsomvang ter zake van advocaatkosten.
Door [appellant] is verder onvoldoende aannemelijk gemaakt dat Rabobank er met de dekkingsomvang voor advocaatkosten van fl. 100.000,-- op bedacht moest zijn dat sprake was van een zodanig risico van onderverzekering dat zulks voor haar de plicht meebracht om nader onderzoek te verrichten of om [appellant] te wijzen op de mogelijkheid van andere rechtsbijstandverzekeringen met een hogere dekkingsomvang voor advocaatkosten. [appellant] voert weliswaar aan dat de risico’s op kostbare juridische procedures voor agrarische bedrijven en bedrijven in de glastuinbouw hoger zijn, maar hij onderbouwt die stelling niet of slechts met algemeenheden, zoals de stelling dat publiekrechtelijke regelgeving steeds strenger wordt in deze sector. Rabobank heeft daartegen aangevoerd dat de dekkingsomvang van aanvankelijk € 50.000,-‑ en later € 30.000,-- een gangbare dekkingsomvang was en nog steeds is voor kosten van externe rechtsbijstand en gemotiveerd betwist dat de agrarische sector qua rechtsbijstand meer risico loopt en meer te maken heeft met wijzigende regelgeving dan andere sectoren. In het licht van de gemotiveerde betwisting door Rabobank heeft [appellant] zijn stelling onvoldoende onderbouwd. Daarmee is de stelling van [appellant] dat de agrarische sector (dermate) meer risico loopt op te weinig dekking aan rechtsbijstand dan gebruikelijk (dat daarvoor dient te worden gewaarschuwd) niet vast komen te staan.
Dat ten tijde van het sluiten van de betreffende verzekeringsovereenkomsten voor [appellant] andere specifieke risico’s golden met een verhoogde kans op kostbare juridische procedures, waarop Rabobank bedacht had moeten zijn, is niet voldoende gesteld of gebleken.
Gelet op deze feiten en omstandigheden is Rabobank niet tekortgeschoten in haar zorgplicht als assurantietussenpersoon.
Voor zover er destijds rechtsbijstandverzekeringen konden worden afgesloten met een hogere dekkingsomvang voor advocaatkosten leidt dat niet tot een ander oordeel. Het feit dat zich bij [appellant] het risico heeft verwezenlijkt van aanzienlijk hogere advocaatkosten dan het verzekerd bedrag, evenmin. Hetzelfde geldt tot slot voor de stelling dat Rabobank al haar verzekeringen bij Interpolis /Achmea onderbrengt en eigen belangen heeft bij het onderbrengen van verzekeringen bij Interpolis/Achmea. Dat de facto sprake is geweest van handelen in strijd met de zorgplicht als assurantietussenpersoon of anderszins strijd met de gerechtvaardigde belangen van [appellant] is niet gebleken.